Regelmatig krijg ik tegengas van mensen als ik het heb over corporate macht. De macht van het bedrijfsleven dus. Vooral de libertariërs onder ons hebben daar moeite mee. Volgens de libertariër bestaat er maar één soort macht en dat is overheidsmacht.
Nou heb ik de onderstaande definitie van macht al vaker gebruikt, maar ik herhaal hem nog maar eens:
Macht is het vermogen om anderen te laten doen wat jij wil.
En daarmee kunnen die anderen dus niet meer doen wat ze zelf willen. Macht van de één, bestaat dus uit de onvrijheid van de anderen.
De libertarische gedachte gaat er vanuit dat als overheidsmacht niet meer zou bestaan, iedereen kan doen wat hij zelf wil, vrij zal zijn, en macht dus verleden tijd zal zijn.
Daarom propageert de libertariër dan ook de ‘vrije markt’. Een vrije markt, zonder enige overheidsbemoeienis garandeert dezelfde mogelijkheden voor iedereen, en het hangt dus van de kwaliteiten en inspanningen van ieder individu zelf af in hoeverre men succesvol is.
In een vrije markt kan iedereen zonder obstakels ondernemen, en de gegenereerde winst is volledig voor de succesvolle ondernemer. En natuurlijk zal de ene ondernemer succesvoller zijn dan de andere.
Een succesvolle ondernemer zal een goed gevoel hebben voor de bestaande behoeften, en daarop inspelen. Of nieuwe latente behoeften ontdekken. En vervolgens datgene aanbieden wat die behoeften bevredigt. Dit mechanisme ligt aan de basis van de moderne economische theorieën.
Om succesvol te zijn, moet een ondernemer niet alleen rekening houden met de behoeften van het publiek, maar ook met zijn concurrenten. Want hij is niet de enige die graag een succesvol ondernemer wil zijn. De concurrent is uit op zijn marktaandeel, en dus zijn winst. De concurrent is de rivaal, en die rivaal dient bestreden te worden. Dat kan in binnen de libertarische gedachte maar op één manier: zorg dat je een beter product biedt tegen een lagere prijs dan je concurrent dat doet. Dan krijg je het grootste marktaandeel en dan versla je de concurrent. En dat is ook goed voor de consument.
Naarmate de ondernemer groter wordt, verstevigt zijn positie. Het wordt nu makkelijker om minder stevig in het zadel zittende ondernemers uit de markt te drukken. En hoe meer concurrenten hij uit de markt drukt, hoe sterker zijn concurrentiepositie, en hoe makkelijker het wordt om nog meer concurrenten uit de markt te drukken: hoe groter hij wordt, hoe makkelijker het wordt om nog groter te worden. Dat heet het “hefboomeffect”.
Het wordt voor succesvolle bedrijven dus steeds gemakkelijker om nog succesvoller te worden. En succesvolle bedrijven trekken financiers aan, in de vorm van aandeelhouders die een graantje (of een zak graan) van het succes willen meepikken. En daardoor wordt het bedrijf nog sterker. Als dit mechanisme ongehinderd kan doordraaien, leidt het tot er een punt waarop er binnen een branche nog maar één overlevende is: de sterkste. Of dat alle succesvolle bedrijven in handen zijn van dezelfde financiers. En dat heet dan een monopolie.
Van de twee regulerende factoren: behoefte (vraag) en concurrentie, is er dan dus nog maar één over: behoefte. De macht van het bedrijf hoeft nu niet meer aangewend te worden om de concurrentie uit te schakelen, of om de gunst van de klant te bedingen, maar kan geheel gericht worden op de behoefte van de consument. Een behoefte die de enig overgebleven ondernemer (of club van aandeelhouders) nu naar keuze meer of minder kan bevredigen. Hij krijgt totale controle over een andere belangrijke factor binnen de economische theorie: schaarste.
Het economisch mechanisme wil dat schaarste (naast concurrentie, maar die is inmiddels uitgeschakeld) bepalend is voor de prijs van een product. Hoe schaarser iets is, hoe meer je ervoor kunt vragen. En omdat er niemand anders meer is die een vergelijkbaar product kan leveren, kan de monopolist zijn product zo schaars maken, of laten lijken, als hij zelf wil. En dus de prijs vragen die hij zelf wil, en dus zoveel winst maken als hij zelf wil. Tenminste, zolang de behoefte blijft bestaan.
