nieuwsvoorziening

Inquisiteurs bezig met de bestrijding van nepnieuws. Bron: Wellcome Trust

Hoe bestrijden we nepnieuws?

Zoals wel vaker rond verkiezingstijd, laait de Nederlandse discussie over nepnieuws weer eens hevig op. De Nederlandse Minister van Binnenlandse zaken, jonkvrouwe Kajsa Ollongren (D66), wil een “onafhankelijk” instituut oprichten dat zich bezig houdt met het tegengaan van het verspreiden van “nepnieuws”, dat volgens haar, en veel anderen, een grote bedeiging voor de democratie zou vormen. Heeft dit zin?

Wat is nepnieuws?
Beauty is in the eye of the beholder, zeft een bekend Engels spreekwoord. Zo ook, wat “echt nieuws” en wat “nepnieuws” is. In de Middeleeuwen was het beantwoorden van deze vraag gemakkelijk. Echt nieuws, dat was wat de Kerk (m.a.w. de rooms-katholieke kerk, als waarheid zag. Of, bij de zuiderburen, wat de heersende islamitische sekte als waarheid zag. De rest was nepnieuws, oftewel ketterij. De verspreiding van nepnieuws nam een grote vlucht met de uitvinding van de boekdrukkunst. Zo waren de Albigenzen, die er in  de twaalfde eeuw vergelijkbare ideeën op nahielden als Luther en andere protestanten eeuwen later, een marginaal groepje. Hun ketterse ideeën over het zelf lezen van de “heilige schrift” in plaats van de interpretatie van de kerk te volgen, konden vrij gemakkelijk met bruut geweld onderdrukt worden. Niet veel mensen hadden een bijbel, want die moest met de hand overgeschreven worden: letterlijk een monnikenwerk. Dat veranderde na de uitvinding van papier en de boekdrukkunst.  Er was toen geen houden meer aan: het informatiemonopolie van de rooms-katholieke kerk werd snel doorbroken.

Internet heeft een vergelijkbaar effect. In de goede oude tijd, toen er nog geen internet was, werd menig CPN-lid of journalist door de BVD (voorganger van de AIVD) geronseld[1]. Dat kon ook, want er was (en is) maar een handjevol kranten. Ook alle radio- en tv-stations waren op één hand te tellen. Ook nu nog werken er tientallen journalisten als AIVD-agent[2]. Met internet veranderde ook dat. Voor een journalist is het geen carrèretechnisch doodvonnis meer als er geen emplooi meer is bij kranten of tv-zenders. De bij de mainstream omstreden talkshowhost Robert Jensen, bijvoorbeeld, heeft nadat zijn TV-programma is stopgezet, een veelbekeken covid-19 beleid-kritisch Youtube-kanaal opgezet met als motto “de [mainstream] media is het virus”. Dit geldt ook voor journalisten zoals de eveneens bij de mainstream omstreden Joost Niemoller (nu actief als weblogger), of het veelbekeken, (volgens de main stream media) in wilde complottheorieën grossierende online actualiteitenprogramma Weltschmerz. Daarnaast zijn er nu duizenden bloggers, vloggers, influencers en, vanzelfsprekend, uw onvolprezen visionair.nl. Vandaar, dat er bij de overheid een grote behoefte is aan het bestrijden van deze niet onder controle te houden wildgroei.

