Het electoraat van linkse partijen, met uitzondering van de SP, is het op economisch vlak eens met ze, maar is veel conservatiever. De rechtse partijen zijn voor hun electoraat economisch gezien veel te rechts. Kortom: een gapend gat in het kwadrant linksonder. Bron: geïnspireerd op een gesuperponeerde infographic van Trouw[2], zie bronvermelding.

Gaat de ‘as van Krouwel’ omklappen?

De Nederlandse politicoloog André Krouwel maakte een populaire tweedimensionele indeling van politieke partijen. Naast de klassieke links-rechts indeling, introduceerde hij ook de conservatief-progressief indeling. Deze is vermoedelijk ontleend aan het werk van Eysenck en Nolan. Van oudsher is links gelijkgesteld met progressief, en rechts met conservatief en we vinden inderdaad de meeste partijen op de klassieke links-rechts as. Het electoraat beweegt echter, en wijkt steeds sterker af van deze traditionele rolverdeling. Gaat deze oude as van Krouwel omklappen, en krijgen we een nieuwe politieke constellatie?

Links en rechts
Het klassieke politieke onderscheid is dat tussen links en rechts. Links staat voor het gelijktrekken van economische verschillen door herverdeling van welvaart, emancipatie van achtergestelde groepen en machtverschillen. Rechts staat voor het vergroten van economische verschillen door minder overheidsingrijpen en uitbreiding van het eigendomsrecht, door bijvoorbeeld publiek domein te privatiseren.

Conservatief en progressief
Tot einde twintigste eeuw vielen de linkse en progressieve standpunten goeddeels samen. Links wilde vrouwen- en homorechten, rechts wilde het traditionele gezin beschermen. Daarna trad er een steeds duidelijker splitsing op. Zo zijn er partijen die economisch gezien behoorlijk rechts zijn, maar cultureel gezien sterk progressief, met als beste voorbeeld D66. De PVV is een voorbeeld van een partij die economisch gezien ongeveer even links is als D66, maar cultureel gezien erg conservatief. Dit bracht onder politicologen het besef dat de traditionele ééndimensionele onderverdeling verouderd is (als deze al ooit adequaat is geweest), en moet worden vervangen door een ander model, bijvoorbeeld een vierkant met als assen links-rechts en progressief-conservatief. Er zijn in internationaal opzicht andere modellen, want ook dit model is verre van volmaakt. De ooit vrij strakke lijn tussen linksboven (links-progressief) naar rechtsonder (rechts-conservatief) begint steeds meer te veranderen in een wolk rond de oorsprong. Wat is er aan de hand?

Het electoraat van linkse partijen, met uitzondering van de SP, is het op economisch vlak eens met ze, maar is veel conservatiever. De rechtse partijen zijn voor hun electoraat economisch gezien veel te rechts. Kortom: een gapend gat in het kwadrant linksonder. Bron: geïnspireerd op een gesuperponeerde infographic van Trouw[2], zie bronvermelding.
Het electoraat van linkse partijen, met uitzondering van de SP, is het op economisch vlak eens met ze, maar is veel conservatiever. De rechtse partijen zijn voor hun electoraat  genoeg conservatief, maar economisch gezien veel te rechts. Het resultaat: een gapend gat in het kwadrant linksonder. Bron: geïnspireerd op een gesuperponeerde infographic van Trouw[2], zie bronvermelding.
Het gapende gat: klapt de As van Krouwel om?
Wat opvalt is als de electorale puntenwolk wordt gesuperponeerd over de posities van politieke partijen[2], kiezers veel gematigder blijken dan hun partij. Eigenlijk scoort alleen de PvdA redelijk in het centrum van hun electoraat. SP is te links voor hun gemiddelde kiezer, de VVD te rechts en conservatief. De PVV, CDA, GroenLinks en waarschijnlijk ChristenUnie doen het iets beter, maar afgezien van de PvdA is elke linkse partij te progressief. De geïsoleerde ligging van de SP, ver buiten hun electorale puntenwolk, verklaart waarschijnlijk waarom de partij een kwijnend bestaan leidt.

