kosmische straling

Deze röntgenopname van de Krabnevel laat duidelijk de verborgen pulsar zien.

‘Bron raadselachtige hoogenergetische deeltjes opgehelderd’

Al eerder beschreven we raadselachtige extreem energierijke deeltjes, die astrofysici al decennia lang voor een raadsel stellen. De boosdoener is nu naar het lijkt opgehelderd. Opmerkelijk gaat het om een relatief licht object.

Deze röntgenopname van de Krabnevel laat duidelijk de verborgen pulsar zien.
Deze röntgenopname van de Krabnevel laat duidelijk de verborgen pulsar zien.

Babypulsars
Babypulsars kunnen zwermen extreem energierijke deeltjes uitzenden, wat een verklaring biedt voor de extreem krachtige kosmische straling die de aarde treft. Geladen deeltjes met een energie van meer dan 1019 electronvolts treffen onze atmosfeer van tijd tot tijd. Sinds 2008 zijn er 5000 gedetecteerd door het Auger observatorium in Argentinië. Hun bron is tot nu toe een raadsel. Sommigen denken dat pulsars – neutronensterren met een sterk magnetisch veld – verantwoordelijk zijn, maar dergelijke deeltjes zullen niet in staat zijn door de dichte nevel heen te dringen, die een geëxplodeerde ster, de voorganger van een pulsar, om zich heen heeft verspreid.

Volgens astrofysicus Ke Fang en zijn collega’s van de universiteit van Chicago blijft uit hun computermodel dat deze deeltjes kunnen ontsnappen gedurende het eerste jaar waarin de pulsar bestaat. Gedurende deze tijd draait de pulsar nog steeds snel genoeg om zijn as om deeltjes met extreem hoge energie weg te schieten. Tegelijkertijd is de nevel rond de supernova genoeg uitgedund om de deeltjes in staat te stellen te ontsnappen. Kortom: de energierijkste deeltjes kunnen afkomstig zijn van de kleinste sterren,’ aldus Fang.

IJzerkernen
Als pulsars inderdaad de bron zijn van de deeltjes, verklaart dit een raadselachtige ontdekking van Auger. In tegenstelling tot kosmische straling met lagere energie, bestaat extreem zware kosmische deeltjes uit de kernen van zware atomen, zoals ijzer. Pulsars bestaan uit zeer dicht opeengepakte neutronen. Dicht bij de oppervlakte kunnen atoomkernen nog hun identiteit behouden. IJzer en nikkel vormen de atoomkernen met de laagste energie en zijn daarom het eindproduct van kernfusie in zeer zware sterren (nog zwaardere atoomkernen, zoals koper en uranium, kosten energie om te maken, waardoor de ster ineenstort). Om die reden denken astronomen dat de buitenste lagen van neutronensterren uit ijzer bestaan. Dit verklaart ook de extreem hoge energie.

IJzerkernen bevatten 26 (positief geladen) protonen, plus de nodige neutronen. Om die reden krijgt door de rotatie van het magneetveld een ijzerkern 26 maal zo veel energie mee als een enkel proton.  Pulsars zijn hiermee een logische plaats om de oorsprong van de deeltjes te zoeken. Pulsars behoren ook tot de energierijkste verschijnselen in het heelal.

Wachten op supernova vlakbij
Auger detecteert kosmische straling niet direct, maar meet de “douche” aan radioactieve vervalproducten die ontstaat als een extreem energierijk kosmisch deeltje in de atmosfeer inslaat. Het is dus ook mogelijk dat door een nog onbekend proces de signalen die opgepikt zijn niet afkomstig zijn van ijzerkernen maar van andere deeltjes, die hun energie omzetten in massa, waaruit ijzerkernen ontstaan.
Pas als zich een pulsar ‘vlakbij’ vormt (op hooguit tienduizenden lichtjaren afstand, binnen ons melkwegstelsel dus) kunnen we dit rechtstreeks waarnemen.

