racisme

Bij een familie van adel hoort uiteraard een indrukwekkend familiewapen. Bron: Wikimedia Commons

Koningshuis en adel zijn racistische instituten

Nederlanders moeten zich erg schamen over de Zwarte Piet-traditie, vindt de Amerikaanse monopolist Facebook. Opmerkelijk genoeg zijn er in Nederland twee nog veel racistischer instituten, die onverkort kunnen functioneren: adeldom en het koningshuis.

Erfelijk adeldom
Al ver voor de Romeinse tijd bestond het instituut adel. De edele bezit op basis van afkomst een vooraanstaande positie. Er is in Nederland maar één manier om toe te treden tot de adel. Op basis van de geboorte in een aanzienlijke familie, of door de verheffing van deze familie tot het adeldom, aldus de Wet op de Adeldom. Dit geldt ook voor het koningshuis, al zijn hier de regels marginaal soepeler. Een persoon kan toetreden tot het koningshuis, als een lid van het koningshuis met deze trouwt, aldus de Wet Lidmaatschap Koninklijk Huis. Het bekendste voorbeeld is vanzelfsprekend de vrouw van de Nederlandse koning Willem IV,  de Argentijnse Máxima Zorreguieta. Leden van het koninklijk huis treden automatisch toe tot de adel.
Dit maakt zowel het adeldom als in iets mindere mate het koningshuis racistische instituten. Een van de afschuwelijke elementen van het leven onder de Duitse nazi-dictatuur waren de Neurenberger rassenwetten. Onderdeel hiervan was het bijhouden van een afstammingsregister. Kwamen er in je familiestamboom bijvoorbeeld zwarten, Slaven of, het ergste scenario, joden voor, dan was je geen raszuivere Germaan en waren topposities voor je uitgesloten. In Nederland kennen we nog steeds elementen van deze Neurenberger rassenwetten. Ik doel nu op het door de Hoge Raad van Adel uitgegeven adelsregister. Voor de sneuneuzen die net buiten de boot vielen, maar er toch bij willen horen zijn er het “blauwe boekje” van het zelfbenoemde “Nederlands patriciaat” en een lijstje van “aanzienlijke” Haagse families.

Bij een familie van adel hoort uiteraard een indrukwekkend familiewapen. Bron: Wikimedia Commons
Bij een familie van adel hoort uiteraard een indrukwekkend familiewapen. Bron: Wikimedia Commons/Arch

Adel belangrijker dan het op het eerste gezicht lijkt
Vaak wordt gedacht dat adeldom alleen een folkloristisch karakter heeft. Dit is onjuist, zoals ook al blijkt uit de expliciete wetgeving op dit gebied en het bestaan van de Hoge Raad van Adel. Dit blijkt eveneens uit de forse boetes op het “valselijk” voeren van de titel jonkheer, graaf of hertog volgens artikel 435, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht: een geldboete van de tweede categorie. Deze bedraagt maximaal € 4350 in 2020.Een even hoge straf als staat op het vals voeren van bijvoorbeeld een academische titel of jezelf preesenteren als advocaat.

De ongeveer tienduizend “edellieden” zijn oververtegenwoordigd op elitaire en prestigieuze posities die vaak met de “deep state” worden geassocieerd. Diplomaten, ministers en hoge ambtenaren zijn vaak van adel, hoewel hun aandeel langzamerhand wel vermindert.

De gevolgen
Als de politieke elite geboorte en afstamming ziet als een wettig argument om aan een groep een beschermde status toe te kennen, verliest deze hiermee haar morele recht om discriminatie op afkomst te verbieden. Er zal pas een einde aan racisme komen als iedere Nederlander daadwerkelijk gelijk is voor de wet. Nu is dat niet het geval. Ben je geboren als nakomeling van staatshoofd Willem IV, dan betekent dat een levenslang emolument van enkele tonnen per jaar. Ben je geboren in een adellijk geslacht, dan mag je je graaf of baron noemen, terwijl dat ondergetekende en waarschijnijk ook u, hooggeboren lezer, op maximaal enkele duizenden euro’s boete komt te staan.

