Is lange-termijn denken zinnig?
Lange-termijndenkers wijzen op de gevaren van ongebreidelde groei en milieuvervuiling. Onzin, op de lange termijn zijn we allemaal dood en de toekomst is niet te voorspellen is, zeggen korte-termijn denkers. Wie heeft er gelijk?
Lange- versus kortetermijn
Zoals met zo veel dingen helpt het hier om naar de natuur te kijken. Volgens de genetische biologie bestaan biologische organismen, omdat dit de meest efficiënte manier bleek om zoveel mogelijk kopieën van hun genen in omloop te brengen. Dit is de drijvende kracht achter de evolutie. Er bestaan organismen met een korte- en langetermijnstrategie om dit doel te bereiken. Dit uit zich in de levensduur van het organisme. We kunnen dus Galapagos-schildpadden, olifanten, of de langstlevende bekende boom, de bristlecone pine, als organismen met genetisch gezien typische lange-termijnstrategie zien. Een organisme met een lange-termijn evolutionaire strategie wordt ook later geslachtsrijp. Ook krijgen ze vaak, niet altijd, weinig nakomelingen die intensief verzorgd worden. In welke omstandigheden leven ’s werelds langstlevende organismen?
Karig, maar stabiel of: grootte wordt evolutionair beloond
Wat ten eerste opvalt, is dat levende organismen in milieus leven met zeer weinig hulpbronnen. Bristlecone pines groeien in een droog, koud gebied. De Arctica islandica, een schelpdier, leeft in de koude, diepe wateren van de noordelijke Atlantische Oceaan. Deze omstandigheden betekenen dat het voor een soort onverstandig is overdreven te investeren in nakomelingen en het verstandiger is de levensduur van het succesvolle volwassen individu lang te rekken, zodat deze gedurende vele jaren, het ene gunstiger dan het andere, nakomelingschap kan verspreiden. Bij olifanten zien we dat volwassen individuen zo groot zijn, dat ze niet meer de kans lopen te worden aangevallen door roofdieren. Ook dan is het voor de genen een verstandige strategie de olifant lang in leven te houden en minder energie te verspillen aan de voortplanting.
Wanneer is korte-termijn denken een voordeel en wanneer niet?
Kortetermijnstrategieën werken vooral, als de omgeving weinig voorspelbaar is. In een rijke of volledig onvoorspelbare omgeving loont het niet de moeite, te investeren in een lange termijn strategie. Als de mate van onvoorspelbaarheid van een enkele parameter groot is, loont het weer wel de moeite. Zo bewaren Ethiopische volkeren een groot deel van hun sorghum in een graanopslagplaats. Als de sorghumoogst een keer mislukt, wat in de Sahel met zijn onregelmatige regenval geregeld voorkomt, sterft het volk niet van de honger. Lange-termijn denken is hier van levensbelang. Mengistu, de toenmalige communistisch gezinde dictator, vond dat het in het belang van Ethiopië was om deze mensen hun oogst af te pakken en te verkopen. Zo kon hij luxe goederen voor de voorhoede van het proletariaat kopen. Het gevolg: zware hongersnoden en mensonterende taferelen.
Korte termijn denken mogelijk dankzij lange termijndenkers
Als visionair ben je gewend lange termijn te denken. Misschien zelfs op kosmische schaal. Neurotypische mensen denken nu korte termijn. Dit is ook de beste strategie om in het dagelijks leven goed te boeren. Het gevolg is dat niet veel mensen nadenken over echt globale problemen. Zo is de manier waarop fossiele brandstoffen nu worden verkwist, korte termijn gedrag. Niettemin wordt fossiele energie snel schaarser. Als het korte termijn denken doorgaat, hebben we echt een probleem.
Aan de andere kant: we kunnen niet voorspellen hoe de techniek zich gaat ontwikkelen. Over het algemeen lost de technologie problemen op. Zo wordt er geen giftige tetraethyllood meer toegevoegd aan benzine, omdat er nu niet-giftige alternatieven zijn en zijn ook de hongersnoden in Azië, waar in de jaren vijftig voor werd gewaarschuwd uitgebleven. Deze problemen zijn er niet meer, omdat lange termijn denkers ze oplosten. In feite hebben korte termijndenkers dus hun leven en welvaart te danken aan die vervelende, zeurderige lange termijndenkers.