De kosmische straling met de hoogste energie lijkt homogeen verspreid over de hemel en is, zo lijkt het, dus niet afkomstig van ons Melkwegstelsel. Ook zijn ze waarschijnlijk afgebogen door kosmische magneetvelden, wat het onmogelijk maakt iets over hun oorsprong te zeggen. Als er echter een supernova explodeert in onze Melkweg waarbij een pulsar ontstaat, zou dit dichtbij genoeg zijn om Auger in staat te stellen kosmische straling die afkomstig is van de pulsar te detecteren. Het bombardement met ijzerkernen is dan beslist niet te missen.

Lees ook
`Krabnevel krachtigste energiebron in universum`

Bron:
Ke Fang et al., Newly-born pulsars as sources of ultrahigh energy cosmic rays, Arxiv, 2012

De Zuid-Atlantische Anomalie blijkt een antimateriegordel te herbergen.

Antimateriegordel rond de aarde ontdekt

De aarde wordt voortdurend gebombardeerd door kosmische straling met een extreem hoge energie. Hierbij worden onder meer antiprotonen gevormd. Naar nu blijkt, worden antiprotonen vastgehouden door het aardmagnetisch veld. Zweeft antimaterie gewoon voor het opscheppen?

Antimateriegordel?
Als zeer energierijke kosmische deeltjes de aardse atmosfeer raken, ontstaat er een “douche” van dochterdeeltjes. Deze douches kunnen zelfs vanaf de grond worden waargenomen. Al lang geleden vermoedden astronomen dat er bij deze extreem energierijke botsingen ook antiprotonen moeten kunnen worden gevormd, zoals dat ook in aardse deeltjesversnellers gebeurt.Maar wat gebeurt er met de antiprotonen nadat ze zich hebben gevormd? Een groepje Italiaanse astronomen vermoedden daarom dat er zich een gordel van antiprotonen rond  de aarde heeft gevormd. In 2006 lanceerden ze de satelliet PAMELA om op jacht te gaan naar deze antideeltjes.

Magnetische anomalie houdt inderdaad antiprotonen vast

De Zuid-Atlantische Anomalie blijkt een antimateriegordel te herbergen.
De Zuid-Atlantische Anomalie blijkt een antimateriegordel te herbergen.

Zoals de meeste ruimtevaartuigen in LEO, een baan 200-2000 km  boven de aarde, moest PAMELA elke dag door de onder satellietbouwers zeer gevreesde Zuidatlantische Anomalie, een plek waar het aardmagnetisch veld zwak is en de stralingsrijke Van Allen gordels de aardoppervlakte het dichtste naderen. Op deze plek hebben energierijke deeltjes de neiging, te blijven hangen. Dus als er ergens antiprotonen zweven, moet dat wel in de Zuidatlantische Anomalie zijn.

Het PAMELA team heeft nu de 850 dagen van waarnemingsdata geanalyseerd en hebben alleen gekeken naar de tijd waarin de satelliet door de Zuidatlantische Anomalie bewoog, ongeveer 1,7% van de tijd.  In deze tijd ontdekte het team sporen van 28 antiprotonen. Dat is ongeveer duizend maal meer dan er van nature in galactische straling voorkomen. De deeltjes worden dus werkelijk ingevangen en geconcentreerd in de gordel. De rijkste bron van antiprotonen in de buurt van de aarde, aldus het team achter PAMELA.

Antimaterie is weliswaar extreem explosief spul, maar de ontdekking van de nieuwe gordel zal satellietbouwers niet in angst en beven achterlaten. Er is immers in de Anomalie veel minder antimaterie dan de bekende extreem energierijke protonen en elektronen, die het leeuwendeel van het stralingsrisico uitmaken. Vermoedelijk is er in de complete Anomalie veel minder dan een nanogram antimaterie aanwezig. Minder dan de energie in een paar liter brandstof.

Bronnen
The discovery of geomagnetically trapped cosmic ray antiprotons, PAMELA team, 2011

Antihelium-4 werd gevormd door een miljard goudatoomkernen op elkaar te beuken.

