conflictbeheersing

Conflictbeheersing zonder schade

De wereld wordt voor een groot deel bepaald door conflicten. Willen we een vreedzamer en menslievender wereld, dan is het belangrijk om te kijken naar methodes om conflicten te beheersen. Waardoor ontstaan conflicten en wat kan je doen om te voorkomen dat conflicten ontstaan of uit de hand lopen?

Conflicten: waarom?
De wereld staat bol van conflicten; tegengestelde belangen. De menselijke opdracht is deze in goede banen te leiden met al onze verstand, wil en gevoel.
Van klein tot groot en op alle niveau`s bestaan conflicten, die allerlei vormen kunnen aannemen. Zo is onze samenleving zich wat aan het herstellen van de golf van gezinsdrama`s, zinloos geweld en geweld tegen hulpverleners.
Hierbij spelen verschillende aspecten een rol. De bron van conflicten is persoonlijk, die bijv. biologische, sociaal vaardige, politieke of economische achtergronden kan hebben.
Een biologische oorzaak is de koppigheid bij de peuter of bij het verzet van de puber. Van groot belang is dat het kind weet dat desondanks de band met de ouders/opvoeders in stand blijft.
Een puber heeft de behoefte aan kennen en kunnen, aan eigen inbreng en sociale waardering. Hij is bezig met autonomieontwikkeling en kan bij conflicten agressie het beste ombuigen door te sporten.

Sociale vaardigheden en conflictbeheersing
Een ander aspect van het kunnen omgaan met conflicten is sociale vaardigheden.
Preventieve, zoals het kunnen aangeven van grenzen, van duidelijke normen en waarden, kunnen reguleren van emoties (zelfbeheersing), onderhandelingsstrategieën en het kunnen hanteren van omgangsregels. Veel mensen leggen de nadruk meer op taaknormen dan op de omgangsnormen.
Communicatie maakt een belangrijk deel uit van sociale vaardigheden, zoals verschillende gesprekstechnieken. Het correctie- en conflicthanteringsgesprek wordt vaak gebruikt bij arbeidsconflicten met sociale en juridische aspecten, ook voor de werknemer.
Daarnaast kan humor en paradoxale benadering ook helpen.
De basis van een goede communicatie is assertief. Bij subassertief of agressief reageren is er een kiem voor conflicten gelegd.

Tegengestelde belangen
Ook tegengestelde belangen dragen een kiem voor conflicten, zoals:

Zouden kinderen niet op school kunnen leren om conflicten op een volwassen manier op te lossen?

  • Het innerlijk conflict: als je een crisis hebt in een levenssituatie, die moeilijk hanteerbaar is. Voor het werken aan deze crisis is bijv. een op counseling ervaringen gebaseerd boekje van Julian Sleigh, genaamd “keerpunten”, die je in een paar fases door de crisis heen helpt. Naast een crisis kan schizofrenie een bron van innerlijke conflicten zijn, of irrationeel denken.
  • Het behoeftenconflict: het gedrag van de ander botst met jou behoeften. Gebruik het overleg-model.
  • Het waardenconflict: het gedrag van de ander botst met jouw waarden en normen. In dit geval is begrip het doel van overleg, en kan de aandacht het beste gaan van verschillende meningen en opvattingen, naar concreet gedrag en en goede afspraken. Politieke conflicten zijn per definitie waardenconflicten; de partijen huldigen verschillende opvattingen over de inrichting van de maatschappij.
  • Een bijzonder waardenconflict is het ideologisch conflict, omdat daarin verschillende waardenstelsels tegenover elkaar staan. In zulke conflicten gaat het echter niet alleen om waarden, maar ook om macht.
  • Het schaarsteconflict: onenigheid over de verdeling van schaarse middelen als geld, ruimte of tijd. Gebruik het onderhandel-model met als doel een compromis, pas time-management toe.
  • Het sociaal-emotionele conflict: onenigheid over gedrag en houding in persoonlijke relaties. Emotioneel omdat het gaat over elkaars eigenschappen en hoe je met elkaar omgaat. Om elkaars persoon te sparen praat je in de “ik” of in de “we” vorm, met als doel begrip te vormen.
  • Het instrumentele- of taakconflict: onenigheid over taakverdeling, coördinatie, en het inrichten en afstemmen van werkzaamheden.  Gebruik hier het overleg-model met als doel een oplossing.
  • Het machtsconflict: gaan over posities en de vraag wie het hier voor het zeggen heeft. Horizontaal spelen vaak territorium- en competentiekwesties, verticaal is er de spanning tussen autonomie en controle.
  • Regel bij dit conflict de onderlinge afhankelijkheden, structuuringrepen of procedureafspraken. (bijv. inspraak.) Hierbij wordt het conflict omgebogen naar een productieve spanning.