Het mooiste zou het natuurlijk zijn als je monopolist bent die een behoefte bevredigt die altijd blijft bestaan. Een behoefte die altijd blijft bestaan omdat het een levensbehoefte is. Zoals bijvoorbeeld energie, of voedsel, of gezondheidszorg, of huisvesting, of geld. Dat mensen simpelweg niet (meer) zonder jouw product kunnen leven.
Als je daar eenmaal beland bent, dan heb je het als ondernemer in de vrije markt helemaal gemaakt. Dan heb je de macht over het bestaan van je afnemers, en je kunt vragen wat je wil, zolang het geen volksopstand oproept. Je hebt nu macht over het volk.
Je hebt van de vrijheid die de vrije markt biedt, gebruik gemaakt om macht te genereren en dus vrijheid van anderen af te nemen. Je bent de baas. Ten koste van de vrijheid van alle anderen.
Nou lukt het bedrijven niet vaak om een volledig monopolie te bereiken. Er zijn bijna altijd wel andere bedrijven die ook groot en succesvol zijn, en dus concurrenten blijven, net zoals jij een concurrent bent voor die andere bedrijven. En dat houdt dus in dat niemand kan heersen over de behoeften van het volk, en dat dus niemand de macht van het monopolie heeft.
Nou kun je van succesvolle ondernemers van alles zeggen, maar niet dat ze dom zijn. Wanneer een markt verdeeld wordt door bijvoorbeeld vijf grote concurrenten, dan zal het niet lang duren tot het doordringt dat je de monopolistische macht beter met zijn vijven kunt delen, dan er helemaal geen gebruik van maken. Als je de handen ineenslaat, en stiekem afspreekt elkaar niet meer te beconcurreren, dan ben je samen een monopolist, en dan heb je ieder een vijfde deel van de monopoliemacht. In plaats van niks.
Dat heet dan een kartel. En dat mag niet van de wet. Het zou de consumenten namelijk geheel uitleveren aan de macht van de corporaties. Je zou het ook openlijk kunnen doen en officieel samengegaan, fuseren dus, tot je monopolist bent. En dat mag (on dezelfde reden) ook niet van de wet.
Die wet wordt gemaakt door overheden. Overheden die volgens de libertarische gedachte niet mogen bestaan. Als die overheid en dus die wet niet bestaat, is de weg naar het monopolie (al of niet in kartelvorm) vrij. In dat geval is de macht dus van de overheid in zijn geheel overgegaan naar de corporatie(s). Het effect voor het volk is hetzelfde: het is onvrij.
Zowel corporaties als overheden willen dus macht. Macht over het volk. En overheden en corporaties beconcurreren elkaar daar ook in. De overheid krijgt macht van het volk toegewezen om dat volk te beschermen d.m.v. wetgeving. Bijvoorbeeld tegen de macht van corporaties. Corporaties proberen macht naar zich toe te trekken door de vrije markt te propageren (en dus de macht van de wetgever te beperken) en zich op te voeren als brengers van welvaart en economische groei. Maar, ze willen allebei meer macht. En ze beconcurreren elkaar daarom.
Maar ook hier geldt: als de concurrentie wegvalt, dan ontstaat er een monopolie. En één monopolie heeft veel meer macht dan twee elkaar beconcurrerende concurrenten. Een monopolie hoeft immers niet meer te dingen naar de gunst van het volk. Een monopolie heeft de macht over het volk.
Het ligt dus voor de hand dat het ook voor corporaties en overheden aantrekkelijk is om samen te gaan. Om samen een kartel te vormen, en de monopoliemacht die dat oplevert, te delen. En dat is dan ook precies wat er gebeurt.
Als overheden dan bijvoorbeeld de macht om geld te creëren aan private banken gunnen, of aandringen op privatisering van ziektekostenverzekering of energiebedrijven, dan betekent dat niet dat de macht over die activiteiten wordt opgegeven, maar dat er binnen het kartel mee wordt geschoven. In dit geval met de bedoeling dat de overheid niet meer verantwoordelijk kan worden gehouden voor de geleverde kwaliteit en de prijs. Maar de macht blijft gewoon binnen het kartel en daar profiteren beide partijen van.
