Een serie artikelen over de verschillende elementen. De legoblokjes waarmee wijzelf, onze aarde en de materie van het universum is opgebouwd hebben allemaal hun eigen specifieke eigenschappen. In deze serie gaan we stap voor stap langs elk element en kijken we wat voor zinvolle zaken de wikipedia erover te zeggen heeft, met daarnaast een interessant filmpje van de universteit van Nottingham waarmee verschillende experimenten met het betreffende element worden gedaan.
Vandaag nummer 85 van de 118 elementen, Astaat (At).
Opmerkelijke eigenschappen
Met massaspectrometrie is aangetoond dat astaat chemisch veel overeenkomsten vertoont met halogenen, vooral met jodium. Fysisch vertoont astaat echter meer overeenkomsten met metalloïden. Berekend is dat een pentavalent koolstofatoom zou kunnen bestaan als trigonale bipyramide in de vorm [At-C(CN)3-At]–.[2]
Verschijning
Astaat ontstaat uit het trage verval van zwaardere in de natuur voorkomende kernen zoals thorium en uranium, maar heeft zelf een relatief zeer korte halveringstijd. In de natuur komen zeer kleine hoeveelheden 215At, 218At en 219At voor die zich in evenwicht bevinden met 233U en 239Np, als gevolg van de interactie van thorium en uranium met vrije neutronen.[1]
Voor wetenschappelijke doeleinden wordt astaat geproduceerd door bismut te bombarderen met alfadeeltjes. Hieruit ontstaan isotopen met halveringstijden variërend van enkele nanoseconden tot maximaal 8,1 uur voor 210At.