Behoefte aan macht ontstaat door conflict
Bij verharding van het conflict is macht geen middel meer maar een doel op zich, door de volgende factoren:

  • de partijen zij van mening dat zij in hun recht staan;
  • de partijen zijn van mening, dat de ander moet toegeven of een voorstel moet doen;
  • de partijen hebben zich in een vroeg stadium vastgelegd op een standpunt, dat ze openbaar hebben gemaakt, aardoor het moeilijk is toe te geven;
  • de partijen hebben einig gemeenschappelijk; ze zien vooral de verschillen en niet de overeenkomsten met elkaar;
  • de partijen zijn van mening dat het voor hen om een zeer belangrijke zaak gaat, soms een zaak van overleven, een zaak van nationale veiligheid, nationaal belang, de identiteit van de groep, e.d.;
  • er is weinig contact tussen de partijen;
  • er zijn weinig of geen procedures of instellingen die de partijen tot elkaar kunnen brengen of die regelingen tot stand kunnen brengen;
  • er is geen door beide partijen erkend gezag, of er is geen derde partij die het conflict kan of wil beëindigen.

Oplossen van conflicten: het klacht-belang-eis model
Preventieve sociale vaardigheden en communicatieve vaardigheden schieten hier vaak tekort, door combinatie van conflictstijlen. Bij een impasse, crisis of escalatie wordt wel een wijziging van het voorstel gebracht, of een uitstel van bespreking. Het eerste volgens de “klacht-belang-eis” manier:

Stel dat partij A mag beginnen, dan wordt A uitgenodigd zijn minst belangrijke klacht en het effect hiervan op zijn leven (het belang) te uiten. Zijn verhaal moet uitmonden in een specifieke eis.
Een vrouw brengt bijv. als klacht naar voren dat zij de auto steeds voor reparatie naar de garage moet brengen; dat ze het vervelend vindt te moeten onderhandelen over zaken waar ze geen veratand van heeft, en haar specifieke eis is dat de man voortaan de auto naar de garage brengt.

Samenvatting. Het woord is nu aan B. Hij wordt, voordat hij zijn visie geeft op het probleem, eerst gevraagd een samenvatting te maken van wat hij heeft gehoord (spiegelen).
Fiattering. A moet intussen goed luisteren of de samenvatting correct is. Zo ja, dan wordt deze samenvatting door A gefiatteerd.
Dan is B aan de beurt. Hij geeft zijn visie op het probleem, vertelt welke belangen voor hem op het spel staan en probeert met een tegenvoorstel te komen. “Ik werk van half negen tot vijf, ik heb geen tijd om naar de garage te gaan. Jij werkt maar halve dagen, ik vind dat jij meer gelegenheid hebt dan ik. Ik eis dus dat jij het blijft doen.”
Nu moet A weer samenvatten en B deze samenvatting goedkeuren.
Dan is A weer aan de beurt voor een reactie die weer moet uitmonden in een specifieke eis, die, als dat erin zit, rekening houdt met wat de opponent gezegd heeft. Zo gaat het verder, B parafraseert weer, formuleert weer een tegenvoorstel, dit net zolang tot er een compromis bereikt wordt.
Zijzelf, de arbiter of de mediator zorgen ervoor dat het allemaal netjes verloopt, dat ze elkaar niet in de rede vallen en zich helder uitdrukken. “Je moet meer doen in de huishouding” is te vaag en moet worden uitgewerkt. Ook moet het over één onderwerp tegelijk gaan.