Afschaffen of hervormen?
In feite kennen we al vormen van meritocratische adel. Een doctorstitel verdien je (meestal) door enkele jaren ploeteren aan een promotieonderzoek. Dit geldt ook, in mindere mate, voor de ingenieurstitel van weledelgestrenge schrijver dezes. Bij de jaarlijkse lintjesregen worden geregeld mensen die (volgens de overheid) een bijzondere prestatie hebben neergezet, geslagen tot ridder in bijvoorbeeld de orde van Oranje Nassau. Waarom niet de uitvinder van een oplossing voor het zwerfplastic in zee tot Baron-Beschermer van de Schone Oceaan benoemen, of een moedige ex-moslim dissidente tot Hertogin van het Vrije Woord?

Een multiraciaal gezin. Bij racisten wekte dit de nodige woede. Bron: Old Navy Official.com

Waarom discriminatie op huidskleur veel erger is dan discriminatie op geloof

Het is in Nederland zo ingeburgerd om iedereen die een minderheidsgroep negatief bejegent, als ‘racist’ te betitelen. Een zeer gevaarlijke ontwikkeling, waardoor racisme tegenwoordig een geuzennaam is geworden en veelmensen zich met trots racist noemen.

Racisme
In de main stream media worden discriminatie en racisme op één hoop gegooid. Dat heeft te maken met de heersende postmoderne filosofie, die ras als een sociaal construct betitelt. Volgens deze filosofie is ras denkbeeldig en is het dus legitiem om over een moslimras te spreken.

Een multiraciaal gezin. Bij racisten wekte dit de nodige woede. Bron: Old Navy Official.com
Een multiraciaal gezin. Bij racisten wekte dit de nodige woede. Bron: Old Navy Official.com

Mensen met een andere huidskleur of uiterlijk weten wel beter. Ook al spreken ze vloeiend Nederlands, hun uiterlijk kunnen ze niet veranderen. Ze worden dus gemakkelijk op straat herkend als niet-Nederlands, ook al zijn ze cultureel volkomen Nederlands. Kortom: racisme is geen sociale constructie, maar bittere realiteit voor mensen met een afwijkend uiterlijk. Overigens niet alleen onder blonde, witte mensen. Vraag albino’s in Afrika maar.

Discriminatie, en waarom het soms goed is
Waarbij we op een volgend begrip komen: discriminatie. Discrimineren betekent letterlijk: onderscheid maken. We maken in het dagelijks leven voortdurend onderscheid tussen mensen op grond van bijvoorbeeld diploma’s, uiterlijk, leeftijd en geslacht. In feite wordt met ‘discrimineren’ doorgaans bedoeld: ongeoorloofd onderscheid maken op basis van niet ter zake doende kenmerken. Maar is alle onderscheid maken op bijvoorbeeld geloof, per definitie ongeoorloofd?

Case study: thuggee
Het antwoord is: nee. Er bestond in de negentiende eeuw een nogal bloeddorstige sekte in India, de thuggee. Zij sloten zich onder valse voorwendselen aan bij reizigers en wurgden ze in hun slaap. De Engelse koloniale autoriteiten slaagden er in, deze sekte in enkele tientallen jaren uit te roeien door de leden op te pakken en op te sluiten of ter dood te brengen. De laatste thuggees stierven op hoge leeftijd in gevangenschap. Je zou in het verminkte postmoderne taalgebruik, kunnen zeggen dat de Engelsen discrimineerden op het thuggee-ras. In dit geval was deze discriminatie vanzelfsprekend volkomen geoorloofd, omdat het ging om een criminele sekte die volgens sommige schattingen honderdduizenden onschuldigen van het leven beroofde.

