Maatschappelijke relevantie als maatstaf voor onderzoek

Een interessante vraag: moet wetenschappelijk onderzoek maatschappelijk relevant zijn? Voor de meeste mensen is deze vraag makkelijk te beantwoorden: ja natuurlijk, wat hebben we er anders aan? Als niemand in het dagelijks leven de resultaten van het onderzoek gebruikt, waar doe je het dan voor? Voor sommige wetenschappers is dit standpunt echter niet zo voor de hand liggend.

Er zijn wetenschappers die zich bezig houden met fundamentele onderzoeken die met name nuttig zijn voor de wetenschap zelf zoals theoretisch fysici, evolutiebiologen, geschiedkundigen en vele takken van de filosofie. Zij zullen weinig baat hebben bij de handreiking ‘Evaluatie van maatschappelijke relevantie van wetenschappelijk onderzoek’ omdat hieruit een signaal volgt dat lijkt te pleiten voor maatschappelijk relevant onderzoek. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) is het ministerie dat verantwoordelijk is voor het Nederlands innovatiebeleid en een belangrijke speler in de beslissing welke onderzoeken er gefinancierd worden. Volgens de website richt het zich met name op “bevorderen van kennisontwikkeling door bedrijven en samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven.” Verder: “Innovatie door bedrijven bepaalt in belangrijke mate welvaartsgroei, nu en in de toekomst. Innovatie creëert productiviteitsgroei, houdt bedrijven concurrerend in een internationaal speelveld en draagt ook bij aan de aanpak van een aantal maatschappelijke opgaven.” Het moge duidelijk zijn dat de fundamenteel onderzoekers in Nederland het zwaar hebben om aan geld te komen.

De tendens dat onderzoeken maatschappelijk relevant moeten zijn, heeft als gevolg dat voor subsidie aanvragen de onderzoeker duidelijk moet aangeven of en op welke manier zijn onderzoek relevant is. Behalve dat dit voor een aantal onderzoekers vrijwel onmogelijk is, heeft dit ook tot gevolg dat de minder relevante onderzoeken ook moeilijk aan subsidie kunnen komen. Zo kan een ziekte die weinig voorkomt in de maatschappij lang wachten op een geneesmethode, waaruit volgt dat deze tendens innoverende oplossingen juist tegen lijkt te houden. Andersom zullen wetenschappers ook snel geneigd zijn een onderzoeksvoorstel in te dienen die hoogst relevant is – maar misschien weinig vernieuwend – zodat de kans op subsidie groot is. We kunnen onszelf de vraag stellen of dit is wat we willen.

In het kort zijn dit een paar argumenten in het debat over maatschappelijke relevantie als maatstaf voor wetenschappelijk onderzoek. Hoe denken de visionairen hier over? Moet een onderzoek maatschappelijk relevant zijn, of zijn we ook bereid om met onze belastinggelden het meer fundamentele onderzoek dat zich niet direct terug betaald te steunen?