De monumentale steden en terraswerken van de Inca's waren mogelijk door overvloedige dwangarbeid.

Socialisme (1): socialistische samenlevingen uit het verleden

Socialisme is een politieke theorie, waarbij solidariteit centraal staat. In de praktijk betekent dit herverdeling van inkomen. Hierover zijn alle socialistische bewegingen het eens. Maar solidariteit met wie? Daar verschillen de meningen over. In deze eerste aflevering over het socialisme, socialistische samenlevingen uit het verleden.

Voorbeelden van succesvolle socialistische samenlevingen uit het verre verleden
Nu een globale cultuur de wereld overspoelt en vrijwel alle politieke stromingen uitgaan van westerse politieke begrippen, lijkt het vanzelfsprekend om te denken in links, rechts en religieus. Ook wordt vaak gedacht dat het socialisme begon in Europa in de negentiende eeuw.

In feite is dit onjuist. Voordat de West-Europeanen de rest van de wereld onder de voet liepen, bestonden er in bijvoorbeeld Zuid-Amerika en Afrika de nodige qua maatschappijstructuur diverse inheemse samenlevingen. Ook in Europa zelf bestonden er opmerkelijke subculturen. Een aantal daarvan zijn socialistisch te noemen.

 

De monumentale steden en terraswerken van de Inca's waren mogelijk door overvloedige dwangarbeid.
De monumentale steden en terraswerken van de Inca’s waren mogelijk door overvloedige dwangarbeid.

Het Incarijk
De Inca’s kenden een kastensysteem, bestaande uit zes klassen. Onder de koning stond de adel, waaronder respectievelijk de kunstenaars, ambachtslieden, boeren en slaven kwamen. Zeer opmerkelijk: handelaren ontbraken. De inwoners van het Inca-imperium kenden arbeidsbelasting: de ingezetenen moesten een (groot) aantal uren per jaar werken voor de overheid. In ruil hiervoor verstrekte de staat eerste levensbehoeften. De staat had hiermee totale greep op de bevolking. Door deze socialistische maatschappijstructuur konden de Incaheersers grote hoeveelheden arbeid inzetten om monumentale steden te bouwen, vaak eeuwen in de toekomst vooruitgepland, en de onherbergzame Andes tot landbouwgebied omturnen. Zelfs kale berghellingen werden door eindeloze handarbeid tot akkers omgeturnd. Europese vuurwapens en ziekten deden de Inca’s de das om. [1]

Boeddhistische kloosterordes
De boeddhisten zijn de grondleggers van de kloostertraditie. De volgelingen van prins Siddharta Gautama legden de monnikeneed af en gingen in groepen samenleven die zich ontwikkelden tot kloosters. Om in hun onderhoud te voorzien zijn veel kloosters afhankelijk van giften van volgelingen, enkele kloosters leven van het werk van de monniken. Als zodanig leveren ze goed karma op voor hun volgelingen. Daarom is er voor boeddhistische kloosterlingen een niet erg grote prikkel om te werken en ligt de nadruk in boeddhistische kloosters vooral op religieuze activiteiten. Wel vormden de kloosters waardevolle kennis- en scholingscentra en besteedden de kloosterlingen een groot deel van hun dag om door middel van religieuze voorbedes het karma van de niet-kloosterlingen te verbeteren.

Christelijke kloosterordes
Het socialisme is voor christenen een voor de hand liggende samenlevingsvorm, omdat het belangrijkste gebod van het christendom is: heb je medemens lief als jezelf en God boven alles. Ook kende Jezus de regel dat zijn volgelingen alles wat ze hadden moesten afstaan aan de groep, een bij uitstek socialistisch principe. Ongehuwde mannen en vrouwen traden in de Middeleeuwen in in kloosterordes.

Veel van deze ordes waren gebaseerd op de Benedictijner Orde, met onder andere de regel “ora et labora”: bid en werk. De kloosters ontgonnen woeste gebieden en slaagden er door hun harde werk in om tot een grote mate van welstand te komen. Wat bijdroeg tot het enorme succes van de kloosters, was dat de kloosterlingen ongehuwd waren, geen kinderen kregen en zich daarom toelegden op hun werk en het belang van het klooster. De kloosters vormden kleine zelfvoorzienende gemenschappen, waardoor ze in de chaotische Middeleeuwen, waarin de handel vrijwel stillag, konden overleven.

Familie- en groepsbezit
Veel volkeren in Afrika en Azië kenden of kennen nog steeds bezit dat toebehoort aan de stam als geheel of aan de clan, niet aan een individu. Westerse kolonisatoren hebben korte metten gemaakt met de idee van communaal bezit en bij landconflicten privé-eigendomsrechten voorrang gegeven.  Land dat ooit aan de stam toebehoorden, werdt tot terra nullius verklaard, afgepakt of onder de stamleden verdeeld. De regimes die de kolonisatoren opvolgden, handhaafden deze gewoonte.

We kunnen hieruit de conclusie trekken, dat socialisme vooral voordelen heeft in gebieden met barre natuurlijke omstandigheden of waar de voornaamste redenen voor zelfverrijking – seksuele competitie en zorgen voor kinderen – niet optreden.