Vragen
Kan men op deze manier naar elkaar toegroeien? Zouden kinderen niet op school kunnen leren om conflicten op een volwassen manier op te lossen? Kunnen wapens de wereld uit, als conflicten via dit model worden voorkomen?

In Zwitserland wonen de drie taalgroepen en twee religies vrijwel gescheiden van elkaar.

‘Gettovorming en etnische zuivering voorkomt burgeroorlog’

De geschiedenis is bezaaid met voorbeelden van etnisch en religieus geweld. Bevolkingsgroepen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen vanwege cultuurverschillen, proberen dan door middel van geweld hun wil op te leggen aan een andere groep. Een nieuwe studie naar het Zwitserse politieke systeem toont de mogelijke oplossing.

In Zwitserland wonen de drie taalgroepen en twee religies vrijwel gescheiden van elkaar.
In Zwitserland wonen de drie taalgroepen en twee religies vrijwel gescheiden van elkaar.

Waarom is Zwitserland zo vredig?
Zwitserland wordt tegenwoordig gezien als een schoolvoorbeeld van een vreedzaam land. Dat dat wel eens anders had kunnen aflopen, bewijst een onderzoeksteam. In Zwitserland wonen drie etnische groepen (Franstaligen, Duitssprekenden en Italiaans sprekenden, naast een handjevol Rhetoromaans sprekende Graubünders) die katholiek of protestants zijn. Kortom: een recept voor een burgeroorlog a la Joegoslavië. Toch gebeurde dat niet. De reden, volgens het onderzoek: de groepen wonen gescheiden.

De Duitssprekenden zijn de grootste groep en wonen in het noorden, centrum en oosten. De Franstaligen vestigden zich in het westen terwijl Italiaans sprekenden onder meer het zuidelijke kanton Tessin bewonen.

Katholieken wonen in het zuiden en midden terwijl de protestanten in de rest van het land wonen, zie kaartje.

Homogene kantons
In Zwitserland bestaan kantons, te vergelijken met provincies of deelstaten, zij het dat ze veel meer bevoegdheden hebben dan deze. Zo kunnen ze hun eigen inkomstenbelasting vaststellen. Na zorgvuldige studie kwam de groep er achter dat de belangrijkste reden dat de groepen zo goed met elkaar overweg kunnen is, dat ze zo ver van elkaar leven.

Elk kanton bestaat maar uit één soort mensen en bestuurt in feite zichzelf. Daardoor is er erg weinig overlap. Andere gebieden worden gescheiden door meren of bergen. Daardoor komen mensen van verschillende culturen elkaar zelden tegen, behalve in de grote steden waar de wat meer intellectueel begaafden, die minder xenofoob zijn, doorgaans heentrekken, en is het doorgaans pais en vree. Hierop is één uitzondering. In een klein gebiedje ter noorden van Bern brak geweld uit in de zeventiger jaren. Dit probleem werd opgelost door de kantons in het gebied te herindelen.

Kleine kleuters uit elkaar zetten
Het probleem met de studie is dat er weinig rekening wordt gehouden met de geschiedenis van het land, maar misschien is dat wel terecht. Sinds de Duitsers en Polen (of de Duitsers en Tsjechen) na de ethnic cleansing na de tweede wereldoorlog niet meer door elkaar wonen, ergeren ze zich niet meer aan elkaar en gaat het een stuk beter. Het meeste bloedvergieten vond plaats in de etnisch diverse Joegoslavische deelstaat Bosnië-Hercegovina. Slovenië, etnisch vrijwel geheel Sloveens, werd snel onafhankelijk. Kortom: als mensen zich als kleuters gedragen, kan je ze het beste uit elkaar halen.

Hier in Nederland vonden we een betere oplossing. We besloten dat we het helemaal gehad hadden met godsdienst en godsdienstige verschillen, waardoor de eeuwenlange twisten tussen katholieken en protestanten nu iets onzaliger nagedachtenis zijn. Dat zouden meer mensen moeten doen. In het Midden Oosten bijvoorbeeld.

Bron:
Alex Rutherford et al., Good Fences: The Importance of Setting Boundaries for Peaceful Coexistence, arXiv (2011)