Antihelium geproduceerd

Als materie en antimaterie elkaar ontmoeten ontstaat er een enorme explosie. Bestaan er grote hoeveelheden antimaterie in het heelal? Als dat zo is, weten we nu hoe we dat uit kunnen vinden.

Antihelium-4 werd gevormd door een miljard goudatoomkernen op elkaar te beuken.
Antihelium-4 werd gevormd door een miljard goudatoomkernen op elkaar te beuken.

Naast materie bestaat er ook antimaterie. Voorspeld door kwantumgrootheid Paul Dirac als een ‘gat’ in de Diraczee van elektronen, was het positron, een anti-elektron, het eerste antimateriedeeltje ooit dat is ontdekt. De Diraczee wordt nu als model wat minder elegant gevonden, maar het positron bleek een blijvertje. Er volgden snel meer ontdekkingen: ook protonen en neutronen blijken antimaterie-tegenhangers te hebben. Antiprotonen en antineutronen zijn opgebouwd uit antiquarks. Er bestaan ook antineutrino’s. Het foton is zijn eigen antideeltje.

Totale vernietiging
Als materie en antimaterie elkaar ontmoeten, vernietigen ze elkaar totaal. Letterlijk alle massa wordt compleet omgezet in energie in de vorm van elektromagnetische straling. Zelfs bij kernfusie, het energierijkste proces dat we in de praktijk kennen, wordt ‘maar’ 0,7% van alle massa in energie omgezet. Als één gram materie en antimaterie in energie wordt omgezet, komt evenveel energie vrij als bij de kernexplosie in Hiroshima.

Anti-atomen
Uit antimateriedeeltjes zijn atomen te bouwen, waarin positronen met antiprotonen (en eventueel antineutronen in de kern) een atoom vormen. Het kost extreem veel energie om antimaterie te produceren. Als gevolg hiervan zijn antimateriedeeltjes extreem heet en is het zeer lastig om ze samen te laten voegen tot atomaire materie. Het is in 2010 gelukt met antiwaterstof, bestaande uit een antiproton met een positron.

Antihelium: zeer lastig te fabriceren, toch geslaagd
Antimaterie moet letterlijk vanaf de basis, kerndeeltje bij kerndeeltje, worden opgebouwd. Vooral twee geladen antiprotonen bij elkaar brengen is extreem lastig. Antihelium bestaat uit twee antiprotonen en twee antineutronen. Met “gewone” materie is dit al uiterst lastig – de reden dat kernfusie nog steeds niet als energiebron kan worden gebruikt.

Dus werd door de onderzoekers besloten domweg uiterst bruut geweld toe te passen. Helaas kost elk extra antiproton of antineutron in een antimateriekern die op deze manier wordt vervaardigd, duizend keer zoveel energie.
Een miljard goudkernen werd met bijna de lichtsnelheid (een energie van 200 miljard elektronvolt per goudkern) op elkaar gebeukt in de Relativistic Heavy Ion Collider van het Amerikaanse onderzoekslaboratorium Brookhaven. Het brute geweld had resultaat: achttien antihelium-4 kernen. Daardoor weten we dat antihelium bestaat en hoe het zich fysisch gedraagt.

Sterren van antimaterie?
Dat laatste is belangrijk. Volgens sommige (overigens niet erg populaire) theorieën bevinden zich elders in het heelal grote concentraties antimaterie. De aanwezigheid hiervan zou je kunnen vaststellen uit kosmische straling. We weten nu dat antihelium-4 bestaat en dat het een biljoen maal minder voor moet komen dan antiwaterstof, als er in dit heelal alleen materie op grote schaal voorkomt.

Bestaan er ook antimateriesterren en -planeten, dan moet deze verhouding in de kosmische straling hoger zijn, want ongeveer een kwart van alle massa in atomen is helium. Dat zou ook voor antimaterie gelden. Het bestaan van grote hoeveelheden antimaterie zou kosmologisch en natuurkundig grote consequenties hebben. Ook weten we dan in de verre toekomst waar we aan werkelijk onvoorstelbare hoeveelheden energie kunnen komen.

Bronnen
ArXiv
ArXiv Blog