bliksem

Waarom kunnen we de energie van een bliksem niet opvangen?

Krachtige flitsen met kort daaropvolgend enorme klappen kunnen ons ’s nachts soms behoorlijk wakker houden. Onweer is een raar en in Nederland niet zo gek vaak voorkomend verschijnsel. Maar als het voor komt, kan het door de enorme energie behoorlijke schade toebrengen. Kunnen we deze energie niet opvangen en gebruiken voor nuttige doeleinden?

Bliksem

Onweer kan ons soms behoorlijk wakker houden

Onweer is een weersverschijnsel waarbij een of meer bliksems waargenomen kunnen worden. Bliksems ontstaan door verschillen in elektrische lading in de atmosfeer, wat een elektrische ontlading tot gevolg heeft. Een bliksem kan binnen wolken plaats vinden, maak kan ook inslaan op de grond, waarna er een grote knal (de donder) te horen is. Over het hoe en waarom een bliksem in de grond zou inslaan is weinig met zekerheid te zeggen, omdat onderzoekers het hierover niet met elkaar eens zijn. Wel worden in Nederland nog steeds jaarlijks zo’n vijf mensen door de bliksem getroffen (aldus Wikipedia). Zeer ernstig voor deze slachtoffers; we hadden die energie voor veel betere dingen kunnen gebruiken!

Weinig zin

Aangezien we door afnemende hoeveelheden fossiele brandstoffen genoodzaakt zijn te zoeken naar duurzame bronnen, lijkt de energie die bliksems in zich hebben een aannemelijk alternatief om bruikbare energie op te wekken. Via de website van de NASA kunnen we er echter achter komen dat dit niet het geval is. Daar is te lezen dat verschillende mensen hier wel over hebben nagedacht, maar dat serieuze pogingen die energie af te vangen nog lang op zich zullen laten wachten. De reden hiervoor is dat het onpraktisch is om een aantal redenen, te weten:

  • Een groot deel van de energie in een bliksem zit in de donder en het licht, wat niet zo simpel om te zetten is in elektrische energie.
  • Maar zelfs al was het makkelijk om de energie af te vangen, dan nog had het weinig zin. De energie is namelijk slechts een fractie van een seconde aanwezig wat de totale energie vrij klein maakt. Het is hooguit genoeg om een 100-watt-lampje voor 6 maanden te laten branden. Dit heeft onder andere te maken met de ‘reis’ van de ontlading naar de grond die zeer inefficiënt is.
  • Ook de opslag van deze energie is door de zeer korte ontlading erg onpraktisch.
  • De bliksem slaat niet consequent in en is bovendien erg moeilijk te voorspellen. Dit maakt het moeilijk om er op te anticiperen.
  • Bliksems zijn zo sterk dat het veel schade toe kan brengen. De apparatuur zou erg robuust moeten zijn waardoor de kosten enorm hoog worden. Bovendien is de bliksem gevaarlijk wat werken met bliksem een onaantrekkelijke gelegenheid maakt.
  • Daarnaast zou de energie uit bliksems over een groot gebied afgevangen moeten worden, wat de kosten ook onpraktisch hoog maakt.

De conclusie van NASA luidt dan ook dat gezien deze wetenschappelijke, technische, economische en juridische problemen, het afvangen van energie uit bliksems niet praktisch is.

Lange termijn

Maar de ‘problemen’ die NASA noemt, zijn voor het grootste deel praktisch. En praktische problemen vragen om een oplossing. Ik bedoel: er worden miljoenen (miljarden?) gepompt in offshore energiewinning, er worden oorlogen gevoerd om olie, en ook onderzoek naar zonne- en windenergie wordt gesubsidieerd. Zou het dan over een aantal jaren niet het geval zijn dat de problemen die NASA noemt zijn afgenomen of niet meer van toepassing zijn? Zullen we ooit met drones door statisch geladen wolken kunnen vliegen om zelf ontladingen in deze wolken op te wekken en met een vliegtuig vol energie terug te keren op de begane grond, in plaats van de veel inefficiëntere  en onvoorspelbare manier van energietransport zoals een blikseminslag op de grond? Trouwens, waar zou er überhaupt een ontlading in de vorm van een bliksem moeten plaats vinden? Ik weet te weinig van dit onderwerp af om een voorspelling te kunnen geven, maar ik ben optimistisch over de lange termijn van deze vorm van energiewinning.

Ook nu nog zijn bliksemontladingen door raadsels omgeven. Waar komen de gammastraling en neutronen vandaan? Bron: Wikipedia

Onverklaarbare bliksemneutronen waargenomen

In 1985, nog in de tijd van de Sovjetunie, werd in Rusland ontdekt dat neutronendetectoren veel actiever worden als het onweert. Klaarblijkelijk komen er neutronen vrij bij onweer. Neutronen zijn instabiele deeltjes die vrijkomen bij kernreacties. Welke kernreacties vinden plaats in onweersbuien? Nieuwe waarnemingen zetten de gevestigde verklaring op losse schroeven.

