Aardbevingen te voorspellen door gevoeligheid getijden
Breukzones die op het punt staan een aardbeving te ondergaan blijken veel gevoeliger te worden voor getijde-effecten. Hebben we nu eindelijk een geschikte methode in handen om te voorspellen wanneer zich ergens een zware aardbeving voor zal doen?
Aardbevingen nog steeds niet te voorspellen
Aardbevingen, vooral als ze ook een tsunami opwekken, behoren tot de meest verwoestnde natuurrampen die we kennen. Honderdduizenden doden zijn bij een zeer zware aardbeving met tsunami niet uitzonderlijk. Ook kost het doorgaans jaren om de verwoeste kustgebieden te herstellen. Het zou veel mensenlevens en schade schelen als we jaren of maanden van tevoren zouden weten waar zich een zware aardbeving gaat voordoen. je zou dan bijvoorbeld kunnen denken aan evacuatie of mangrovebossen aanplanten (of andere kustverdediging) om de tsunami af te zwakken.
Getijden veroorzaken veel meer kleine aardschokken voor grote beving
Wat dat betreft is er nu een interessante ontwikkeling. Seismologe Sachiko Tanaka van het National Research Institute for Earth Science and Disaster Prevention in Tsukuba, Japan, stelt dat als de spanningen zich opbouwen in de aardkorst, deze eerder kleine aardbevingen vertoont als gevolg van getijden. Dit is volgens haar dus een teken dan een grote, zware aardbeving in het verschiet ligt. Al meer dan tien jaar werk ze aan haar theorie en de tragische aardbeving in 2011, die door de ontstane tsunami de kernramp in Fukushima veroorzaakte, leverde de uiteindelijke bevestiging. Door getijden opgewekte aardschokken kwamen zeer veel voor aan de noord-oostkust van Honshu (het hoofdeiland van Japan) in de jaren voordat de verwoestende aardbeving van 2011 zich voordeed. Collega’s zijn onder de indruk van de gedegenheid van haar werk.
Tien jaar van tevoren
Bij hoogtij hoopt zich meer water op boven geologische breukzones, waardoor de spanning op het gesteente toeneemt. Als de breukzone al op het punt van breken staat, kan dit effect kleine schokken veroorzaken.
Tanaka vergeleek waarnemingen van getijden en onderzeese aardschokken vanaf 1976 tot 2011 voor de 100 000 vierkante kilometer die het epicentrum van de aardbeving van 2011 (officieel: de Tohoku-Oki aardbeving) omringt. In de eerste 25 jaar was geen spoor waar te nemen van door getijden opgewekte aardbevingen, maar na het jaar 2000 nam het aantal getijde-aardbevingen geleidelijk toe. De piek werd bereikt net voor de verwoestende aardschok van 2011. Daarna verdween het effect weer. Kortom: gedurende een decennium voor de aardbeving hoopt zich de spanning op. Eerder onderzoek van haar had reeds een vergelijkbaar verschijnsel aangetroffen in de aanloop tot de drie recente zware aardschokken bij Sumatra, waaronder de aardschok van 2004 die de dodelijke Tweede Kerstdag-tsunami veroorzaakte. Ook hier liep het aantal getijdesschokken geleidelijk op.
Eindelijk hoop op voorspellen aardbevingen
Deze ontdekking is uniek. Ondanks decennia onderzoek kunnen seismologen nog steeds niet betrouwbaar aardschokken voorspellen. Collega’s noemen Tanaka’s ontdekking veelbelovend, maar zijn nog sceptisch, omdat Tanaka nog steeds geen aardbeving betrouwbaar heeft voorspeld. Ze heeft alleen achteraf vastgesteld dat het verschijnsel zich voordeed. Tanaka wil daarom nu proberen aardschokken te voorspellen. Ze is van plan, getijde-effecten op aardbevingen in de subductiezones onder Noord-Oost Japan en Sumatra te registreren. Waarschijnlijk is ze daarmee de enige Japanner die een heel klein beetje blij zal zijn met een nieuwe aardbeving.
Aardbevingen te voorspellen door gevoeligheid getijden Meer lezen »