DARPA

Artist impression van een stad anno 2045

De wereld in 2045, volgens het Amerikaanse leger

Volgens DARPA, de onderzoekspoot van het Amerikaanse leger, ziet 2045 er (in hun ogen) radicaal anders uit dan nu.

Persoonlijk denk ik dat DARPA, en mogelijk zelfs Kurzweil, nog te conservatief is. De vooruitgang in AI is nu zo snel, dat het een technische revolutie op steroïden gaat worden. Er zijn nu prototypen van computers die door het stapelen van chips 1000 maal zo snel kunnen rekenen als de computers van nu.

Artist impression van een stad anno 2045
Artist impression van een stad anno 2045

Dit zou de Wet van Moore nog overtreffen. Geen verdubbeling elke twee jaar, maar nog veel sneller dus. Ook zijn er nu algoritmes ontwikkeld, waarmee computers de mens op dingen als gezichtsherkenning en taalherkenning overtreffen. Hiermee kunnen nu onkraakbare problemen veel sneller op worden gelost dan DARPA voorziet.

Voor een fractie van het filmbudget probeert Darpa nu Avatar werkelijkheid te laten worden met robots.

Pentagon werkt aan humanoïde robotsoldaat

Geen dolgedraaide veteranen meer met een Vietnamsyndroom of in een rolstoel op Occupy betogingen. Welke generaal droomt niet van een oorlog waarbij aan zijn kant geen mensenlevens te betreuren zijn? DARPA, de onderzoekspoot van het Amerikaanse ministerie van Defensie, werkt nu aan een op afstand bedienbare humanoïde infanteriesoldaat. Maar zou het daarbij blijven?

Voor een fractie van het filmbudget probeert Darpa nu Avatar werkelijkheid te laten worden met robots.
Voor een fractie van het filmbudget probeert Darpa nu Avatar werkelijkheid te laten worden met robots.

Avatar wordt realiteit
In het -zwaar gekortwiekte- defensiebudget voor 2012 is 7 miljoen dollar (5,4 miljoen euro) vrijgemaakt voor een project met de codenaam Avatar. Het uiteindelijke doel van het project komt opmerkelijk dicht in de buurt van het plot van de gelijknamige, heel wat kostbaarder Hollywood-kaskraker. Volgens DARPA is het doel van project Avatar: “het ontwikkelen van interfaces en algoritmes om een soldaat in staat te stellen effectief partner te worden met een semi-automatische tweebenige machine en deze in te zetten als surrogaat voor de soldaat.”

Deze robots moeten slim en wendbaar genoeg zijn om het slagveld te overleven, aldus Darpa. Dit betekent “het terrein inspecteren op bedreigingen, op wacht staan en het verklegen van gewonden in het gevecht.” Dit alles op instructie van hun menselijke partner.

Logische opvolger robothond en fysieke nabootsing menselijk lichaam
Dit is minder vreemd dan het lijkt. Dit project is namelijk de logische vervolgstap in de robotresearch van Darpa. Zo is in opdracht van de onderzoeksorganisatie al Petman,  een hoofdloze humanoïde robot ontwikkeld die de lichamelijke eigenschappen (lichaamsbouw) van een menselijke soldaat nabootst en AlphaDog, een robotisch lastdier, bedoeld om tijdens gevechten zware goederen te verslepen. Een video van AlphaDog in actie hieronder.

Darpa wil dat Alphadog zich meer als een hond gedraagt, waaronder het achterna lopen van hun menselijke meester en het reageren op gesproken bevelen. Het lijkt er echter op dat het hier niet bij blijft. Onderdeel van het Avatar-project is namelijk “essentiële vorderingen in telepresence en besturing van veraf van een grond-gebaseerd systeem”.

Darpa geeft niet aan hoe ze dit willen bereiken, maar Darpa heeft al eerder succesvol onderzoek gesponsord naar robots die door middel van gedachten worden bestuurd. Toegegeven, het ging hier om de gedachten van apen, maar het is goed denkbaar dat op een dag een robotsoldaat in bijvoorbeeld Afghanistan echt met gedachtenkracht wordt bestuurd en de arm van de robot bewegen als ze hun eigen arm willen bewegen.

Laten we hopen dat Darpa zich alleen laat inspireren door goedaardige science fiction films en niet bijvoorbeeld een robot gaat ontwikkelen die zich in de kleine hersenen van vijandelijke soldaten ingraaft om hun lichaam over te nemen.

DARPA wil kunstmatige levensvormen ontwikkelen. Wat is het Amerikaanse ministerie van Defensie van plan?

