Het verre noorden van Groenland en de Canadese pooleilanden zagen er in het CO2-rijke Eoceen zo uit.

Mensheid ontstaan om aarde van CO2-ondergang te redden

Al vijftien miljoen jaar heerst er op aarde acute hongersnood. Voor planten. Gelukkig is de mensheid zo vriendelijk dit probleempje voor onze groene vrienden op te lossen. Ook wordt er nu eindelijk afgerekend met die lompe vreetmachines die huishouden onder bomen en struiken. Maar raakt de plantenwereld nu niet van de regen in de drup?

Hongersnood voor planten
Al vijftien  miljoen jaar kampt de aarde met een CO2-probleem. Nee, we hebben het niet over de steeds toenemende CO2-concentratie, integendeel. De laatste vijftien miljoen jaar is het CO2-gehalte extreem laag. Dat is slecht nieuws voor planten, want voor hen is CO2 van levensbelang. Op dit moment bestaat de helft van alle planten-eiwit uit het enzym rubisco, dat slechts één taak heeft: CO2 uit de lucht te grissen. Ook uit zich het lagere CO2-gehalte in een wat lagere gemiddelde temperatuur, waardoor de ijskappen langzaam oprukken en Antarctica onbewoonbaar werd voor alles hoger dan een korstmos, gras of vlieg.

Het verre noorden van Groenland en de Canadese pooleilanden zagen er in het CO2-rijke Eoceen zo uit.
Het verre noorden van Groenland en de Canadese pooleilanden zagen er in het CO2-rijke Eoceen zo uit.

Steeds meer CO2 vastgelegd in de aarde
De reden is dat steeds grotere hoeveelheden koolstof in de loop van  miljoenen jaren zijn begraven in onderaardse afzettingen, zoals steenkoollagen. Deze koolstof is in principe voor altijd verloren. Volgens een andere theorie, waar ik persoonlijk enige twijfels bij heb, wekt de Himalaya als een gigantische CO2-scrubber: de vele regen in het Himalayagebied vangt de CO2 uit de atmosfeer. De Himalaya vormde zich toen het Indiase subcontinent zich in Tibet boorde, waardoor de laatste restjes Tethyszeeplaat naar boven borrelen. Ook is het vulkanisme in de loop van de aeons (miljarden jaren) langzaam aan het afnemen. De reden is dat de radioactieve elementen in de aarde, die de aarde warm houden, voor een groot deel uiteengevallen zijn. Het gevolg: minder vulkaanuitbarstingen, waardoor er minder CO2 de lucht in wordt gepompt.

Mensheid als oplossing
Er moest een levensvorm komen die in staat is kilometers diep te boren en de vele tonnen koolstof die daar opgeslagen zitten, te ontdekken en op te stoken. Inderdaad zien we in de laatste vijftien miljoen jaar, sinds het oprukken van het ijs en de wisselvallige klimaatomstandigheden daardoor, een snelle ontwikkeling van hersenmassa bij diverse zoogdieren en vogels. Dolfijnen zijn bijna net zo slim als mensen. Ook papegaaien doen  het niet slecht, zeker als je bedekt dat een vliegend dier heel sterk op gewicht moet bezuinigen.

De voorouders van de mens, het geslacht Homo, wonnen de race en werden de eerste gereedschapsgebruikende soort die de aarde op werkelijk fundamentele wijze op de schop ging zetten. Ten eerste door een slachting aan te richten onder mammoeten en andere ijstijdzoogdieren, die daarvoor de opkomst van de poolbossen (met opwarmende invloed door hun donkere bladerdek) tegenhielden. Daarna was het een kwestie van tijd voor deze handige apensoort er achter kwam wat voor ontzettend handig spul steenkool en aardolie waren. Er werden allerlei coole gadgets als olieboortorens en kolenmijnslavernij uitgevonden om deze schatten uit het diepste van de aarde te peuteren. De hele aarde werd afgekamd naar zelfs de laatste restjes zwart goud.

Bedankt voor de geleverde dienst
Het gevolg van het sterk toegenomen CO2-gehalte is een broeikaseffect, vertellen klimaatdeskundigen ons. Als hun alarmerende voorspellingen kloppen en ons staat een oerwoudklimaat te wachten, dan betekent dit dat we hiermee een gigantische biocomputer opstarten. Het grootste deel van de biosfeer, de bacteriën, is namelijk onzichtbaar en wordt snel actiever bij hogere temperaturen. De mensheid vertegenwoordigt een zeer interessante biotoop voor organismen. In totaal een half biljoen kilo hoogwaardig voedsel, allemaal bij elkaar op een kluitje. Anders dan mammoeten kan je als ondernemende ziekteverwekker in enkele uren naar de andere kant van de wereld reizen. Kortom: het is een kwestie van tijd voor er een effectieve ziekteverwekker ontstaat – in het maagdarmkanaal van een met antibiotica overbehandelde derde-wereldbewoner bijvoorbeeld – en net als de EHEC-bacterie of ander plaagorganisme massaal toeslaat.