Ministerie van Waarheid

Deze behoefte bij zowel Brusselse als Haagse regenten verklaart waarom er nu zoveel aandacht is voor nepnieuws[3]. Zo wil jonkvrouw Kajsa Ollongren nu een van de overheid losstaand (maar wel door de overheid gefinancierd) zelfstandig bestuursorgaan om zogenoemd nepnieuws aan te pakken[4]. Volgens de bewindsvrouw is er ‘geen sprake van’ een gedachtenpolitie. Ze benadrukt dat het niet de overheid zal zijn die onjuiste informatie gaat monitoren. “Die rol heeft de overheid niet.” Een onafhankelijke instantie die niet gebonden is aan een politieke partij of ministerie, moet de desinformatie opsporen en daarover berichten.”
Niet voor niets zegt een oud Nederland spreekwoord: wiens brood men eet, wiens woord men spreekt. Een gepoliticeerd zelfstandig bestuursorgaan (daar spreken we nu over, immers de vraag naar wat nepnieuws is en wat waar nieuws, is politiek geladen) is het ergste van twee werelden. Het is niet onafhankelijk en politiek niet aanspreekbaar. Het is bij uitstek een manifestatie van de “deep state”.

Inquisitie

De inquisitie, een instituut van de rooms-katholieke kerk dat afwijkingen van de rooms-katholieke leer opspoorde en bestreed, was ook een “onafhankelijke instantie die niet gebonden is aan een politieke partij of ministerie”. Dat de lokale overheid het vuile werk van de brandstapel voor haar rekening nam, was geen troost voor de brandende heksen en ketters. Overheidsorganisatie of niet: als een organisatie gemachtigd wordt door de overheid, zoals hier, is er geen functioneel verschil met een overheidsorganisatie.

Inquisiteurs bezig met de bestrijding van nepnieuws. Bron: Wellcome Trust
Inquisiteurs bezig met de bestrijding van nepnieuws. Bron: Wellcome Trust / Wikimedia Commons

Verder: ook de overheid is een belangrijke bron van misinformatie, zoals wel bleek aan het begin van de covid-19 epidemie, toen de Nederlandse overheidsorganisatie RIVM mondkapjes “niet nodig” achtte[5] en in navolging van de WHO beweerde dat asymptomatische patiënten het virus niet overdroegen[6]. Datawetenschapper Maurice de Hond leverde hier ook al harde en onderbouwde kritiek op. Dat kwam hem op een veroordeling op de sociale-media giganten wegens “nepnieuws” te staan[7]. Er zijn meer voorbeelden. Machtige belangengroepen zullen altijd autoritatieve bronnen kapen en omkopen om hun eigen nepnieuws (deze keer met het stempel “officiële waarheid”) op te leggen aan de rest.

Wat dan wel werkt? Simpel: bewaak de normen van goede journalistiek. Leer burgers hoe ze gedegen onderzoeksjournalistiek kunnen beoefenen, bijvoorbeeld via kosteloze cursussen met examen. Dit is waarschijnlijk een van de nuttigste skills om onze democratie, een democratie te houden. Onze democratie is in veiliger handen met honderdduizenden getrainde burgerjournalisten, dan met enkele honderden vaak door de AIVD gerecruteerde professionele journalisten.

Bronnen
1. De lange arm van de BVD, herinneringen aan de infiltratie – Nederlandse Communisten uit NRC, 1994
2. ‘We moeten niet zo verbaasd zijn dat de AIVD informanten werft onder journalisten’ – Trouw, 2019
3. Desinformatie en nepnieuws tegengaan – Nederlandse rijksoverheid, ongedateerd
4. Ollongren pakt “fake news” rond verkiezingen aan – BNR Nieuwsradio, 2020
5. ‘Mondkapje is geen realistische manier om coronavirus te dempen’ – AD, 2020
6. WHO trekt bewering in: ‘Wellicht toch veel coronabesmettingen door mensen zonder symptomen’ – De Morgen, 2020
7. Maurice de Hond teleurgesteld in YouTube wegens verwijderen corona-video: ‘Ik zeg hetzelfde als Duitse topviroloog!’ – Gaande.nl, 2020

Op alternatieve mediawebsites worden main stream media - voor een groot deel terecht- gezien als loopjongens van de overheid en grote bedrijven.

Wie heeft gelijk: mainstream of anti-mainstream media?