Kernreacties tijdens onweersbui?
Al dertig jaar bestaat er wetenschappelijke onzekerheid over de raadselachtige neutronanomalie. In 1985 stelden Sovjetfysici vast dat elke keer dat een onweersbui over hun neutronendetector heentrok, ze een grotere neutronenflux waarnamen. Helaas waren hun instrumenten niet geschikt om de richting waar de neutronen vandaan kwamen te ontdekken, waadoor ze niet veel verder kwamen dan het verband vaststellen.

Ook nu nog zijn bliksemontladingen door raadsels omgeven. Waar komen de gammastraling en neutronen vandaan? Bron: Wikipedia
Ook nu nog zijn bliksemontladingen door raadsels omgeven. Waar komen de gammastraling en neutronen vandaan? Bron: Wikipedia

Muonen of kernreactie
Sinds dat jaar hebben wetenschappers diverse verklaringen geopperd voor de waargenomen neutronenstroom. Zo zou het volgens sommigen kunnen zijn dat de extreem sterk elektromagnetische velden die ontstaan tijdens een blinksemontlading – we praten dan over een stroomsterkte van tientallen miljoenen ampères – de zogeheten muonen van kosmische straling afbuigen. Muonen zijn instabiele, zwaardere ‘neefjes’ van elektronen, die uiteenvallen in -soms- neutronen.

Een tweede, veel interessantere verklaring is dat er kernreacties plaatsvinden tijdens bliksemontladingen. Eén van de allereerste ontwerpen voor een kernfusiereactor, de Farnsworth fusor, maakt inderdaad gebruik van een extreem hoge spanning om met behulp hiervan deuteriumkernen (deuterium is zwaar waterstof, waterstof met niet alleen een proton maar ook een neutron in de kern) op elkaar te schieten. Hierbij komen neutronen vrij.

Ook in een bliksemschicht is sprake van extreem hoge spanningen, waardoor elektronen tot een zeer hoge energie worden versneld. Hierbij komt gammastraling vrij. Deze gammastraling zou dan atoomkernen treffen en hieruit neutronen vrijmaken, aldus de tweede theorie.

Nauwkeuriger meting door meer detectoren
Nieuwe metingen laten echter zien dat de data niet kloppen met beide theorieën [1].  De Russen die de oorspronkelijek waarnemingen deden hebben nu een totaal nieuw experiment ontworpenn dat vergeleken met hun vorige resultaten veel nauwkeuriger is. Ze installeerden drie neutronendetectoren die gevoelig zijn voor lage-energie neutronen: één boven de grond, één gedeeltelijk afgeschermd in een gebouw en één ondergronds, met zwaardere afscherming.  Naast de ondergrondse detector bevond zich een traditionele neutronendetector die gevoelig is voor neutronen met hoge energie. De laatste verbetering was het rechtstreeks meten van de elektrische activiteit van overtrekkende onweersbuien met een aantal verschillende instrumenten, waardoor er een nauwkeuriger verband kan worden vastgesteld tussen de neutronenmetingen en de elektrische activiteit van de overtrekkende stormen.

De onderzoekers installeerden de vier verschillende detectoren om uit te sluiten dat kosmische straling verantwoordelijk was. Kosmische straling genereert muonen, die botsen met deeltjes vlak bij de detector, waarbij hoge-energie neutronen ontstaan. Neutronen ontstaan door bliksem, kunnen alleen de energie hebben die door de kernreactie mee wordt gegeven, waarna het neutron door vele botsingen met luchtmoleculen veel energie verliest tot het in de detector wordt geregistreerd (dus langzamer beweegt).

Kosmische straling uitgesloten
Uit de metingen blijkt dat er in alle drie lage-energie detectoren duidelijke pieken optreden op het moment dat de elektrische ontladingen in de storm plaatsvinden. Helaas meten de neutronendetectoren met een interval van één minuut, waardoor het neutronen-vormingsproces zelf niet in detail te bestuderen is. De afscherming bleek het verwachte effect te hebben, wat aantoont dat de neutronen niet in de detectoren zelf gevormd worden. In de hoge-energie neutronendetector werden minder neutronen waargenomen, maar dit was verwacht, omdat dit type detector een (zwakke) gevoeligheid voor lage-energie neutronen heeft. Kortom: de muonverklaring blijkt onjuist te zijn: kosmische straling is niet verantwoordelijk voor de neutronenpiek. De neutronen moeten dus op de een of andere manier gevormd worden tijdens de bliksemontlading. Maar hoe?

Neutronflux veel te hoog
De nieuwe detectors stelden de onderzoekers ook in staat, vast te stellen hoeveel neutronen precies vrijkwamen bij de bliksemontlading. In vorige experimenten werd aangenomen dat er gemiddeld maar één neutron per detectiegebeurtenis vrijkwam.  Dat bleek een enorme onderschatting. Uit nieuwe metingen blijkt dat per seconde maar liefst 5000 neutronen per kubieke meter worden geproduceerd. Enkele ordes van grootte meer dan door gammastraling met de bekende sterkte kan worden geproduceerd. Wat voor geheimzinnig proces zou er tijdens onweersbuien plaatsvinden?

Bronnen
1. A. V. Gurevich et al., Strong Flux of Low-Energy Neutrons Produced by Thunderstorms, Physical Review Letters, 2012