Fusie partijen ramp voor linkse kiezer
Het is een bekende reflex bij kuddedieren, variërend van scholen haring tot linkse en confessionele politici: als er gevaar is, bij elkaar kruipen. Maar is een partijfusie voor links nu wel zo slim?
Kuddeinstinct slaat toe bij Groen Links
Nadat de fusiekoorts scholen en gemeenten heeft geteisterd, zijn nu de linkse partijen aan de beurt.
De visionaire ex-voorzitster Femke Halsema kent de regentencultuur bij de PvdA, de reden dat ze daar is weggegaan terdege en zag daarom een fusie niet erg zitten. De nieuwe GroenLinks fractievoorzitster Jolande Sap is naiever en waarschijnlijk beroepsgedeformeerd door haar economische opleiding. Sap heeft meteen al een liefdesverklaring aan haar collega’s van de PvdA en D’66 uit doen gaan. Beide partijen reageerden ‘welwillend’.
Drie blokken
In Nederland is er sprake van een links blok, een christelijk blok en een rechts blok, waarbij doorgaans maar weinig kiezers heen en weer schuiven tussen de blokken.
Ineenstorting van het christelijke blok
Met het leeglopen van de kerken is de invloed van de christelijke partijen afgenomen.
Het samenvoegen van de roomse, hervormde en gereformeerde politieke partijen KVP, CHU en ARP tot één CDA bleek electoraal tijdelijk goed uit te pakken.
Afgezien van de godsdienstige geschillen (die irrelevant werden met het leeglopen van de kerken) waren de partijprogrammas’s ongeveer gelijk. De nieuwe partij sprak de conservatieve burgerij, vooral bestaande uit ‘ietsisten’ met christelijke achtergrond, sterk aan.
De meer orthodoxe protestante en evangelische christenen voelen zich thuis in de kleinere fusiepartij Christenunie, terwijl de mannenbroeders van de SGP uit hun extreem orthodoxe achterban blijven putten.
Deze drie groepen vertegenwoordigen ruwweg respectievelijk de cultuurchristenen, de actieve christenen en de zwartekousenkerk, alle drie groepen met een duidelijke identiteit. Vandaar het relatieve succes van de fusies van CDA en CU dat vermoedelijk de linkse partijen inspireert.
Het verkiezingsverlies van het CDA heeft te maken met de controverse rond de PVV. Voorstanders van samenwerking stemden op VVD of PVV, de tegenstanders op linkse partijen.
Linksstemmers: een heterogene groep
Het linkse blok, of progressieven zoals ze zichzelf graag aanduiden, is meer heterogeen dan vaak wordt gedacht. Sommige mensen stemmen links om er zelf beter van te worden (laagbetaalden, de SP- en voor een groot deel ook PVV-achterban). Het gaat hier meestal om laagopgeleide mensen met een laag inkomen. Ze identificeren zich sterk met hun groep en hebben een negatief toekomstbeeld. Er is weinig voor nodig deze groep van SP naar PVV en andersom te laten switchen.
Een tweede groep stemt links uit gewoonte, uit cliëntelisme of het subsidiecircuit, om er zelf beter van te worden of op iemand van de eigen etnische groep (PvdA-kiezers), uit idealisme (Groen Links; alleen deze groep kan als werkelijk progressief aangeduid worden), uit verzet tegen PVV-voorman Wilders (varieert tussen PvdA, GL en D’66) of omdat ze niet weten wat ze willen (D’66). Met enige goede wil kan ook de Christen Unie tot links worden gerekend. Hierbij spelen christelijk geïnspireerde politieke idealen de hoofdrol.
Fusie betekent electorale zelfmoord
Fusie van de SP met de overige drie linkse partijen zou electorale zelfmoord betekenen. Ook heeft de centrale leiding van de SP haar dromen van een socialistische revolutie nog lang niet opgegeven en heeft weinig zin, de grote partijrijkdom socialistisch te delen met de drie armlastige linkse zusterpartijen.
Als PvdA, D’66 en GroenLinks zouden fuseren, zou een soort grote PvdA ontstaan. GroenLinks kiezers zouden teleurgesteld niet meer stemmen of SP stemmen, D’66 kiezers zouden verdwijnen naar de VVD.
De grote corruptie in de PvdA zou vermoedelijk nog verergeren omdat er geen links alternatief meer is behalve de SP.
Ook is de politieke afstand tussen PvdA, Groen Links en D’66 te groot.
Het enige voordeel is dat het spelletje “wie is de grootste”, wat in vervlogen tijden de PvdA en het CDA groot maakte, weer kan worden gespeeld.
Hoeveel zin het heeft om een of andere meneer aan een verkiezingsoverwinning te helpen die vervolgens niet doet wat jij wil, dat alleen om een andere meneer dwars te zitten, kan je je afvragen.
De nederlaag van de PvdA bij de laatste verkiezingen toont ook aan dat steeds meer kiezers dit spelletje door krijgen en niet meer meespelen.
Zelfs de grootste partij van Nederland, de VVD, haalde maar 31 zetels. Jaren geleden had de grootste partij over de vijftig zetels. Kortom: kiezers stemmen steeds minder strategisch.
Rechts en fusies
Op dit moment zijn er twee partijen die rechts worden genoemd: de VVD en de PVV. De VVD is een klassieke ondernemerspartij die economisch voordeel voorop zet. Korte-termijn belangen voeren hierbij doorgaans de boventoon.
De PVV is een nationalistische volkspartij die de islam en haar aanhang als een grote bedreiging voor Nederland en de westerse wereld ziet.
De PVV wordt ‘extreemrechts’ genoemd, vermoedelijk wegens de felle anti-islam retoriek, maar in feite is de PVV linkser dan de VVD en zelfs D’66.
Het werkelijke probleem van links: de PVV
De combinatie van links en conservatisme van de PVV is het werkelijke probleem van PvdA, GL en D’66. Conservatieve mensen, laagopgeleiden zijn dat doorgaans, hoeven nu niet meer tegen heug en meug links te stemmen om hun welvaart veilig te stellen, maar kunnen bij de PVV terecht.
Alleen als de linkse politici er in slagen de PVV en voorman Wilders in diskrediet te brengen maakt links een kans.
Fusie partijen ramp voor linkse kiezer Meer lezen »