De mainstream media, in Nederland in handen van de grote concerns Telegraaf Media, Sanoma, Persgroep, RTL Media en de staat, bieden zoals bekend een nogal eenzijdige ANP-kijk op het nieuws. Geen wonder dat steeds meer mensen op zoek gaan naar alternatieve nieuwsbronnen. Wie moeten we geloven, de mainstream media of de aluhoedjes- en complotter sites, zoals de MSM-aanhangers graag alternatieve media aanduiden?

Hoe komen de mainstream media aan hun nieuws?
De opzet van mainstream media is tot stand gekomen in het industriële tijdperk en het productieproces van nieuws vormt hier ook de weerslag van. Een ervaren journalist kan rond drie- tot zevenduizend woorden per dag schrijven[1]. Hierbij komt nog de vele tijd die journalisten aan onderzoek moeten besteden. Een krant als NRC Handelsblad bevat door de week gemiddeld rond de 50.000 woorden [2]. De menselijke hulpbronnen van een kranten- of TV redactie zijn beperkt. De mainstream media lossen dat op door een abonnement op een persdienst, zoals het ANP, of door gesyndiceerd nieuws. Dat is journalistiek onderzoek, dat door meerdere kranten samen of door een samenwerkingsverband wordt geproduceerd. Je treft hetzelfde artikel daarom geregeld aan op verschillende mainstream media.

Op alternatieve mediawebsites worden main stream media - voor een groot deel terecht- gezien als loopjongens van de overheid en grote bedrijven.
Op alternatieve mediawebsites worden main stream media – voor een groot deel terecht- gezien als loopjongens van de overheid en grote bedrijven.

Lezers willen graag relevant nieuws lezen over de gehele wereld. Om feiten te checken, de sfeer te proeven en bijvoorbeeld interviews af te nemen, is iemand ter plekke essentieel. Maar helaas: internationale correspondenten zijn duur, denk al gauw aan een kleine ton per jaar.  Daarom werken deze meestal voor meerdere concurrerende kranten, TV-zenders en persdiensten tegelijk. Om die reden hebben enkele mensen een zeer sterke invloed op de Nederlandse opinievorming: een enge ontwikkeling. Wat verder ook veel gebeurt, is napraten. Er wordt dan een ander zogeheten kwaliteitsmedium als bron opgegeven (of niet, als de journalist weinig scrupules heeft). Tot de opkomst van internet waren er daarom maar weinig alternatieve media. Het kleine lezerspubliek betekende dat adverteerders maar weinig wilden betalen en ook maar weinig abonnementsgeld binnenkomt.

Main stream media zijn doorgaans in handen van miljoenenbedrijven of politieke groepen, zoals de overheid, lobbygroep of politieke partij. Uiteraard zal een krant of TV-zender zich wel drie maal bedenken voor er een artikel of TV-programma wordt uitgezonden dat een grote adverteerder tegen het zere been schopt. Journalisten zijn ook maar mensen, en de meeste mensen zijn geen grote helden.
De Nederlandse geheime dienst (toen nog BVD) screende in de “goede, oude tijd” journalisten op verdachte sympathieën.

Hoe komen internetmedia aan hun nieuws?
Met de opkomst van internet, verloren de massamedia hun monopolie op informatievoorziening. Een dode-bomenkrant oprichten en winstgevend maken kost je vele miljoenen euro’s, maar in principe kan je voor een paar tientjes al een domeinnaam met website account hosten. Dit leidde tot een explosie van alternatieve media, waaronder uw teerbeminde huisperiodiek Visionair. De hulpbronnen van een website-gebaseerde nieuwsservice kunnen zeer groot zijn, denk aan Sanoma’s nieuwssite nu.nl, of gedreven worden door een enkele hobbyist met nauwelijks tijd en alles daartussen. Grote nieuwssites zijn main stream media, uitgerold op internet. Hun businessmodel lijkt hier ook sterk op: ze beschikken over een aantal vaste medewerkers met  vaak onderbetaalde free-lance medewerkers. Omdat er heel veel kapitaal in omgaat, sturen economische belangen voor het grootste deel wat er op deze websites staat. Hierbij hoort ook, wat lezers willen lezen. In de praktijk betekent dit: de lezers naar de mond praten.