Pentagon wil kunstmatige levensvormen scheppen

DARPA, de onderzoekspoot van het Pentagon, wil onderzoek doen naar synthetisch leven. Bacteriën moeten straks als het aan DARPA ligt, geavanceerde trucs kunnen uithalen. Krijgen we straks militaire Frankensteinbacteriën die hun tanden in metaal, kunststof en kleding zetten, of blijkt het allemaal onschuldig Amerikaans concurrentievoordeel?

Op de Vijfde Internationale Bijeenkomst voor Synthetische Biologie aan de universiteit Stanford, kondigde een vertegenwoordiger van DARPA een nieuw onderzoeksprogramma aan, Living Foundries. Dit programma zal investeren in synthetische biologie en dit ontwikkelen. Het doel, aldus DARPA’s programmamanager Alicia Jackson, is om zo materiaalkunde te revolutionariseren. De bedoeling is zo nieuwe materialen te ontdekken en te vervaardigen die op dit moment technisch onmogelijk zijn, wat moet leiden tot bijvoorbeeld efficiëntere zonnepanelen en elektronica. Om dit doel te bereiken, wil DARPA “op grote schaal”  de synthetische biologie in duiken. Het doel is om nieuwe productietechnieken te te vestigen in de Verenigde Staten, wat uiteraard een enorm strategisch voordeel voor de VS zou opleveren.

DARPA wil kunstmatige levensvormen ontwikkelen. Wat is het Amerikaanse ministerie van Defensie van plan?
DARPA wil kunstmatige levensvormen ontwikkelen. Wat is het Amerikaanse ministerie van Defensie van plan?

Synthetisch biologen proberen systematisch cellen zo te herontwerpen dat ze veranderen in miniatuurfabriekjes (zoals biobrandstof) of andere gewenste eigenschappen krijgen.  Mensen in het veld hebben woeste plannen voor microben  die kankercellen vernietigen of de gevolgen van het broeikaseffect tegengaan. Of om biobrandstof te maken van overtollige biomassa. Synthetisch biologen hebben grote vorderingen gemaakt; in 2010, bijvoorbeeld, kondigden biologen van Craig Venter’s lab aan dat ze er in zijn geslaagd een geheel synthetische hebben gecreëerd. Dit deden ze door een genoom met behulp van een computer te bewerken, het met behulp van een DNA sequencer in DNA om te zetten en over te zetten naar een cel van een andere soort. Helaas kost het nog steeds veel tijd om experimenten in gang te zetten. Dit is een grote rem op de creativiteit den praktische resultaten van dit soort onderzoek komen er maar mondjesmaat.   De cellen zijn in staat micro-organismen uit suiker allerlei producten te laten vervaardigen, denk aan medicijnen, chemicaliën, een brandstof. In de praktijk zijn de opbrengsten echter laag en kunnen synthetisch biologen maar een zeer beperkte groep chemicaliën als uitgangsmateriaal gebruiken. Ook kunnen de onderzoekers niet maken wat ze willen: alleen dingen die hetzij van nature voorkomen, hetzij hier direct van afgeleid zijn.

Bacteriën kunnen echter niet andere materialen dan suiker, cellulose en agar gebruiken of halfgeleiders vervaardigen. Als het mogelijk wordt kunstmatige cellen te maken, zou je in principe totaal nieuwe materialen, denk aan zand, metaal of plastic, als uitgangsmateriaal kunnen gebruiken en ingewikkelde stoffen kunnen fabriceren. DARPA wil  een veel groter deel van het periodieke systeem, denk aan exotische atoomsoorten als germanium of selenium, binnen bereik brengen. Zo zouden bacteriën elektronica of halfgeleiders kunnen produceren. DARPA ziet zichzelf naar eigen zeggen als de geest in de fles die het onmogelijke onvermijdelijk maakt.

Boude claims, maar ditzelfde DARPA heeft de TCP/IP protocollen ontwikkeld die de ruggengraat vormen van het moderne internet. Sorry, Al Gore. Verdere details worden niet door DARPA bekend gemaakt.

Militair onderzoek is in tegenstelling tot academisch onderzoek niet openbaar. Dat betekent dat de Amerikaanse overheid zo kennis kan ontwikkelen die alleen een selecte groep Amerikaanse bedrijven kan inzetten. Vermoedelijk wil de Amerikaanse overheid op deze manier de Chinese en Europese concurrentie de loef afsteken en een leidende mogendheid op het gebied van materiaalfabricage blijven.  Waarom past de Nederlandse overheid niet dezelfde truc toe? Defensieonderzoek is immers niet gebonden aan internationale verdragen.

Bron:
MIT Technology Review