Bronnen
1. The greatest mystery of the Inca Empire was its strange economy, io9.com

8 gedachten over “Socialisme (1): socialistische samenlevingen uit het verleden”

  1. Socialisme is altijd de ‘dwang van de groep’ en daarom wat mij betreft altijd onbespreekbaar.
    De Marx-variant die de wereld onderverdeeld in ‘proletariaat’ en ‘bourgeoisie’ en die de revolutie (eufemisme voor het elimineren van de ‘bourgeoisie’) predikt is het meest mens-minachtende systeem wat ooit door mensen is bedacht. Massamoord of anderzins elimineren c.q. monddood maken van grote groepen van individuen is inherent aan het – klassieke – socialisme; de ‘dictatuur van het proletariaat’, weet je nog. Bij het socialisme (want inherent ondemocratisch) komt altijd een kleine kliek aan de macht die zegt te spreken namens het volk.

    Nogmaals: ONBESPREEKBAAR!!! WIR SIND DAS VOLK!!! (En het volk laat zijn stem spreken via de democratie!!!)

    Dus: elke fatsoenlijke partij is een liberale partij: een gezonde staat kan pas bestaan als de rechten van het individu gewaarborgd zijn.

  2. Helaas wordt in het hedendaagse liberalisme zoals dat bijv. door de VVD wordt geuit niet zozeer vrijheid van het individu nagestreefd als wel vrijheid van de marktkrachten.
    In de praktijk leidt dat tot slavernij van het individu en dominantie door grote bedrijven in de vorm van banken en multinationals die aan niemand verantwoording schuldig zijn. 
    Socialisme heeft vrijheid van het individu nooit als doelstelling gehad en leidt in de praktijk tot onderdrukking door een staatselite, zoals in alle socialistische landen is gebleken.
    Kortom liberalisme en socialisme lijken in de praktijk erg op elkaar. In het ene geval is sprake van een onderdrukking door een elite van managers (die een alliantie aangaan met de staatsmacht) en in het andere geval is sprake van een onderdrukking door een elite van bureaucraten. 
    In beide gevallen is het individu een slaaf en heeft helemaal niets te vertellen. 
    Een ideologie die werkelijk in de praktijk leidt tot vrijheid van het individu is er niet. Wie weet welke ideologie niet alleen in theorie, maar ook in de praktijk tot vrijheid van het individu leidt mag dat zeggen.
    Kennelijk is de mens net zoals apen een groepsdier dat zich altijd leidt manipuleren door leiders. 
     
     
     

    1. Je moet het politiek liberalisme dat ik hierboven beschrijf niet verwarren met het economisch liberalisme. 

      In plaats van socialisme en economisch liberalisme van bijv. de VVD, propageer ik een ‘liberalisme voor gelijke kansen’ hetgeen ik op deze site al vaker heb beschreven. 

  3. Bij liberalisme denk je toch vooral aan de ideologie zoals die naar voren wordt gebracht door partijen die zich als liberaal profileren denk aan in Engeland de Liberal Democrats, in Duitsland de FDP, in Nederland VVD en D’66.
    Allemaal partijen die vooral staan voor de vrijheid van marktpartijen en het grote geld.
    Eerlijk gezegd zie ik niet hoe vrijheid voor grote marktpartijen kan leiden tot vrijheid van het individu. Leiden de praktijken en manipulaties van grote banken en bedrijven tot meer vrijheid voor het individu? Ik dacht het niet.
    Ik denk dat het huidige liberalisme in zijn uitwerking erg lijkt op die van het socialisme. Je ziet dat ook in Oost Europa. De partijbonzen van vroeger zijn vaak de kapitalistische bazen van nu. 
    Vrijheid voor het individu is vooral te bereiken via kleinschaligheid en beteugeling van ongeremd kapitalisme.
    Helaas is er geen enkel voorbeeld van een vrije samenleving op deze Aardbol die ook in de praktijk werkt. Utopische initiatieven zijn allemaal stuk gelopen. Dat zegt veel over hoe wij als mensen zijn. 
     
     

    1. Je vervalt in herhaling; daarom ik ook maar.

      Je moet het politiek liberalisme dat ik hierboven beschrijf niet verwarren met het economisch liberalisme. 

      Het socialisme gaat i.t.t. het politiek liberalisme niet uit van de vrijheid van het individu; in het socialisme sneeuwt het belang van het individu onder door het belang van de groep c.q. de staat! De rechten van het individu zijn daar dus niet verzekerd.

      In plaats van socialisme en economisch liberalisme van bijv. de VVD, propageer ik een ‘liberalisme voor gelijke kansen’ hetgeen ik op deze site al vaker heb beschreven.  
       

  4. Dictatuur van het proletariaat is de tegenhanger van de dictatuur van het kapitaal. Of in andere woorden, het gaat om een democratie van de meerderheid versus een democratie van de minderheid.

  5. Interessant stuk. Ik was wel een beetje verbaasd over de invulling van het socialisme bij de Inca’s. Dat lijkt meer op een vorm van slavernij dan socialisme. Een beetje zoals het communisme volgens mij ook in Rusland was.

Laat een reactie achter