De Caixa ('kas') de Barcelona is net als veel andere Spaanse 'cajas' zwaar in de problemen gekomen door de instorting van de huizenmarkt.

Europese bankensector terminaal ziek

Vergeet Griekenland, dit is nog veel erger. Ook zonder de Griekse schuldencrisis staan de Europese banken op omvallen. In feite zijn de staatsschulden niet eens het ergste probleem. Hoe overleeft Europa de bankencrisis?

De Caixa ('kas') de Barcelona is net als veel andere Spaanse 'cajas' zwaar in de problemen gekomen door de instorting van de huizenmarkt.
De Caixa (Catalaans voor 'kas') van Barcelona is net als veel andere Spaanse 'cajas' zwaar in de problemen gekomen door de instorting van de huizenmarkt.

Slechte leningen aan omvallende staatsbedrijven door politieke spelletjes
Banken in Europa, vooral in de Zuid-Europese landen waar vroeger het Romeinse Rijk was gevestigd, vervullen een belangrijke rol voor politici. Banken in Zuid-Europese landen als België, Frankrijk, Spanje en Griekenland worden ingezet voor politieke doeleinden. In Spanje worden de cajas (‘kassen’), de lokale door de overheid opgezette leenbanken, gebruikt om illegale campagnedonaties mee weg te moffelen. En voor sociaal beleid; politici van de socialistische PSOE zette de cajas onder druk om ook aan mensen die dat eigenlijk helemaal niet kunnen betalen, zoals immigranten uit Latijns Amerika, hypotheken te verstrekken. De cajas zitten nu sterk in de problemen omdat ongeveer honderd miljard euro is verdampt door de ineenstorting van de Spaanse  huizenmarkt, waardoor de hypotheken niet meer gedekt zijn[1]. De helft van de cajas is technisch failliet en slechts éénzesde zou volgens Amerikaanse kapitaaleisen zonder toezicht open mogen blijven.

Zoals dit Spaanse voorbeeld laat zien, dienen de cajas en vergelijkbare banken in andere Europese landen om te investeren in bedrijfstakken waar commerciële banken of investeerders geen brood in zien, maar die wel belangrijk zijn voor de regionale werkgelegenheid (en dus de kans op herverkiezing). Vaak zijn dit ook leningen tegen lagere rentetarieven. Het is uiteraard niet voor niets dat commerciële beleggers weinig happig zijn om hierin te beleggen, dus het gebeurt geregeld dat een dergelijk bedrijf alsnog omvalt en hiermee de bank met een enorme schuld opzadelt, zie het Spaanse voorbeeld. Dit probleem speelt overigens ook in China en was in Japan de directe oorzaak voor het ‘verloren decennium’. Ter geruststelling: de Nederlandse Rabobank, ook een coöperatieve leenbank, heeft de felbegeerde AAA-rating, die zelfs de VS niet meer haalt.

Zwakke kapitaalspositie
Banken moeten aan redelijk strenge eisen voldoen. Zo moet er tegenover riskante leningen, voldoende eigen vermogen staan. Als een bank veel leningen uitschrijft aan wankelende staatsbedrijven, daalt de kredietwaardigheid van de bank enorm. Alleen door extra vermogen kan de bank dan alsnog overeind blijven. Internationaal geldt doorgaans de eis dat tien procent van het totale bedrag aan uitgeleend geld vermogen van de bank moet zijn. In Europa wordt slechts vijf procent eigen vermogen geëist (en acht Europese banken voldeden zelfs niet aan deze vederlichte stresstest; Dexia kwam er doorheen omdat Dexia-managers de boel bedonderden met een boekhoudkundige truc). Heel leuk voor de bank als het economisch goed gaat, want zo kan met weinig vermogen enorm veel verdiend worden. Als er veel leningen slecht blijken te zijn, of spaarders hun geld massaal weghalen, dan blijft er van dit vermogen weinig over en valt de bank om.

Crash in Oost-Europa ramp voor Oostenrijkse en Griekse banken
De rentes in alle landen van de Eurozone waren tot voor kort laag. Geen wonder dat veel Europese banken massaal geld leenden bij de centrale bank en dat voor veel rente probeerden te slijten in kapitaalarmere landen.
Vier Europese landen vormden een financieel knooppunt via welk veel leningen aan ‘verwante’ landen werden verstrekt: Zweden, Oostenrijk, Spanje en Griekenland. Gelukkig voor de Spanjaarden staan hun leningen uit in Latijns Amerika waar het op dit moment economisch erg goed mee gaat. De Zweedse banken zijn actief in buurland Denemarken en de Baltische landen. In Denemarken gaat  het economisch vrij goed, de Baltische  landen zijn maar klein en economisch redelijk stabiel. Ook de Zweden hoeven zich dus weinig zorgen te maken. Anders is dat voor de Oostenrijkse banken, die zo dom geweest zijn massaal hypotheken in Zwitserse franken te verkopen in Hongarije en Polen. Nu de Poolse zloty en de Hongaarse forint sterk gedaald zijn ten opzichte van de Zwitserse frank, kunnen die leningen vaak niet meer terugbetaald worden, zie dit artikel.
De Grieken maakten het op de voor hun bekende wijze helemaal bont. Ook hier maakten de lokale banken dankbaar gebruik van de goedkope kredieten in euro’s. In landen als Servië en Macedonië, zelfs in Albanië verkochten ze hun leningen in euro’s. Om maar zoveel mogelijk te verkopen hanteerden ze zeer lage rentes, waardoor ze nauwelijks winst maakten. De gevolgen lieten zich raden. Tot overmaat van ramp bestaat veel van het vermogen van Griekse banken uit Griekse staatsschulden.  Als de Griekse staatsschuld wordt afgewaardeerd, vallen de Griekse banken massaal om.

Slechte vooruitzichten door verouderende bevolking
Als banken er in slagen veel winst te maken, maken ze hun verliezen goed en vergroten ze hun vermogen. Ook dit zit er niet in. De Europese bevolking veroudert en vergrijst sterk. Banken verdienen vooral aan leningen en hypotheken. Leningen en hypotheken worden vooral door jonge mensen die een gezin stichten afgesloten. Het overlijdensrisico bij senioren is zo groot dat banken erg bang zijn om aan hen leningen te verstrekken. Daar staat tegenover dat de ouderen van nu niet meer de afgeleefde, versleten mensen van vroeger zijn en om een jeugddroom waar te maken vaak toch een lening nodig is. De trend is echter toch een vermindering. Oudere mensen hebben minder geld en allerlei artikelen nodig en tenzij de hypotheekmarkt op zorgrobots booming wordt, is dit niet echt een groeimarkt.

Bronnen
1. €100 billion of caja loans could go bad: Bank of Spain – Risk magazine (2011)