hulpverlening

De zoutwaterlamp belooft Filippijnse slachtoffers van stormen licht en stroom voor smartphones te leveren.

‘Zoutwaterlamp’ werkt op alleen zout water

Aisa en Ralph Mijeno, broer en zus uit de Filippijnen, ontwikkelden een lamp die werkt op zout water. De lamp kan bij worden gevuld met zeewater en kan ook worden gebruikt om smartphones op te laden. Ideaal tijdens een ramp. Hoe werkt deze lamp?

De zoutwaterlamp belooft Filippijnse slachtoffers van stormen licht en stroom voor smartphones te leveren.
De zoutwaterlamp belooft Filippijnse slachtoffers van stormen licht en stroom voor smartphones te leveren.

De lamp is, in de woorden van broer en zus Mijeno, een elektrochemische LED-lamp die kan worden gebruikt om kleine mobiele gadgets op te laden.

Op de site van hun startup, of in interviews, is geen informatie te vinden hoe deze lamp precies werkt. Alleen dat de lamp om de acht uur bijgevuld moet worden met vers zeewater. Zeewater is chemisch in evenwicht, dus moet het aan de ‘anode’, waarnaar veelvuldig wordt verwezen, liggen.

Maak je eigen zoutwaterlamp
Vernuftige Youtube-gebruikers hebben een doe-het-zelf zoutwaterlamp ontwikkeld op basis van aluminiumfolie en koperfolie, zie video onder. Voor wie liever een uitgeschreven instructie gebruikt, of geen koperfolie heeft, is er een soortgelijke instructie van het Practical Education Network van MIT. De MIT-versie is wel omslachtiger, omdat de spanning per cel lager is en er dus meer cellen nodig zijn om het ledje te laten branden.

Vermoedelijk is een anode (negatieve pool, waar de elektronen uitkomen) van aluminium en een kathode (positieve pool die de elektronen opslokt. Elektronen zijn negatief geladen) van koper of een dergelijk halfedelmetaal ook het geheim van de wonderlamp. Dit aluminium, of een soortgelijk metaal zoals zink, gaat langzaam in oplossing en moet na enkele maanden vervangen worden. Het zeewater zelf wordt niet verbruikt, maar raakt verzadigd met aluminiumzouten. Daarom moet het na acht uur vervangen worden. Hieronder een korte video met instructies.

Bron
salt.ph

Twee medicijnen blijken samen de overlevingskans van een dodelijke dosis straling tot tachtig procent te verhogen.

Geneesmiddel tegen dodelijke straling ontdekt

Goed nieuws – voorlopig alleen voor muizen. Er is een therapie van twee veilige medicijnen ontdekt die beschermt tegen een anders dodelijke dosis straling – zelfs als het medicijn 24 uur na blootstelling wordt gegeven. Kunnen we zo een toekomstige kernramp zoals Fukushima overleven?

Stralingsdood door lekken in ingewanden
Hoge doses ioniserende straling schaden het lichaam, gedeeltelijk door snel delende cellen te beschadigen, zoals die in de ingewanden. Stralingsschade laat ‘lekken’ achter in de ingewanden, waardoor schadelijke bacteriën in de bloedbaan terecht komen. Dit heet sepsis en is levensbedreigend. Om die reden krijgen stralingsslachtoffers antibiotica.

Twee medicijnen blijken samen de overlevingskans van een dodelijke dosis straling tot tachtig procent te verhogen.
Twee medicijnen blijken samen de overlevingskans van een dodelijke dosis straling tot tachtig procent te verhogen.

Stralingsschade door verdwijnen van eiwit BPI?
Harvard-onderzoekers Eva Guinan en Ofer Levy hebben een andere behandelingsstrategie gevonden. Ze gebruiken hiervoor het eiwit BPI (Bactericidal/Permeability Increasing protein). Dit eiwit speelt een rol in de lichaamsafweer tegen schadelijke bacteriën uit de ingewanden.
Guinan en Levy bestudeerden 48 mensen die bestraald werden in voorbereiding van een beenmergtransplantatie. Na de blootstelling aan straling daalde het BPI niveau tot vrijwel nul – waarschijnlijk omdat het beenmerg beschadigd was. Zou het verdwijnen van BPI de oorzaak zijn van de stralingsproblemen?

BPI verdubbelt overlevingspercentage  tot 80%
Om dit uit te zoeken verrichtte het team proeven met muizen. Deze ontvingen een doorgaans dodelijke dosis straling. Een dag na de bestraling ontvingen sommige muizen het antibioticum fluoroquinolon en andere muizen een combinatie van fluoroquinolon en injecties met BPI. De controlegroep kreeg geen behandeling. Slechts vijf procent van de onbehandelde muizen overleefde de eerste maand. De muizen die het antibioticum kregen, de standaardbehandeling, brachten het er iets beter van af – ongeveer veertig procent leefde nog. Ronduit spectaculair was wat er gebeurde met de groep die ook BPI kreeg ingespoten. Maar liefst tachtig procent bleek na een maand nog in leven.

Medicijnen veilig
BPI is een lichaamseigen eiwit. Ook het antibioticum fluoroquinolon wordt al vele jaren gebruikt bij zieke en gezonde mensen en is veilig (voor zover een medicijn veilig kan zijn). Beide medicijnen  kunnen lang bewaard worden. Het muizenexperiment toont aan dat zelfs een dag na een ramp als Fukushima het medicijn nog werkt. Kortom: een goed idee deze twee medicijnen op voorraad te hebben voor het geval dat. Al blijft er het probleem van de langlevende isotopen jodium-131 en radioactief cesium.
Een wat meer alledaagse, maar daarmee niet minder levensreddende toepassing is de behandeling van kankerpatiënten die een bestraling hebben ondergaan.

Bron
Eva Guinan, Ofer Levy et al., Bactericidal/Permeability-Increasing Protein (rBPI21) and Fluoroquinolone Mitigate Radiation-Induced Bone Marrow Aplasia and Death, Science Translational Medicine, 2011