Verplaats veeteelt naar open zee
De veeteelt in Nederland wordt geplaagd door twee grote problemen. Ten eerste milieuproblemen, veroorzaakt door een groot mestoverschot. Ten tweede het voortdurend uitbreken van ziektes, zoals varkenspest. Zou het geen goed idee zijn varkensstallen en dergelijk op open zee aan te leggen? De voordelen.
Veel vee houden in een klein land is vragen om problemen
De Nederlandse veeteeltsector is relatief gezien enorm groot. In Nederland worden er ongeveer vier miljoen koeien[1], twaalf miljoen varkens[2] en bijna honderd miljoen kippen [3] gehouden. De Nederlandse veestapel produceert veel meer mest dan de Nederlandse landbouw kan verwerken. Met veel kunst- en vliegwerk wordt geprobeerd deze enorme hoeveelheid mest weg te werken. De opeenstapeling van intensieve veehouderij brengt nog meer problemen met zich mee. Zo grijpen besmettelijke ziektes snel om zich heen. Ook de uitstoot van ammoniak en stankoverlast in de omgeving is een veel genoemd probleem, hoewel moderne ventilatiesaystemen in varkensstallen dit probleem lijken te hebben opgelost.
Dan maar de zee op
Ongeveer zeventig procent van het aardoppervlak bestaat uit zee. Met die zee doen we niet zo gek veel, behalve deze leeg vissen en vol met giftig afval proppen. In vergelijking met het land kent de zee de nodige voordelen. Zo is een veestal vele kilometers verwijderd van andere veestallen, waardoor er minder kans is op besmettelijke ziektes. Vergunningen afgeven is geen probleem, de internationale wateren behoren tot niemand. Aanvoer en afvoer van veevoeder, slachtvee en eventueel vlees kan zeer effectief met behulp van (koel)schepen. Stankoverlast is veel minder een issue, omdat de algen in het zeewater de stikstofverbindingen absorberen.
Mest wordt biogas en biomassa
De mest kan worden behandeld in een biogasinstallatie, nadat eerst waardevolle aminozuren uit de mest zijn verwijderd. Deze aminozuren kunnen later weer in veevoer worden verwerkt. De biogasinstallatie levert methaan, waarmee in de winter duurzame energiebronnen als zon en wind aangevuld kunnen worden. Na het vergisten van de mest blijft een mineralenrijke vloeistof over. Deze kan worden gebruikt om drijvende zeewierakkers mee te bemesten. Dit zeewier kan ook weer bij worden gemengd in veevoer (het zoutgehalte is een issue). Het zeewier kan ook worden gebruikt om te vergisten in de biogasinstallatie. Op die manier ontstaat een landbouw- en energiecomplex dat leidt tot gesloten nutriëntenkringlopen. Zeewier is zeer interessant als materiaal om biomassa mee te produceren, omdat zeewier zeker in de zomer veel sneller groeit dan gewassen op het land. Dit komt mede door de overvloedige hoeveelheid opgeloste carbonaten in zeewater. Carbonaten vormen een enorm rijke bron van kooldioxide, waardoor waterplanten veel minder moeite hoeven te doen om aan kooldioxide te komen dan landplanten.
Bronnen
1. Rundveestapel – CBS
2. Varkensstapel – CBS
3. Pluimveestapel – CBS