Met een opmerkelijk slim idee hebben Russische ontwerpers een netelig probleem opgelost voor in de atmosfeer terugkerende extreem snelle ruimteschepen. Gebruik het lastige plasma dat ontstaat als de extreem snelle ruimteschepen de atmosfeer binnen zeilen zelf als radio-antenne.
Verstikkende plasmadeken smoort radioverkeer
Bij zeer hoge snelheden ontstaan door de wrijving in de luchtlaag rond het ruimteschip enorm hoge temperaturen. Temperaturen waarbij materie uit elkaar valt in plasma: een mengsel van atoomkernen, ionen en elektronen.
Slecht nieuws voor radiocommunicatie, want dit mengsel geleidt stroom, waardoor het werkt als een zogeheten Kooi van Faraday die radioverkeer van en naar het ruimteschip blokkeert. Als gevolg hiervan is er geen radiocontact tijdens de gevaarlijke afdaling van een ruimteschip in de atmosfeer. Gaat er wat mis tijdens de afdaling, dan kunnen hulpverleners en dergelijke niet op tijd gewaarschuwd worden.Er zijn twee methodes geprobeerd om de smorende plasmadeken te ontwijken. Zeer lage-frequentie radiogolven (ELF) werken in principe, maar er kan door de lage frequentie maar weinig informatie verstuurd worden. Een tweede oplossing is een antenne tot buiten het gloeiende plasma steken, maar ook hier blijft door de wrijving al snel weinig van over. Kortom: weinig visionaire lapmiddelen.
Vijand wordt vriend
Aleksandr Korotkevich aan het Landau Instituut voor theoretische natuurkunde in Moskou en zijn team hebben nu een slimmere oplossing gevonden. Plasma’s absorberen namelijk bepaalde radiofrequenties, afhankelijk van de dichtheid van het plasma. Door het absorberen ontstaat er een resonerend veld in het plasma. Helaas geldt ook voor dit resonerende veld dat de signalen niet tot het ruimteschip zelf kunnen reizen. De slimme vondst van Korotkevich en zijn team bestaat uit het uitzenden van golven door het ruimteschip zelf. Deze worden teruggekaatst door het plasma, gemoduleerd (beïnvloed) door het resonerende veld. Omgekeerd kan ook: een zendsignaal vanuit het schip wordt als echo uitgezonden door het resonerende plasmaveld. Weliswaar zijn deze signalen veel zwakker dan het oorspronkelijke signaal, maar dat is volgens Korotkevich niet zo erg: de ontvangers op de grond kunnen veel gevoeliger worden gemaakt dan nu.
Dit idee in de praktijk brengen kent nog heel wat haken en ogen. Ook zijn sommige onderzoekers bang dat het door het manipuleren van het plasma bijvoorbeeld een explosie ontstaat waardoor het ruimteschip in de problemen kan komen. Een wat pessimistische kijk, misschien zou je door radiogolven op slimme manieren te sturen, zelfs het plasma de gewenste vorm kunnen geven zodat de afdaling gunstiger (met meer energieverlies) verloopt.
Mooi idee om uit te proberen: Neem een gasbrander, en sluit het metalen uiteinde aan op een gelijkstroombron van ongeveer 60 volt. Plaats het andere deel van de stroombron in het uiteinde van de vlam. Als je nu een permanent magnetisch veld naast de vlam houdt, zal deze afbuigen in een richting die afhankelijk is van de polariteit. Dit experiment heb ik jaren terug uitgevoerd, om de efficiëntie van infrarood branders te vergroten. Ik gaf in die tijd leiding op een afdeling, van een fabriek voor branders in Assen. Er werd geen acht op geslagen, en bovendien was daar geen werk meer voor mij. In ieder geval, je bootst hiermee de plasmawolk om het ruimteschip na. Je kunt de plasma wolk inderdaad van vormveranderen, met behulp van een magnetisch veld. Ook zou je communicatie tot stand kunnen brengen, door elektrische ontladingen door het plasma te sturen, waardoor het plasma zal oplichten in de frequentie
van de ontladingen. Andersom kun je ook een bundel microgolven op het plasma richten, waardoor het ook weer zal oplichten, wat door sensoren binnen de vensters vertaald kan worden in signalen.
Of misschien iets met behulp van satelieten.