In de jaren 80 en 90 verdween de polarisatie in de Nederlandse politiek. Met de opkomst van Pim Fortuyn keerde de felheid in de politiek weer volop terug. Wat zijn anno 2013 de belangrijkste meningsverschillen binnen de elite en tussen de elite en de rest van de bevolking?
De 200 van Mertens
De Nederlandse elite was van oudsher klein. Al sinds de Gouden Eeuw en de Pruikentijd worden de echt belangrijke ambten in Nederland verdeeld onder enkele honderden regenten. Als het economisch minder ging, ontstonden er hevige conflicten. Zo kennen we uit geschiedenisboekjes het conflict tussen de prinsgezinden en de republikeinen, het conflict tussen katholieken en protestanten en het conflict tussen arbeiders en elite. De vaderlandse geschiedenis staat bol van dit soort episodes. Ook nu het in Nederland slechter gaat, en er minder leuke baantjes te verdelen zijn, zijn er de nodige conflicten binnen de elite. Immers ook nu bestaan de spreekwoordelijke 200 van Mertens nog steeds. Een beperkt aantal topposities dus, die onder veel aspiranten verdeeld moeten worden. We zullen de belangrijkste conflicten hier noemen.
Conflict tussen confessionelen en niet-confessionelen
Twee groepen die elkaar echt niet goed liggen worden vertegenwoordigd door de zogeheten middenpartijen CDA en D66. Het CDA, een verenigde partij van katholieken en protestanten, vertegenwoordigt het traditionele middenveld, met andere woorden bestuurders in organisaties die banden hebben met de vroegere christelijke zuilen. Functies worden voornamelijk op basis van connecties verdeeld.
De partij D66 diende als vehikel om een nieuwe plaats te veroveren voor mensen van de babyboomgeneratie, die beter opgeleid was dan hun voorgangers. Nu D66 een stevige vinger in de pap heeft wat betreft burgemeestersbenoemingen, merk je dat de roep om een gekozen burgemeester bij D66 heeft plaatsgemaakt voor een roep om de bestrijding voor “populisme” (dat wil zeggen: directe democratie en de zaken bij de naam noemen) en de roep voor meer onderwijs, een belangrijke werkgever voor D66-partijleden. Waarmee we op het volgende conflict komen.
Conflict tussen populisten en fatsoenlijke mensen
Nederland is verdeeld in twee kampen wat betreft de persoon Wilders en zijn partij PVV, die ruwweg samenvallen met de voorstanders en de tegenstanders van wijlen Pim Fortuyn. Je bent hartstochtelijk voorstander ofwel fel tegenstander. Een middenweg is er klaarblijkelijk niet en de emoties lopen hoog op.
De populisten, waarvan de standpunten, blijkt uit peilingen, door veel meer mensen worden gedeeld dan alleen het PVV-electoraat, vinden de fatsoenlijke mensen naïeve en/of zakkenvullende landverraders. De fatsoenlijke mensen vinden populisten onbeschaafd, minderwaardig PVV-vee. Hierbij wijzen ze graag op het harde, vrij grove taalgebruik van Wilders.
Fatsoenlijke mensen zijn over het algemeen hoogopgeleid in een alfa- of gammastudie, beschikken over een uitgebreid netwerk in elitaire kringen en profiteren volop van hun maatschappelijke positie, bijvoorbeeld als manager in een ziekenhuis, zelfstandig bestuursorgaan of onderwijsinstelling. Populisten zijn vaak opgeleid in de bètawetenschappen, technische of lagere uniformberoepen, zijn vaak zelfstandig ondernemer of werken in het “harde” bedrijfsleven. Vandaar dat populisten graag in de door hun aartsvijanden gecontroleerde kunst- en cultuursector snijden en om vergelijkbare redenen vraagtekens stellen bij investeringen in onderwijs die verder gaan dan bijbrengen van praktisch toepasbare lesstof.
Conflict tussen staatsdienaren en commerciëlen
Er zijn in Nederland twee wegen om aan het toppositie te komen. Het bedrijfsleven of de overheid. Dit trekt ook een verschillend type mensen aan. Op zekerheid gestelde mensen zullen het via de overheid of het bankwezen proberen, de meer risicozoekenden kiezen innovatieve bedrijfstakken. Promotie maken bij de overheid vereist een hoge opleiding of goede connecties in de politiek. Promotie maken in het bedrijfsleven vereist eveneens grote netwerkvaardigheden, maar men wordt meer op prestaties afgerekend. De elite in het zakenleven wil loonmatiging voor werknemers, veel immigratie en lage belastingen. De elite bij de overheid wil hogere belastingen, meer maakbare samenleving en meer regelgeving om daarmee meer lucratieve posities binnen de overheid en zelfstandige bestuursorganen zoals ziekenhuizen te kunnen creëren. Deze vallen ruwweg samen met de partijen PvdA (overheid) en VVD (middenkader groter bedrijfsleven). Dit verklaart ook waarom oud-VVD politici veel te vinden zijn als commissaris of manager bij banken. Oud-PvdA’ers zijn weer meer te vinden in de welzijnssector, bij de zorg en het onderwijs.