En alternatieve media?
Alternatieve media steunen doorgaans op vrijwilligers. Alleen de allergrootste alternatieve media kunnen bestaan van de bijdragen van adverteerders en/of lezers. Alternatieve media hebben meestal geen correspondentennetwerk, maar wel een sociaal netwerk en actieve lezers. In principe kan een alternatieve nieuwswebsite aan lezers in het buitenland, of in een tak van wetenschap of andere subcultuur, vragen correspondent te worden. Dit heeft als enorme voordeel dat er onafhankelijke nieuwsbronnen komen, die niet worden gestuurd door kapitaal of krachtige lobbygroepen.
Het voornaamste voordeel van alternatieve media is dat het er zo ontzettend veel zijn en de concurrentie ook groot is. Een website uit je bookmarks, feedlist of like-lijst gooien is een stuk makkelijker dan een abonnement op een dode bomenperiodiek opzeggen. Geloof me, dat laatste is een bittere ellende. Dat weten de meeste alternatieve media, dus er bestaat een stevige stok achter de deur.

Ontmaskerd: reptiel! Een van de redenen dat alternatieve media door veel mensen  niet erg serieus worden genomen.
Ontmaskerd: reptiel! Een van de redenen dat alternatieve media door veel mensen niet erg serieus worden genomen.

Zijn alternatieve media per definitie beter dan main stream media?
Aan de andere kant: ook alternatieve media hebben uiteraard hun agenda. Elk medium heeft een overheersende point of view. Deze maakt de identiteit uit van de krant of website.
Verwacht bijvoorbeeld van de conspiracywebsite  prisonplanet.com niet, dat deze website veel waardering zal tonen voor de Amerikaanse rampenbestrijdingsdienst FEMA.

Het is vaak ook zweten om een dagelijks onderwerp te vinden, of hier een lang, goed artikel over te schrijven. De reden dat veel schrijvers aan copypaste doen, geregeld zelfs van de zo verfoeide main stream media. Veel alternatieve media kopiëren van anderen (wij proberen dat hier te vermijden, maar, zal schrijver dezes opbiechten, als gebrek aan inspiratie toeslaat is het toch heerlijk makkelijk, zo’n embedded filmpje).

Als het verdienmodel van een website bestaat uit het uitventen van mystieke krachtstenen en openbaringen van de Grote Galactische Geest Glorglglub, zal deze vermoedelijk wat minder aandacht besteden aan die van de concurrerende astrale entiteit Asgaroth, tenzij uiteraard het medium dat deze Asgaroth channelt, de verblindende inzichten van Glorglglub bevestigt.

Wie hebben er nu gelijk: de main stream media of de alternatieve media?
Deze vraag is niet in zijn algemeenheid te beantwoorden. Ook bij de main stream media werken enkele integere onderzoeksjournalisten, en ook bij de alternatieve media zijn er nuchtere en kritische mensen die goed kunnen schrijven. Ik denk persoonlijk, dat er een hybride model moet komen dat de sterke kanten van beide in zich verenigt. Verandering is niet te verwachten bij de main stream media. Als de alternatieve media in staat zijn, de enorme kracht van internet door een kwaliteitsslag te halen, bijvoorbeeld door een soort online journalistieke cursus voor nieuws aanleverende vrijwilligers, zal het businessmodel van de main stream media ten onder gaan.

Bronnen
1. Aantal woorden per uur : jaloers op Brusselmans, Blog van Renzo Verver, 2005
2. Heimelijk besparen op woorden? Een fabeltje, NRC commentaar van de hoofdredacteur (2011)