Als duidelijk wordt dat er sprake is van misbruik van een monopoliepositie, dan kan het volk in opstand komen. En dat wil de monopolist niet, dus het is beter om de schijn op te houden dat er helemaal geen sprake is van een monopolie of een kartel, en dus te doen alsof er wel degelijk sprake is van concurrentie. Het bedrijfsleven zal dan ook nooit toegeven dat het beleid dicteert aan de overheden. En overheden zullen nooit toegeven dat ze een kartel zijn aangegaan met het bedrijfsleven en wetgeving ombuigen in het voordeel van corporaties. Ze zijn stiekeme partners en zullen elkaar de hand boven het hoofd houden.
Het heeft in deze situatie dan ook geen enkele zin om de schuld aan één van beide partijen te geven, en die partij uit te schakelen. Als je binnen dit kartel de corporaties elimineert, dan komt alle monopolistische macht bij de overheid terecht (zoals bij communisme). Als je de overheid elimineert, komt alle monopolistische macht bij de corporaties terecht (zoals bij extreem kapitalisme). Het maakt voor de burgers niets uit. Ze zijn in alle gevallen volledig onderworpen aan die macht en dus volledig onvrij.
Zowel in de linkse als in de libertarisch/kapitalistische gedachte wordt ervan uitgegaan dat er maar twee machtsblokken bestaan, en dat het volk altijd is onderworpen aan de één of de ander, of een mengvorm daarvan. Maar dan wordt voorbijgegaan aan een derde machtsblok. Het blok dat zowel het onderwerp als de leverancier is van alle macht, en dat is het volk. Het is het volk dat, door haar vrijheid in te leveren, de enige voedingsbron is voor welke macht dan ook.
Maar waarom zou het volk als leverancier van alle macht, die macht altijd weg moeten geven? Pas wanneer die macht niet weggegeven wordt, is er sprake van vrijheid. Als het volk zich zodanig zou organiseren dat grote machtsblokken onmogelijk kunnen bestaan, dan hoeft het haar macht niet weg te geven, en dan zal het de vrijheid dus kunnen behouden.
Aangezien centralisering van macht precies hetzelfde is als toename van macht, is decentralisering de enige bescherming tegen grootschalig machtsmisbruik. Dat geldt zowel voor overheidsmacht als voor corporate macht, als voor een kartel van beide.
Dus een sterk gedecentraliseerd en slank bestuur, met daarop een zeer directe controle door de burgers die zeggenschap aan het bestuur verlenen. Het is dan aan die burgers zelf om in de gaten te houden of dat bestuur nog wel werkelijk de belangen van het volk beschermt. En zo niet, dat bestuur te vervangen.
Dat vraagt van die burgers dus het nemen van verantwoordelijkheid voor zichzelf. Dit in tegenstelling tot de huidige situatie waarbij burgers die verantwoordelijkheid vrijwel volledig bij het steeds verder centraliserende bestuur (of het bedrijfsleven) leggen, en klagen als dat bestuur (of die corporatie) die verantwoordelijkheid misbruikt.
Wanneer burgers werkelijk verantwoordelijkheid voor zichzelf nemen, dan hoeven ze hun vrijheid niet in te leveren. Niet aan een libertarische, door het bedrijfsleven gedomineerde wereld, en niet aan een ‘linkse’, door een grote overheid gedomineerde wereld. En al helemaal niet aan het huidige allesoverheersende kartel van die twee.
Zeer herkenbaar allemaal, ‘macht’ wordt maar al te graag als excuus ingeroepen …
Â
De uitspraak ‘tussen gelijk hebben en gelijk krijgen bestaat een wereld van verschil’ is geen onbekende, dit geldt meer dan ooit bij het voorstel van een monetaire reset. Op verschillende manieren kunnen we aantonen dat een reset de economie kan doen heropleven, het volstaat echter niet om het even in de groep te gooien om dan te denken dat spontaan een wereldwijd bevrijdingsfeest zal losbarsten, in sommige gevallen wordt zelfs het volledig tegenovergestelde waargenomen.
