Navelstreng van donkere materie verbindt melkwegstelsels

Onderzoekers ontdekten bewijs voor een grote sliert materiaal die onze Melkweg verbindt met nabijgelegen groepen melkwegstelsels. Deze zijn weer verbonden met de rest van het heelal. De intergalactische snelweg?

Slierten gas verbinden sterrenstelsels. Bron: Michael Boylan-Kolchin, University of California Irvine

Het team, waaronder Dr. Stefan Keller, Dr. Dougal Mackey en Professor Gary Da Costa van de Research School of Astronomy and Astrophysics van de Australian National University, publiceerde hun ontdekking in het oktobernummer van Astrophysical Journal.

De onderzoekers kwamen hier achter door de ‘wolk’ van bolvormige sterrenhopen die de Melkweg omringt te analyseren. Door exacte afstandsmetingen kwamen de onderzoekers er achter dat de sterrenhopen niet evenwichtig verspreid zijn, maar een plat vlak vormen.

Ook de dwergstelsels die als satellieten onze Melkweg omringen, denk aan de Grote en de Kleine Magelhaese Wolken, bevinden zich in hetzelfde vlak. In de opmerkelijk dichterlijke woorden van Keller:  “Wat we hebben ontdekt is bewijs voor de kosmische draad die ons verbindt met de uitgestrektheid van het universum. De draad van sterrenclusters en kleine melkwegstelsels rond de melkweg is te zien als de navelstreng die de Melkweg voedde tijdens haar jeugd.”

Zoals al bekend, zijn er twee soorten materie in het heelal: de huis- tuin-  en keukenvariant waar wij uit bestaan en de raadselachtige donkere materie, die we alleen waar kunnen nemen door de immense zwaartekracht – er is naar schatting rond de vier keer zoveel donkere materie als zichtbare materie.

Een gevolg van de Big Bang en de overheersende invloed van donkere materie is dat “normale” materie als een soort schuim op de toppen van een golf, wordt meegesleurd door de donkere materie. Deze vormt enorme, onderling verbonden  vlakken en slierten. De structuur heeft al met al veel weg van een spons.

Daar stopt de overeenkomst. Zwaartekracht sleurt namelijk het materiaal over deze verbindende filamenten naar de grootste opeenhopingen van materie. De bevindingen van Keller en zijn team laten zien dat de bolvormige sterrenhopen en satellietstelsel van de Melkweg dit kosmische filament volgen.

Bolvormige sterhopen zijn sterrenstelsels die uit honderdduizenden zeer oude sterren bestaan, zeer compact opgesloten in een bal. In het beeld dat de drie onderzoekers schetsen, zijn de meeste van deze sterrenhopen de kernen van kleine sterrenstelsels die door zwaartekracht langs de filamenten zijn getrokken. Zodra de melkwegstelsels te dicht in de buurt van de Melkweg komen, worden de meeste sterren opgeslokt en blijft alleen de kern over. Aan wordt genomen dat ons Melkwegstelsel zijn huidige grootte heeft bereikt door honderden van deze dwergstelsels op te slokken.

De ‘navelstreng’ werd afgeknepen doordat enkele miljarden jaren geleden het heelal veel sneller begon uit te zetten. Astronomisch gesproken is ons melkwegstelsel stervende. De stervorming vindt nu veel langzamer plaats dan enkele miljarden jaren geleden, omdat de gasvoorraden in ons Melkwegstelsel voor het grootste deel leeg zijn. Natuurlijk is er nog het nodige gas in de intergalactische leegte, maar er is geen systeem waardoor dit gas wordt geconcentreerd en naar ons melkwegstelsel wordt geleid. Misschien iets voor onze verre nazaten om te ontwikkelen.

Uiteraard maakt dit het raadsel nog groter. Wat is donkere materie, en hoe staat deze in relatie met de rest van het heelal? En, aangezien de kosmische uitzetting zich vooral lijkt te concentreren in de intergalactische leegtes, wat is het proces dat hier verantwoordelijk voor is?

Bron
Australian National University