Zich ontwikkelende spanningsgebieden
Het voornaamste spanningsveld in Nederland bevindt zich niet zozeer binnen de elite onderling, maar tussen de elite en bevolking. De elite hoeft zich weinig zorgen te maken, zolang de bevolking geen effectieve leiding kent. Wat dat betreft is de een-lid partij PVV, waar slechts enkele tientallen mensen bij betrokken zijn, voor de elite een geschenk uit de hemel. De PVV heeft echt gevaarlijke partijen, zoals de neonazistische NVU, leeg getrokken. De SP is gevaarlijker. Deze partij kent een geolied kader, maar gelukkig voor de elite een niet al te slimme leider. Ook de SP zit nog vast in het oude denken. De SP wil het bestaande systeem handhaven met wat meer herverdeling.
De gevaarlijkste ontwikkeling voor de elite is het ontstaan van een parallelle samenleving, een staat in de staat. Steeds meer mensen keren zich af van de tegenwoordige maatschappij, omdat de oplossingen steeds minder blijkt te werken voor het gewone volk. Als de bevolking bijvoorbeeld zou kiezen voor zelfvoorziening, handelen in een eigen lokale valuta, dingen besluiten via online referenda en zelf alle dingen zal regelen waar gewoonlijk de overheid voor nodig is, dan zal de macht van de elite snel afnemen. Dit is minder science fiction dan het klinkt. De technologie is er al en er zijn slimme, toegewijde mensen aan het werk om deze technologie steeds krachtiger en gebruiksvriendelijker te maken. Over een paar jaar zal het veel gemakkelijker zijn dan nu om off grid te leven, via een open sociaal netwerk stemmingen te houden, te betalen met Bitcoin of een papieren valuta en met een 3D printer te produceren wat nodig is. Deze technieken zullen dan mainstream worden. Het grootste gevaar voor de elite is dus dat zij overbodig wordt.
Misschien komen ze nog met allerlei verboden of maken ze het moeilijk met allerlei vergunningen of heffingen.
Nieuwe melkkoeien voor hun.
Die verdeling binnen de elite zie ik niet. Er is sprake van een vreedzaam samenleven tussen de elite afkomstig uit het bedrijfsleven en uit de overheid. Ze houden elkaar het hand boven het hoofd.
Er is wel sprake van een grote kloof tussen bevolking en elite. De elite zal daarop reageren door meer controle en repressie.
Overigens een normale situatie in de geschiedenis van de mensheid sinds deze in steden ging wonen (zie bijv. Romeinse rijk e.d.).Â
Sinds de mensheid in steden ging wonen is er vrijwel altijd sprake geweest van een dictatoriale samenleving.Â
Klopt, op dit moment is er een redelijk vreedzaam samenleven (staat ook in het artikel), al zijn er enkele latente conflicten. De voornaamste conflicten zijn er tussen de elite en de bevolking.Â
Wereldwijd blijken de 300 rijkste mensen meer te bezitten dan de 3 miljard armsten in de wereld. Heb je enig idee hoe die verdeling binnen Nederland is Germen?Â
Voor zover mijn gegevens strekken is de Gini-coefficiënt in Nederland vrij laag. De Quote 500 bezitten volgens mij samen 150 miljard.Â
Top 5: Quote 500 2011
De 500 rijkste Nederlanders bezitten samen liefst €143.232.000.000, 5,6% meer dan vorig jaar.
Dat is een kwart van het BNP van Nederland. Het is nochtans een niet erg grote fractie (3%) Â van het totale bezit in Nederland:Â
De Nederlandse bezittingen vertegenwoordigden in 2008 een waarde van 3,5 biljoen (3.500.000.000.000) euro. Dat komt overeen met ruim 210.000 euro per inwoner. Ten opzichte van 1996 is de waarde meer dan verdubbeld
Niettemin staat 10% van de huishoudens zwaar onder water en is dus in feite het bezit van de Quote 500 lieden groter dan dat van 60% van de Nederlandse bevolking.
http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/86F022F2-02B6-44DE-B852-3521B4273548/0/2010k2v4p07art.pdf
Dank voor de heldere cijfers. Daar ga ik eens even een tijdje over nadenken.Â
Meer bezittingen dan 60% van de Nederlanders, het is in Nederland dus nog erger gesteld dan in de rest van de wereld.