Â
Broken dream
De euforie die ontstaat bij het zien van een nakende economische heropleving vertaalt zich vrij snel naar diepe droefheid wanneer we geconfronteerd worden met reacties die niet laten vermoeden dat het algemeen welzijn van enig belang is. Al het positieve van een monetaire reset wordt vaak ondermijnd door ons te verschuilen achter een soort van tijdloos excuus dat we ‘de macht’ noemen, het geeft legitimatie om te verzaken aan elke verantwoordelijkheid en/of een weg te bewandelen die de bron van het probleem ongemoeid laat. Dit gegeven uit zich in een aantal stereotiepe reacties die wellicht herkenning geven, afgeleiden zijn mogelijk maar onderstaande reeks mag voldoende zijn als vingerwijzing:
Â
• huidige machthebbers zullen dit nooit toelaten
• politiek is enkel bezig met ego- en partijspelletjes, niet met ons welzijn
• dit vereist internationale samenwerking en is onmogelijk
• bankiers manipuleren de markt en zijn enkel uit op geld
• zo werkt het niet
• we moeten ons nu eenmaal aanpassen aan de realiteit
• wij hebben niets te zeggen
• …
Â
Zwaarwichtige banaliteit
Voor sommigen lijkt dit misschien banaal maar in werkelijkheid is het zeer zwaarwichtig hoe deze reacties onze toekomst bepalen, ze vormen een blokkade voor het geambieerde en hoopvolle doorbraaktraject. De vraag stelt zich of we ons écht bewust zijn van wat dit betekent, een monetaire reset biedt ongekende mogelijkheden maar toch weten we dit met slechts enkele woorden van ons af te schudden, het is vooral aan anderen om hier wat mee te doen, zo luidt het. (Macht als tijdloos excuus)
Â
Mooie en heldere analyse.Â
Terug naar de eigen regio, samenvoorzienendheid.Â
http://www.transitiontowns.nl kan een goed startpunt zijn, inmiddels in meer dan 80 plaatsen in Nederland actief en zij kijken hoe mensen zaken als voedsel, hernieuwbare energie, economische systemen, sociale systemen etc weer meer in de eigen regio kunnen stimuleren.Â
Kortom handen uit de mouwen en de schouders eronder met zijn allen! :)
Voor de mensen die geïnteresseerd zijn in voedsel wil ik graag nog eens op het platform van Eetbaar Nederland wijzen.
Libertarisme waarin je geen groot bedrijf mag hebben, is dat het meest ideale?
Verregaande scheiding der machten?
Alleen niet voor leger en politie misschien.
Ook in een decentraal bestuur hou je het probleem dat een overheid onmogelijk kan weten wat goed is voor het individu. Het is allemaal gebaseerd op het idee dat een groep een gelijk belang heeft. Maar een groep bestaat uit verschillende individuen die allemaal een eigen belang hebben. Het is zeer onwaarschijnlijk dat die belangen gelijk zijn. De gevolgen van een decentraal bestuur kun je zien als je bijvoorbeeld kijkt naar de deelgemeenten in Amsterdam en Rotterdam. Het werkt niet en het zal nooit gaan werken. Zelfs als je er als burger bovenop zit worden er nog steeds beslissingen genomen die niet in je eigen belang zijn. In een vrije markt kunnen mensen gewoon samenwerken als ze een overeenkomstig belang hebben. Maar dat is iets anders dan een decentraal bestuur waar je je vrijheid en dus je controle (onvrijwillig) uit handen geeft.
Het zal wellicht gaan over die beroemde ‘gulden middenweg’, continue alertheid voor pathologische scheeftrekkingen is dan geboden.
De monopoliepositie wordt nog versterkt door middel van patenten.Â
Zo gezien is het kapitalisme veredeld communisme, enkel wetten kunnen dat blijkbaar tegenhouden. :)
En hoe zij jij in vanuit deze visie de toekomst Pieter.Â
Denk aan wikipedia en telkens meer gratis decentraal toegankelijke kennis.Â
Denk aan de opkomst van 3D Printen en sites als http://www.thingiverse.com waar inmiddels duizenden ontwerpen open source onderling met elkaar gedeeld worden en mensen dus van alles zelf in de huiskamer kunnen gaan 3D printen.Â
Â
Zoals ik in de laatste alinea al aangeef, is besef en aanvaarding van eigen verantwoordelijkheid de enige optie. Dat betekent dus: minder uit handen geven. Niet aan een overheid, in ruil voor (schijn)veiligheid, en niet aan de grote spelers in het bedrijfsleven, in ruil voor een voordeeltje.
