De cheetah loopt ieder prooidier er uit. Toch staat de katachtige er beroerd voor. Bron: Wikipedia

Superefficiënt maar totaal niet effectief

Waarom gaan efficiënte bedrijven toch vaak failliet? Het antwoord: het streven naar efficiency, erg in de mode in periodes van bezuinigingen, verandert organisaties en bedrijven in dodo’s. De beste manier om een bedrijf snel failliet te laten gaan is koste wat kost een hoge efficiëntie te willen bereiken. Hoe moet het dan wel?

Efficiency: erg populair onder managers
Managers proberen het bedrijfsproces waarover ze het beheer voeren, doorgaans zo efficiënt mogelijk te regelen. De filosofie die ze hierbij volgen is: tegen zo laag mogelijke kosten proberen zoveel mogelijk output te produceren. Er bestaan uitgebreide managementstheorieën over hoe de efficiency in een bedrijf of afdeling gemaximaliseerd kan worden. Niet verwonderlijk worden deze enthousiast omhelsd door scharen managers. Immers, efficiency bevorderen levert duidelijke targets op en welke bovengeplaatste manager is niet blij als zijn ondergeschikte indrukwekkende cijfers met efficiencyverbeteringen kan overleggen?

Gevolgen toch vaak rampzalig
Toch zien we in de praktijk dat streven naar efficiency het bedrijf vaak meer kost dan het oplevert. Hoe komt dat? Op het eerste gezicht verwacht je dat niet. Immers, efficiencyverbetering lijkt een win-win situatie. Waar eerst veel hulpbronnen, zoals arbeidstijd, kapitaal en energie worden verspild, zorgt het nieuwe, efficiënte bedrijfsproces voor een steile verbetering in de winstmarge en dus in de bonus van de manager. Hoe kan een ergelijek gunstige ontwikkeling ontaarden in een ramp? Een verkenning van de gevolgen.

De cheetah loopt ieder prooidier er uit. Toch staat de katachtige er beroerd voor. Bron: Wikipedia
De cheetah loopt ieder prooidier er uit. Toch staat de katachtige er beroerd voor. Bron: Wikipedia

Denkfout 1: doelen altijd star
Veel managers gaan er bij hun mooie plannen van uit dat het doel van hun bedrijfsonderdeel altijd hetzelfde blijft. Die ontwerpafdeling eruit gooien en de techniek goedkoper uit China of de VS inkopen lijkt dan een heel goocheme beslissing. Topmanager Cor Boonstra van Philips deed precies dit. De aandeelhouders vonden het prachtig, want de winst schoot omhoog.
Philips kampt nu nog met de gevolgen. Het bedrijf wordt links en rechts ingehaald door concurrenten waar wel lange-termijnvisie bleek te bestaan en die wel in eigen huis in staat zijn technieken te ontwikkelen. Het enige onderdeel van het bedrijf dat het in staat stelde te maneouvreren en op de toekomst in te spelen, verdween.

Denkfout 2: het geheel is de som der delen
Als elke afdeling superefficiënt werkt, zo luidt de theorie van veel topmanagers, komt het helemaal goed met het bedrijf als geheel. Deze theorie blijkt, wel, weinig aansluiting te hebben op de praktijk. In de praktijk zien we dat superefficiënte afdelingen zich erg autistisch gaan gedragen en proberen lastige gevallen op andere afdelingen af te schuiven. Door het ontstane gekrakeel gaat veel tijd en energie verloren. De klant of andere externe actor haakt dan vaak af.

Denkfout 3: de efficiëntste specialist wint
Het jachtluipaard of cheetah (Acinonyx jubatus) is het snelste landzoogdier ter wereld. Het katachtige roofdier kan een verbazingwekkende 112 tot 120 kilometer per uur bereiken, waarvan de eerste 100 km/uur in slechts drie seconden. Het dier is in staat elk prooidier, zelfs de snelle Thomson gazelle, in te halen en te vangen. Het gaat echter niet goed met de cheetah. De reden: het dier moet zijn territorium delen met grote, sterke roofdieren als leeuwen en hyena’s. Deze kunnen niet erg hard rennen, maar wel met gemak de prooi afpakken van de tengere, op snelheid geoptimaliseerde cheetah. Of het dier zelf oppeuzelen. Geen wonder dat de populatie van de cheetah kwijnt.