VS erkent eigendomsrechten in de ruimte
In een nieuwe wet, aangenomen door het Amerikaanse Congres en ondertekend door president Obama, hebben Amerikaanse burgers het recht gekregen om hulpbronnen van asteroïden en andere hemellichamen in bezit te nemen. Wat zijn de gevolgen?
Ruimteverdrag
Het Ruimteverdrag, ondertekend door alle ruimtevarende landen waaronder de Verenigde Staten, verbiedt aan staten om bijvoorbeeld de Martiaanse vulkaan Olympus Mons en omstreken uit te roepen tot het Département Extraterrestre Mont Olympique. Evenzo verboden is het vestigen van militaire ruimtebases, het bouwen van Death Stars en soortgelijk massavernietigend wapentuig en het hinderen van vreedzame activiteiten van anderen. Het is ook verboden om buitenaardse hemellichamen te besmetten met aardse ziektekiemen. Staten dragen de verantwoordelijkheid voor hun onderdanen.
U.S. Commercial Space Launch Competitiveness Act
Er is, stellen de Amerikanen, echter een ontsnappingsroute. Nergens in het verdrag wordt gerept over de plichten van personen en rechtspersonen, zoals multinationals. En wat niet verboden is, is toegestaan. Dus, in de ogen van de Amerikanen, is space de ‘final frontier’. De nieuwe wet U.S. Commercial Space Launch Competitiveness Act, die nu door het Congres is aangenomen, legaliseert dat. Deze verschaft onderdanen van de Verengde Staten het recht, om asteroïden (in het Nederlands planetoïden genaamd) te exploiteren voor waardevolle materialen, zoals water, zeldzame metalen en organische verbindingen. Ook verbiedt de wet de Amerikaanse overheid, Amerikaanse ruimtepioniers in de weg te lopen.
Weliswaar erkent de wettekst het Ruimteverdrag, maar de Amerikaanse jurisdictie (rechtsgebied) wordt uitgebreid naar de ruimte. Een gevaarlijke ontwikkeling; zie later.
Much ado about nothing?
Niet bepaald; dit is van enorm belang. De rest van het zonnestelsel bevat duizenden malen meer massa dan de aarde. Vooral interessant zijn de planetoïden. Op zich hebben deze weliswaar een minuscule massa, alle planetoïden samen bevatten maar 4% van de massa van de maan. Wat planetoïden enorm interessant maakt, is dat hun oppervlak erg groot is en sommige planetoïden, zoals 16 Psyche met rond de 160 km doorsnede, uit 90% puur metaal (voornamelijk ijzer-nikkel, met andere metalen, zoals goud en platina bijgemengd) bestaan. Dit komt overeen met een waarde (bij huidige marktprijzen) van triljoenen dollars. IJzer en nikkel vormen een goed bouwmateriaal in de ruimte; de zeldzame metalen als iridium, goud en rhenium zijn per kilo zo waardevol dat ze interessant zijn om naar de aarde te transporteren. We kennen de samenstelling van asteroïden in grote lijnen, omdat er talloze meteorieten op aarde inslaan. Metaalmeteorieten geven een goede indruk van de samenstelling van metaalplanetoïden, als de eerder genoemde Psyche.
Economisch nut
Misschien nog wel aantrekkelijker zijn ruimterotsen die voor een deel uit water bestaan. Water en organische verbindingen geven namelijk de mogelijkheid om er een ruimtebasis mee te onderhouden en zo menselijke bewoning.
Met deze bouwmaterialen kunnen zonnepanelen worden gebouwd. Zonnepanelen worden continu beschenen. Ook is er geen atmosfeer, die zonlicht absorbeert. Het resultaat is, dat zonnepanelen in de ruimte rond de aarde zo’n zes keer meer opbrengen dan een vergelijkbaar zonnepaneel in een tropische woestijn op aarde. Deze energie kan naar de aarde worden gestraald, maar het is veel slimmer om energieslurpende processen naar de ruimte te verplaatsen. Bij het maken van een moderne chip, bijvoorbeeld, worden tientallen megajoules aan energie (vele kilowatturen) verbruikt. Omdat chips licht zijn en per kilogram erg waardevol, is het erg interessant om ze in een baan om de aarde te fabriceren en dan daarna terug te sturen.
Politieke gevolgen
Als er waardevolle bezittingen de ruimte in worden gestuurd, is het een kwestie van tijd voor criminelen en bendes volgen. Erg lang zal het daarom niet duren, voor de eerste Amerikaanse mariniers of gevechtsrobots worden gelanceerd. Andere landen zoals Rusland en China, die zich niet de kaas van het brood willen laten eten, zullen dan volgen. Er dreigt dus een nieuwe wapenwedloop, deze keer boven ons hoofd. Dat heeft uitermate vervelende gevolgen. We zitten hier op aarde namelijk in een diepe zwaartekrachtsput. Als een oorlogvoerende partij bijvoorbeeld besluit om een welgemikte planetoïde van, zeg, een kilometer doorsnede op de hoofdstad van de gehate vijand te laten neerstorten, is het einde oefening voor die stad. Of wat dat betreft: voor een land als Duitsland. En, door de enorme stofwolken, voor de rest van de wereld.
Hoe lossen we dit op?
Om escalatie te voorkomen zal er een internationaal instituut moeten komen, bijvoorbeeld een bureau van de VN, dat ruimteactiviteiten beheert. Hierbij zal de gehele mensheid mee moeten kunnen delen. Als één machtige staat, laat staan multinational, de ruimte voor zich alleen opeist, is het zaad van tirannie gezaaid.