Â
Daarvoor is het noodzakelijk dat er besef ontstaat dat in beide gevallen, samen met het gebodene, ook afhankelijkheid ontstaat, en dat die afhankelijkheid blijft bestaan, ook als de voordeeltjes weer worden weggenomen.
Â
De supermarktketen bijvoorbeeld die goede producten levert tegen de laagste prijs, wordt in de libertarische gedachte de grootste, en uiteindelijk de enig overblijvende keten. Dit proces is volop gaande. Dat lijkt voordelig voor de consument, maar het betekent ook dat alle controle over de gehele voedselvoorziening terecht komt bij één of twee grote corporaties. Zodra die positie verworven is, verdwijnt het voordeel en blijft de macht (controle) bestaan.
Â
Hetzelfde geldt voor het inleveren van vrijheden in ruil voor veiligheid aan overheden.
Â
Lokaal en gedecentraliseerd coördinerend bestuur zonder hiërarchische verhoudingen en zoveel mogelijk diversiteit in de voorziening van levensbehoeften (wat vanzelf betekent dat die minder centraal en dus meer lokaal geproduceerd worden), vraagt om meer alertheid en meer inspanning (en misschien in eerste instantie ook iets hogere kosten) van iedereen, maar voorkomt dat we volledig overgeleverd raken aan corporaties en overheden, en al helemaal aan een kartel van beide, zoals momenteel in toenemende mate het geval is.
Â
Rare kleine letters. Weet iemand hoe dat komt?
Opgelost. Bedankt Douwe!
Waarschijnlijk iets mis in de opmaak, kun je je bericht bewerken dan even in de html kijken en eventuele style code verwijderen.Â
In een vrije markt wordt niet één supermarkt de grootste. Dat zou alleen kunnen als die supermarkt alle consumenten met al hun diverse wensen optimaal weet te bedienen. Dat is echter zeer onwaarschijnlijk. Het totale productaanbod van alle supermarkten is nu al zoveel dat een supermarkt dat onmogelijk kan aanbieden. Ieder product dat een supermarkt niet aanbiedt, is een mogelijkheid voor een andere supermarkt om een klant te winnen. Maar productaanbod en prijs zijn niet de enige reden waarom mensen bij een bepaalde supermarkt boodschappen doen. Zaken als locatie, sfeer, klantenservice, etc. spelen ook een rol. Bovendien is iedereen vrij om zijn eigen supermarkt te beginnen als hij denkt dat het beter kan.
Een vrije markt is niet een vergrote versie van het hedendaagse kapitalisme. De (grote) corporaties die je nu ziet overleven niet ondanks de overheid maar dankzij de overheid. Het zijn structuren die zijn ontstaan doordat er een overheid is. Het idee dat een (kleine) overheid ons zou kunnen beschermen tegen de gevolgen waar het zelf de oorzaak van is, is absurd. De enige bescherming die je in de wereld hebt ben je zelf. Je beschermt jezelf door zelf keuzes te maken, door zelf de controle in handen te houden en zelf de verantwoordelijkheid voor je keuzes te dragen.
Er zijn nog maar enkele supermarktketens over. Speciaalzaken verdwijnen in hoog tempo. De verwachting binnen de branche is dat er binnenkort nog maar twee grote, machtige spelers overblijven. Mij lijkt dat geen gezonde situatie.
Â
Het idee dat een overheid (klein of groot) je kan beschermen tegen macht, is inderdaad absurd. De enig mogelijke bescherming is (precies zoals je zegt) het nemen van je eigen verantwoordelijkheid voor je keuzes. Daarvoor is het wel handig als je een beetje inzicht hebt in de consequenties van die keuzes.
