Veel van onze beste ontdekkingen kwamen toevallig tot stand. Bannen we het toeval tegenwoordig niet teveel uit en missen we op die manier niet de mooiste dingen?
Toeval als bron van wetenschappelijke kennis
Wat hebben de ontdekking van penicilline, supergeleiding, kosmische achtergrondstraling en pulsars gemeen? Antwoord: dat ze door toeval tot stand zijn gekomen. Een groot deel van onze ontdekkingen is niet gedaan door theoretisch werk, maar door toeval.
Klassiek is uiteraard het voorbeeld van Columbus, die op zoek ging naar een westwaartse route naar China en in plaats hiervan Amerika ontdekte. Ook in de wetenschap en techniek zijn toevallige ontdekkingen gemeengoed. Niemand had durven voorspellen dat bij temperaturen vlak boven het absolute nulpunt, de weerstand in veel metalen zou dalen tot nul. Of dat een nederige schimmel die op brood voorkomt het leven van duizenden mensen zou redden. De reden is duidelijk. Onze geestelijke vermogens, zelfs die van alle mensen en hun apparaten samen, zijn beperkt en veel kleiner dan de enorme variƫteit en complexiteit die onze natuurlijke omgeving (of wat dat betreft: wijzelf) ons biedt. Het is vrijwel onvermijdelijk dat we op een gegeven moment op onverwachte dingen zullen stuiten.
De prinsen van Serendip
Het feit dat dit soort ontdekkingen optreden wordt serendipiteit genoemd, genoemd naar de prinsen van Serendip (Sri Lanka) die in een oud Perzisch verhaal allerlei onverwachte ontdekkingen deden. Serendipiteit laat ons stilstaan bij de fenomenologische rijkdom van de natuur. Kortom: als je het op een gegeven moment niet meer weet, kan het zeer de moeite waard zijn de proef op de som te nemen. Kijken naar het onverwachte. De theorie even te laten voor wat het is. De kans is dan zeker aanwezig dat we wat ontdekken dat de impasse doorbreekt.
Steeds minder serendipiteit
Er komen steeds meer en steeds betere wetenschappelijke theorieƫn. Steeds meer ontdekkingen en uitvindingen worden nu gedaan als gevolg van het ontwikkelen en uitwerken van theorieƫn. Dit is niet voor niets. Onze theorieƫn worden steeds beter en steeds meer ondersteund door een indrukwekkende hoeveelheid bewijsmateriaal. Ook onze technieken om uit een bestaande theorie meer af te leiden, bijvoorbeeld met wiskundige modellen en computersimulaties, worden steeds beter. Kortom: de strategie om uit te gaan van bestaande theorieƫn werpt steeds meer vruchten af. Vandaar dat veel minder lukraak wordt geƫxperimenteerd dan vroeger, en ook veel nauwkeuriger wordt gewerkt (waardoor minder ruimte is voor toevallige ontdekkingen door fouten).
Toch is er nog steeds een domein dat niet door onze theorieĆ«n wordt gevangen. Het Onbekende ligt nog steeds op de loer, vaak op zeer onverwachte plaatsen in onze directe omgeving. Vaak doen we ons uiterste best om diep begraven juwelen uit verre continenten uit de rots van onwetendheid te bikkelen, terwijl de schatten vlak onder ons onaangeroerd liggen. Want hoewel theorie een krachtig hulpmiddel is om de wereld om ons heen te begrijpen en te voorspellen, beperkt theorie ons ook. Daarom is het verstandig af en toe de theoretische bril af te zetten en de wereld om ons heen te bekijken als een klein kind: vol verwondering. Wie weet wat voor verborgen verschijnselen nog op zullen duiken in de verborgen holtes waar nog geen theorie is doorgedrongen…
Beste Germen,
Steeds minder Serendipiteit? Steeds MEER bedoel je. Eerst in R&D…nu al in de Projectenwereld en binnenkort in het dagelijks leven. Met de driehoek Project, Efficiency en Serendipity kan je het ONBEKENDE managen. Daarmee kan je je eigen toekomst beinvloeden …..ofwel God Dobbelt NIET!! ( als hij dat niet wilt uiteraard )