Waarom de ebola-epidemie NU gestopt moet worden
Voor veel mensen en politici is de ebola-epidemie die in 2014 in West Afrika explodeert, een ver van mijn bed show. Een niet alleen onmenselijk, maar ook kortzichtig standpunt, zo blijkt uit een recente wiskundige analyse.
Ebola in het kort
Het virus dat de ebola haemorrhagische koorts veroorzaakt is de meest voorkomende en ook dodelijkste variant van de familie der filovirussen. Het virus is in meer dan 50% van de besmettingen dodelijk. De ziekte heeft een incubatietijd van enkele dagen tot drie weken en begint met een zware hoofdpijn en koorts. Het virus is gelukkig pas besmettelijk na de incubatietijd, als de eerste symptomen zich openbaren. Het extreem agressieve virus begint vervolgens de weefsels van de patiënt af te breken, waardoor het lichaam langzamerhand in een bloederige pap verandert. Het virus wordt overgedragen door huidcontact en via alle lichaamsvloeistoffen. Het virus kan enkele weken overleven buiten het lichaam. Vermoed wordt dat het virus van oorsprong bij vruchtenetende vleerhonden, een familie van vleermuissoorten, voorkomt en hier zijn reservoir kent.
De ebola-epidemie van 2014
Eind 2013 werd het eerste sterfgeval van de huidige ebola-epidemie vastgesteld in het West-Afrikaanse land Guinee. In de maanden daarna verspreidde het zich over buurlanden Liberia (nu het zwaarst getroffen door de epidemie) en Sierra Leone. De ziekte lijkt nu ook overgeslagen te zijn op Senegal en Nigeria. De mortaliteit lijkt langzaam af te nemen: van meer dan 60% daalt deze nu tot rond de 50%. Hoewel de snelheid waarmee het virus muteert slechts 1% is van die van het welbekende influenzavirus, lijkt het er dus op dat varianten met een lagere mortaliteit zich nu ontwikkelen. Op het eerste gezicht lijkt dit een goed ding. Het gevaar is wel dat patiënten langer de gelegenheid hebben anderen te besmetten, wt de epidemie veel dodelijker maakt. Tot het moment van verschijnen van dit artikel (16 september 2014) neemt het aantal ziektegevallen exponentieel toe, vooral in het chaotische Liberia. In buurland Sierra Leone, waar de gezondheidszorg beter ontwikkeld is, is de exponentiële groei afgevlakt en in Guinea is de groei stabiel – ongeveer net zoveel nieuwe besmettingen als sterfgevallen en genezingen. In Liberia is het aantal klinieken ontoereikend om de ebola-epidemie te stoppen.
Wiskundige analyse: 70.000 tot 200.000 extra slachtoffers einde 2014
Epidemiologen Nishiura en Cowell analyseerden de verspreiding van ebola in de eerste maanden van 2014 en kwamen tot onheilspellende conclusies[1]. Volgens hen kan de epidemie uitgroeien tot 70.000 tot 200.000 nieuwe gevallen einde 2014, in het ergste geval. De besmettingsfactor ligt namelijk ruim boven 1: elke geïnfecteerde besmet gemiddeld meer dan 1 persoon.
Complicerende factor is de toenemende chaos in enkele omliggende landen. In Nigeria is een burgeroorlog aan de gang van het leger tegen de islamitische Boko Haram terroristen die nu grote delen van het noordelijke grensgebied met Kameroen in handen hebben. De gezondheidszorg in dit gebied ligt plat; gecombineerd met de enorme vluchtelingenstromen een ideale omgeving voor het ebolavirus om zich te verspreiden. Een uitbraak in Nigeria zou daarmee een grote ramp betekenen. Kortom: op het gevaar dat er middelen verspild worden, moet nu grootschalig ingegrepen worden, vooral in Liberia en Sierra Leone.