Â
Het betekent bijvoorbeeld het besef dat, als je altijd je boodschappen haalt bij Appie, je bijdraagt aan de het centraliseren van macht bij die grote speler. De afweging voor je keuze zou dus niet moeten stoppen bij alleen locatie, sfeer, product en prijs.
Â
Iedere nieuw gevormde sociaal-culturele organisatie omvat en integreert de vroegere vormen en transformeert deze gedeeltelijk. Dit leidt tot een nieuw en hoger systeemniveau waarbinnen de eerdere systemen functionele subsystemen vormen. De totstandkoming van hogere ‘suprasystemen’ ten gevolge van de integratie van voorheen relatief autonome systemen (die voortaan als subsystemen fungeren) is in de systeemtheorie een bekend begrip. Zulke suprasystemen ontstaan als gevolg van het creëren van ‘hypercycli’ waarin de subsystemen in elkaar grijpen onder invloed van cycli die elkaar wederkerig katalyseren : de zogeheten ‘kruiskatalytische cycli’. Hierdoor worden de subsystemen in toenemende mate afhankelijk van elkaar, terwijl het suprasysteem dat ze gezamenlijk vormen zijn structuur en autonomie verwerft.
De met de Nobelprijs voor natuurkunde onderscheiden fysicus Manfred Eigen heeft aangetoond dat de vorming van suprasystemen onder invloed van auto- en kruiskatalytische cycli de grondslag vormt van de evolutie van alle levensvormen op aarde. In de rijke moleculaire ‘soep’ der oeroceanen werden kruiskatalytische cycli door de natuur verkozen boven andere vormen van samenhang, omdat ze in een turbulente omgeving stabieler waren dan ieder ander moleculaire organisatievorm. De fysisch chemicus en expert in thermodynamica Ilya Prigogine werd onderscheiden met de Nobelprijs nadat hij de wijze waarop kruiskatalytische systemen tot de evolutie van complexe systemen leiden had uitgewerkt.
Toch hebben sommige monopolisten een nuttige functie. Anders zou je nu geen Tablet of simpel constructie materiaal kunnen kopen. Texis Instruments, Samsung en Intel zijn heeeel groot en leveren nu essentiele onderdelen voor onze huidige genetwerkte samenleving. Voor een Rep Rap, Mendel 3D printer heb je ook simpele electronica, stappen motoren en simpel geëxtrudeerde stalen buizen nodig. Die worden ook door hele grote fabrieken gemaakt.
Deze spullen kan je weer simpel en decentraal inzetten.
Ik zie het voorlopig ook nog niet gebeuren dat alle high-end ontwerpen vrijgegeven worden onder een Creative Commons licentie. Ook zie ik nog niet een groep vrijwilligers een IC fabriek of ontwikkeltak overnemen en deze continue laten draaien. Deze spullen heb je wel nodig om ook je 3D printer te maken.
De coöperaties zoals Mondragon en ook hoe Mr. Semler z’n fabrieken organiseert, dat gaat de goede kant op. In San Francisco zou je best wel een oude IC fabriek kunnen overnemen en Open Source IC’s kunnen gaan produceren in een coöperatie. Trouwens, die fabriek van NXP in Nijmegen geef ik ook nog maar 6 jaar voordat ze ‘m dicht doen Daarna kunnen we misschien een Kickstarter beginnen om ‘m over te nemen. Daarna nog voldoende hobbyisten vinden om ‘m draaiende te houden.
@Pieter: Het valt nogal mee met het aantal supermarktketens. Er zijn er nog meer dan genoeg. Het is ook onwaarschijnlijk dat er maar twee overblijven. Welke twee zouden dat dan moeten zijn?
Jumbo en AH
Dat gaat echt niet gebeuren. Ze hebben daar helemaal geen kapitaal voor. En zelfs al zou het financieel wel lukken, dan nog is het strategisch gezien niet erg slim. De formules van bijvoorbeeld Aldi en Lidl passen totaal niet bij Ahold en Jumbo. Die winkels kun je ook niet ombouwen tot een AH of Jumbo, want dan creëer je een gat in de markt waar een slimme ondernemer weer op inspeelt.
In iedere markt heb je overnames, faillissementen, maar ook starters. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat een markt voor altijd kan worden beheerst door twee spelers. En zeker niet bij een vrije markt.