Is het discrimineren van “moslims” fout?
Door islamieten word er een groot punt van gemaakt of iemand “moslim” is of niet. Gewoonlijk is dat het geval, als iemand publiekelijk te kennen geeft of die persoon zichzelf als “moslim” ziet. Vaak wordt dat geformaliseerd door in het bijzijn van andere “moslims” de geloofsbelijdenis “لا إله إلا الله محمد رسول الله (Er is geen god dan Allah, en Mohammed is zijn profeet)” uit te spreken.
Dat heeft enkele gevolgen. Zo is de “moslim” vanaf dat moment gebonden aan de groep. Als hij zich als ex-“moslim” presenteert, betekent dat voor hem of haar uitstoting, in enkele gevallen zelfs de dood. Ook kan de “moslim” gedwongen worden zich aan religieuze regels, zoals kleding, bidden en dieet, te houden. Aan de andere kant kan de “moslim” een beperkt beroep doen op de solidariteit van andere “moslims”. Ook is het voor hem gemakkelijker om een relatie aan te knopen met een vrouwelijke “moslim”.
Kortom: “moslims” discrimineren behoorlijk tussen “moslims” en niet-“moslims”, en het onderscheid tussen “moslim” en niet-“moslim” is een relevant onderscheid. Of iemand “moslim” is of niet, is een kwestie van vrije keuze (al is zoals gezegd het jezelf ex-“moslim” noemen een gevaarlijke bezigheid).

Er is het geval denkbaar van een “moslim” die zichzelf wel “moslim” noemt, maar bijvoorbeeld wel niet-“moslim” vrienden heeft, er geen problemen mee heeft als zijn vrouwelijke familieleden een relatie met een fatsoenlijke niet-“moslim” man aan zouden gaan, vindt dat een goede niet-“moslim” beter is dan een slechte “moslim” en ook vindt, dat iemand de islam moet kunnen afzweren. Zo een iemand discrimineert uiteraard niet, en moet ook niet gediscrimineerd worden. Het probleem is alleen dat de soenna, en de koran wanneer op soennitische wijze geïnterpreteerd, aanzetten tot discriminatie op geslacht, seksuele geaardheid en geloofsovertuiging. ISIS, Al Qa’ida en regimes zoals in Mauretanië en Saoedi Arabië brengen dit letterlijk in praktijk. Er zal dus een duidelijke theologische onderbouwing moeten komen waarbij dit verworpen wordt. De meest voor de hand liggende methode is alle bronnen behalve de koran verwerpen en deze letterlijk vertalen, zie bijvoorbeeld hier.

Is het discrimineren op afkomst, huidskleur, of andere uiterlijke kenmerken, fout?
Aan afkomst of huidskleur kan iemand vrijwel niets doen, tenzij je gevaarlijke huidblekende middelen zoals hydroquinon gebruikt. Er is ook geen relatie tussen huidskleur en denken. Kortom: discrimineren op huidskleur is onzinnig en totaal in tegenspraak met alle humanitaire beginselen.

Om geaccepteerd te worden als lid van de groep weldenkende mensen in Nederland en België, wat van belang is om aan goedbetaalde baantjes en aanzien te komen, is het van belang om je aan de heersende mores te houden. De PVV in Nederland, en Vlaams Belang in België, zetten zich beide af tegen de gevestigde politieke orde. Dat maakt het oneens zijn met deze partijen een belangrijk onderscheidend kenmerk voor de elite.

De PVV en in mindere mate Vlaams Belang zijn in grote lijnen tegen discriminatie op huidskleur (al zijn er helaas geregeld uitglijders), maar vinden het geoorloofd om “moslims” te discrimineren. Dit maakt het voor de elite noodzakelijk om tegen “moslim”discriminatie te zijn. Er is geen motivatie om tegen rassendiscriminatie te zijn. Daarover zijn ze het in grote lijnen eens met deze partijen. Het gevolg is, dat het kwaad van de rassendiscriminatie ongehinderd door kan woekeren. Het probleem wordt genegeerd. Met als gevolg dat mensen die “racist” zijn genoemd omdat ze vrouwenonderdrukking en het vermoorden van ex-“moslims” maar niets vinden, het als geuzennaam gaan zien. Een uiterst gevaarlijke ontwikkeling.