boek

Titelpagina eerste nummer

Download: ontwikkeling van de astrobiologie volgens NASA

Zijn er naast onze wereld nog andere, door al dan niet denkende wezens bewoonde werelden? Een vraag, zo oud als de mensheid. NASA stelde enkele downloadbare boeken in stripvorm samen over de ontwikkeling van astrobiologie, vanaf grotschilderingen en de speculaties van Epicurus tot de moderne onderzoeken naar exoplaneten.

De geschiedenis van astrobiologie is rijk, maar toch zijn de meeste vragen nog onbeantwoord. Zie deze twee afleveringen van NASA Astrobiology dus als de eerste veertig pagina’s van een boek waarvan het grootste deel in de eeuwen en millennia die nog volgen, zal worden geschreven.

Titelpagina eerste nummer
Titelpagina eerste nummer. Klik op het plaatje om het te downloaden.

In de tweede aflevering staat de zoektocht naar leven op Mars centraal. Een omstreden experiment door de Marslander Viking leverde enkele ambigue resultaten op, die door de meeste astrobiologen werden geïnterpeeteerd als bewijs dat er geen leven bestaat op Mars.

Toch bleven de twijfels. Zo zijn er merkwaardige schommelingen in het methaangehalte van de Martiaanse atmosfeer. Onder grote delen van Mars ligt een dikke ijslaag en de omstandigheden diep onder de oppervlakte van Mars in de buurt van de equator blijken een stuk gastvrijer dan gedacht. Nieuwe experimenten zullen hopelijk een definitief antwoord geven.

Deel twee van NASA's verhaal in stripvorm over de speurtocht naar buitenaards leven.
Deel twee van NASA's verhaal in stripvorm over de speurtocht naar buitenaards leven. Klik plaatje voor download.
Zijn we alleen in het heelal?

Kosmoloog Gribbin: aarde enige planeet met leven

De meeste exobiologen geloven dat de aarde niet de enige planeet is met leven. Kosmoloog John Gribbin schreef het boek ‘Alone in the Universe: Why our planet is unique’, waarin hij goede argumenten geeft dat alleen de aarde leven kan herbergen. Zijn we werkelijk alleen? 

Zijn we alleen in het heelal?
Naar schatting zijn er alleen al in de Melkweg tientallen miljoenen aardachtige exoplaneten. De Melkweg is slecht één van de biljoenen sterrenstelsels in het heelal. Hoe groot is de kans dat zich, behalve dan op de aarde zelf, op geen enkele andere exoplaneet leven heeft ontwikkeld? Niet erg groot,denken de meeste exobiologen. Vandaar dat de hoop op buitenaards leven steeds groter wordt met de ontdekking van elke nieuwe exoplaneet. Zouden er vele lichtjaren ver weg buitenaardse intelligenties de aarde in het vizier hebben?

Zijn we alleen in het heelal?
Zijn we alleen in het heelal?

De aarde: een opmerkelijk kosmisch toeval
In zijn boek Alone in the Universe laat John Gribbin weinig heel van dit geloof. In elk hoofdstuk laat hij zien dat de aarde in veel opzichten een unieke planeet is,die om een uitzonderlijke ster draait in een verre van standaard sterrenstelsel. Ons zonnestelsel, bijvoorbeeld, vormde zich precies op de goede plaats en op de goede tijd. Er waren genoeg zware elementen, zoals zuurstof, ijzer en stikstof, om leven mogelijk te maken en de materialen,zoals metalen, te vormen  voor een technisch geavanceerde beschaving. Deze worden gevormd tijdens zware sterexplosies (supernova’s). Tegelijkertijd werken deze supernova’s vernietigend op  leven tot op vele lichtjaren afstand. Bij supernova’s komt namelijk vernietigende straling vrij. Ook het zwarte gat in het centrum van ons Melkwegstelsel is een voortdurende bron van gevaarlijke straling.

Zonnestelsel opmerkelijk geordend
Het zonnestelsel bestaat uit planeten met opmerkelijk stabiele omloopbanen. De aarde heeft een vrijwel cirkelvormige omloopbaan, wat weinig voorkomt, en bevindt zich precies op de juiste plaats van de zon om vloeibaar water mogelijk te maken. Dit terwijl vernietigende asteroïden opgesloten zitten in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter of in de verre Kuipergordel. De gasreus Jupiter slingerde gevaarlijke projectielen uit het zonnestelsel. Gribbin noemt ook de zeldzame grote maan van de aarde, maar reeds is aangetoond dat ook een planeet zonder maan in principe een stabiele rotatie kan vertonen,zij het minder stabiel dan de aarde.
Van buitenaardse planetenstelsels weten we dat dit doorgaans heel anders ligt: denk aan hete Jupiters vlak bij de centrale ster die omloopbanen destabiliseren, omloopbanen die niet in één vlak liggen en dubbelsterren. Ook moeten er tegelijkertijd voldoende botsingen zijn om de aarde te voorzien van water en stikstof.

‘Laten we zuinig zijn op deze planeet’
 De conclusie van Gribbin is onverbiddelijk. Waarschijnlijk zijn we alleen tussen de sterren. Weliswaar kunnen we met onze telescopen aardachtige planeten ontdekken waarvan een doodenkele keer eentje precies in de bewoonbare zone van een ster ligt, maar deze planeten zullen onvermijdelijk in niets op de aarde lijken. Laten we daarom zeer zuinig zijn op deze planeet, aldus Gribbin. De kans dat we een tweede aarde vinden is namelijk ongeveer nul.

Boekbespreking van
John Gribbin, Alone in the Universe, ISBN 978-1-118-14797-9, Wiley (2011)  (Engels)