Voor het eerst is aangetoond dat baby’s besmet raken met hiv doordat ze tijdens de bevalling bloed of slijm van de moeder inslikken. De hiv-gevoelige cellen bij baby’s zitten niet in het bloed, zoals werd verondersteld, maar alleen in het darmslijmvlies. Dit blijkt uit een onderzoek van het AMC waarvan de resultaten afgelopen maand zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Blood.
Volgens onderzoeksleider Madeleine Bunders van het Emma Kinderziekenhuis AMC is dit een fundamenteel nieuw inzicht: ‘Er werd aanvankelijk vermoed dat bloed met hiv van de moeder via de placenta in het bloed van de baby terechtkwam en zo het kind besmette. Nu we weten dat de gevoelige cellen voor hiv alleen in de darm zitten, kunnen we met een gerichte therapie hiv-infectie in kinderen voorkomen.’
Momenteel krijgen zwangere vrouwen met hiv tijdens de laatste zes maanden van de zwangerschap een cocktail van hiv-remmers voorgeschreven. Dit verlaagt de kans dat een hiv-positieve moeder een besmet kind krijgt, maar aan deze behandeling kleeft een groot aantal nadelen. Zo kan de blootstelling aan deze medicijnen problemen bij het kind opleveren, zoals verzwakking van het imuunsysteem, neurologische schade en psychologische problemen op jonge leeftijd.
De onderzoeksgroep van het AMC test nu medicijnen die een gerichte bescherming tegen hiv bieden voor de 1.6 miljoen kinderen die jaarlijks wereldwijd worden geboren uit hiv-besmette moeders. Nu de onderzoekers erin geslaagd zijn bloot te leggen hoe een moeder met hiv haar kind besmet, kunnen medicijnen worden ontwikkeld die geen bijwerkingen hebben voor de rest van het lichaam van het kind. Bunders verwacht dat over een jaar of twee de behandeling voor zwangere vrouwen met hiv verbeterd zal zijn.
Eindelijk hebben onderzoekers een werkende methode om waarschijnlijk het meest doortrapte virus dat we kennen, HIV, schaakmat te zetten. Klinische proeven met een HIV vaccin beginnen over een tot twee jaar.
HIV, een duivels doortrapt virus
HIV, het virus dat volgens vrijwel alle wetenschappers AIDS veroorzaakt, kent een bijzonder doortrapte strategie. HIV valt juist de T-helpercellen (immuuncellen) zelf aan, waardoor het lichaam niet meer in staat is het HIV (en alle andere infecties) te bevechten. Vooral bij patiënten in een gevorderd stadium, waarbij het immuunsysteem vrijwel plat ligt en zich daardoor AIDS ontwikkelt, zijn alle strategieën om door middel van het immuunsysteem HIV uit te schakelen daarmee kansloos. Ook omdat HIV razendsnel muteert. In een enkele HIV-patiënt is meer genetische variatie aanwezig dan in een complete grieppandemie.
Spier verandert in immuunsysteem
Tenzij je andere lichaamscellen, die door HIV ongemoeid worden gelaten, kunt omturnen tot ‘dienstplichtigen’ in de voortdurende veldslag om te overleven, die in ons lichaam plaatsvindt. Deze als science fiction klinkende mogelijkheid is nu werkelijkheid geworden, dankzij een zeer indrukwekkende prestatie van onderzoeker David Baltimore van het California Institute of Technology in Pasadena, California, en enkele collega’s. Hun benadering – een combinatie van vaccin en gentherapie – komt er op neer dat spieren veranderen in fabrieken die enorme hoeveelheden anti-HIV antilichamen uitscheiden. Deze binden zich aan het HIV, waardoor het virus wordt uitgeschakeld.
Virus dwingt cel anti-HIV antilichamen te produceren
Hun strategie: ze voorzagen een bestaand, onschuldig verkoudheidsachtig virus, adeno-associated virus (AAV), van genen die, vertaald in eiwit, zo krachtige HIV antilichamen opleveren. Zoals bekend verandert een virus een cel in een virusfabriek, die aan de lopende band virusdeeltjes produceert. De cel ging als een razende de virusgenen vertalen in eiwit – en liet de cel zo grote hoeveelheden antilichamen produceren. In een experiment spoten ze dit virus in de beenspier van muizen. Het werkte erg goed: muizen werden gedurende hun hele (korte) leven niet ziek van zelfs honderd maal de dosis HIV die zeven op de acht muizen besmet[1].
Deze muizen droegen menselijke genen en weefsels (humanized mice). Om die reden achten de onderzoekers de kans groot dat deze strategie ook bij mensen werkt. Zeker weten doen we dat uiteraard pas als er ook wordt geëxperimenteerd op mensen.
Baltimore denkt dat een dergelijke proef in 2012 of 2013 plaats kan vinden. Zodra ze over voldoende klinisch toepasbaar virus en toestemming van de Amerikaanse medische waakhond beschikken, willen ze beginnen met de proef. [2]
Er zijn overigens meer kapers op de kust. Een ander team gebruikte al in 2009 ongeveer dezelfde techniek om makaken, een apensoort, te beschermen tegen SIV, de ‘apen-HIV’. Ook dit team, geleid door Philip Johnson van het Children’s Hospital van Philadelphia, de staatshoofdstad van Pennsylvania, werkt met AAV en begint nu op korte termijn met proeven op mensen. Goed nieuws dus voor de miljoenen, ook toekomstige, HIV slachtoffers, waaronder veel pasgeboren babies.
Antilichamen van HIV-patiënten raken HIV in de achilleshiel
De antilichamen die in de proef van Baltimore zijn gebruikt, broadly neutralising antibodies[3], pg. 2, zijn voor het eerst ontdekt in HIV-patiënten in 2009. BNAb’s werken tegen negentig procent van alle HIV varianten. Dat komt omdat ze zich richten op de achilleshiel van HIV, het enige deel van HIV dat niet kan muteren: de plek waar het virus ingrijpt op de CD4 cellen. Zou het hier muteren, dan kan het virus geen cellen meer infecteren. Het goede nieuws: er worden steeds meer BNAb’s ontdekt, waardoor de ‘dekking’ ook steeds groter wordt. Door patiënten te vaccineren met een mengsel van verschillende BNAb-producerende virussen, kan een nog hoger percentage van alle HIV stammen worden uitgeschakeld.
De oplossing voor HIV als epidemie?
Zegspersonen uit de medische wereld noemen deze ontdekking veelbelovend, maar houden nog een slag om de arm.
Het beste conventionele vaccin tot nu toe verlaagt de infectiekans slechts met 31%.