Dit maakt deel uit van een wereldwijde trend. Het belangrijkste vraagstuk is nu niet alleen meer de verdeling, maar vooral: hoe om te gaan met verandering. De snelle toename van compoutercapaciteit betekent dat de veranderingen steeeds sneller gaan. Grote groepen mensen kunnen deze veranderingen niet meer bijbenen en worden daarom naar het conservatieve deel van het politieke spectrum gedrukt. Een belangrijke bron van zekerheid is bestaanszekerheid. Links verschaft deze bestaanszekerheid. Conservatisme, op cultureel gebied, ook. Dit verklaart waarom de populariteit van links-conservatisme nu sterk groeit. En de traditionele politieke as wel eens negentig graden kan gaan draaien naar linksonder-rechtsboven.

Recept voor een electorale monsteroverwinning
De meeste kansen voor een machtspoliticus liggen in het kwadrant linksonder: een gematigd links beleid en cultureel conservatisme. HIerbij kan de machtspoliticus het beste de nadruk leggen op de (volgens de kiezer) grootste bedreigingen voor Nederland: de islam, amerikanisering, bureaucratisering, afschaffing van Zwarte Piet en immigratie [3]. Hierbij is een consequent, maar genuanceerd standpunt het beste. Aanpakken van verengelsing (d.w.z. gebruik van Engels i.p.v.Nederlands) en veramerikanisering, immigratie, privatisering, individualisering, bureaucratisering en vooral: islamisering en het groter worden van tegenstellingen tussen groepen.

Hij kan vooral scoren met het oplossen van de vervelendste problemen. Oplossen van de woningnood, bijvoorbeeld. Dit kan door het bouwen van veel extra kleine, goedkope woningen en het flink terugbrengen van de migratie, verantwoordelijk voor de meeste bevolkingsgroei.

De politicus spreekt zich geregeld uit tegen het oprukken van het Engels en de angelsaksische cultuur, alsmede het hyperindividualisme en de privatisering. Immigratie moet aan banden worden gelegd, bijvoorbeeld door te kiezen voor een streng, maar sociaal, meritocratisch immigratiebeleid en opvang in de eigen regio. De vrijheid van godsdienst wordt ingeperkt tot de vrijheid die atheïsten ook genieten. De politicus komt volledig op voor Zwarte Piet en behoud van Nederlandse culturele tradities. Regelingen worden vereenvoudigd zodat Nederlanders niet meer tussen de wielen van allerlei ambtelijke regelingen en instanties terecht komen, zoals nu met de kinderopvangtoeslag-affaire is gebeurd. Islamististen en hun organisaties worden net zo streng in de gaten gehouden en juridisch aangepakt, als nu met andere radicale politieke groepen gebeurt. Islamistische uitingen, zoals de hoofddoek en burqa worden niet meer getolereerd of beschermd, ex-moslims en islamitische hervormers worden krachtig beschermd. Linkse concurrerende politici kunnen worden geframed als goedbedoelende, wat wereldvreemde zwevers die zich voor het karretje laten spannen van globalisten, islamisten en de tegenstellingen onnodig groter maken, rechtse politici als kortzichtige, hardvochtige zakkenvullers die de rijken nog rijker willen maken. Bij elk conflict tussen burgers en de overheid waarbij de overheid duidelijk fout zit, kies jij keihard en onverkort voor de bevolking. En laat je koppen rollen. Klimaat is belangrijk, maar banen en welvaart zijn ook belangrijk. Dus kies je voor klimaatneutrale kernenergie (uiteraard bouw je die centrales aan de Duitse of Belgische grens, Duitsers en Belgen stemmen niet in Nederland) en stop je de subsidie aan vogels dodende windmolens. Zo kan je in het electoraat van zo ongeveer elke partij, met uitzondering van D66, inbreken.
Er is een nadeel. Als deze links-conservatieve problemen zijn opgelost, verschuift het electoraat weer naar de concurrentie. Maar tegen die tijd heb je zo een naam gemaakt als Verbinder en Vader/Moeder des Vaderlands, dat een vette premiersbonus je niet meer kan ontgaan.

Bronnen
1. A. Krouwel et al., Mapping parties in a multidimensional European political space: A comparative study of the EUvox and euandi party position data sets, Party Politics, DOI: 10.1177/1354068818812209, 2019
2. De VVD-kiezer is niet zo rechts als zijn partij, Romana Abels in Trouw, 2017
3. Denkend aan Nederland – Een bundeling van analyses, thematische verkenningen en essays. Sociaal en Cultureel Rapport 2019

Laat een reactie achter