Met de ontdekking van Higgsdeeltjes is de laatste bouwsteen van het Standaardmodel ontdekt. Volgens het Standaardmodel bestaat het vacuüm uit een stroperige zee van Higgsdeeltjes die andere deeltjes hun massa geeft. Deze Higgsdeeltjes zijn virtueel: hun netto energie is nul. Maar wat als hun energie niet nul is? Het antwoord: dat zou slecht nieuws zijn, heel slecht nieuws, zoals uiteen wordt gezet in dit filmpje.
Volgens de kwantummechanica zijn alleen systemen zonder vrije energie stabiel. Ons vacuüm is zo’n systeem. Er is alleen één onzekere factor. Geldt dit ook voor het Higgsveld? Als er een lagere energietoestand bestaat dan het huidige vacuüm, is het Higgsveld metastabiel en zal het vroeg of laat uiteenvallen in deze lagere energietoestand. Ons vacuüm is dan namelijk vals, en zal dan vroeg of laat uiteenvallen in een ‘echt’ vacuüm.
Stel je voor, elke kubieke meter ruimte verandert in een potentiële bom. De explosie plant zich voort met de lichtsnelheid. Er is dus geen ontkomen aan. Als de explosiegrens van het uiteenvallende vacuüm ons bereikt, eindigt ons bestaan en bovendien ook dat van de natuur- en scheikunde die we kennen. We kunnen ons dus niet troosten met de wetenschap dat er na ons ander leven zal komen. Ons heelal heeft eigenschappen die de kans op leven erg groot maken. Het is zeer de vraag of dat met het nieuw ontstane heelal ook het geval zal zijn.
Het goede nieuws is: er zijn weinig aanwijzingen dat dit ook werkelijk zal gebeuren. Het is alleen theoretisch mogelijk, volgens onze beperkte kennis.
Misschien zijn higgsdeeltjes langzaam aan het vervallen en is dat de donkere energie?
Uit recentere onderzoeksresultaten met veel meer nauwkeurige meet gegevens, komt nu naar voren dat ons universum aan de grenzen niet echt versneld expandeert. Dat wat men de zogenaamde donkere energie noemde om dit verschijnsel te verklaren, (versnelde expansie) komt daarmee te vervallen:
http://www.sciencealert.com/no-the-universe-is-not-expanding-at-an-accelerated-rate-say-physicists
In mijn vorige reactie op het artikel “Zwart gat ideaal voor energievoorziening” schetste ik mijn persoonlijke beeld van de situatie: De ruimte tussen de schalen, (waarnemingshorizonnen) die ik beschreef, was in dat verhaal gevuld met virtuele deeltjes. Wat we weten uit praktijk onderzoek, (zichtbare virtuele deeltjes op een snel bewegend magnetisch traject) is dat virtuele deeltjes massa kunnen ontlenen aan wat wij het vacuum noemen. In principe kunnen er zelfs virtuele protonen ontstaan als de magnetische velden sterk en snel genoeg zijn. Higgsdeeltjes zijn ook virtuele deeltjes, en daar kom ik op de vraag; wat is nou het verschil tussen vaste materie met massa, en dus de stabiele aanwezigheid van Higgsdeeltjes, en de Higgsdeeltjes die zich pas manifesteren richting relativistische snelheden?
Ik vermoed dat het antwoord daarop snelheid kan zijn……..
Snelheid maal virtuele deeltjes geeft niet alleen zichtbare en materiële manifestatie, maar ook massa en Higgsdeeltjes. Tussen twee schalen heerst in mijn beeld steeds een virtuele druk, anders kunnen de overigens hypothetische schalen in één vloeien, en zelfs niet eens bestaan. Ik denk dat zoiets als de Big Bang een enorme drukgolf is, die zich verplaatst tussen de schalen met een enorme snelheid. Die virtuele deeltjes die zich dan onderling op een éénparige snelheid verplaatsen in de golf, manifesteren zich dan ten opzichte van elkaar in diverse bekende, en onbekende vormen van materie en energie. Het antwoord op de vraag, wat als het vacuüm vals is, zou beantwoord kunnen worden met de hypothetische voorstelling; zou het virtuele en materiële vacuüm veranderen als een nieuwe drukgolf de oude ontmoet, en deze mogelijk gedeeltelijk of zelfs geheel opheft…..
“Volgens het Standaardmodel bestaat het vacuüm uit een stroperige zee van Higgsdeeltjes die andere deeltjes hun massa geeft. ”
Nee, het is de vacuümverwachtingswaarde van het Higgsveld dat voor de massatermen zorgt. Het Higgsdeeltje is de vrijheidsgraad die overblijft uit dit veld nadat het systeem zich in de grondtoestand heeft genesteld. Dit Higgsdeeltje zal als reëel (maar hoogst instabiel) deeltje voorkomen en (zoals alle andere deeltjes) als “virtueel” in je amplitudes.
De “netto-energie” van “virtuele deeltjes” is niet 0; het zijn wiskundige boekhoudtruukjes die überhaupt niet voldoen aan Einsteins energierelatie. Ze verdwijnen volledig van je papier (en uit je berekening) als je amplitudes analytisch kunt uitrekenen, zoals in sommige 2-dimensionale gevallen mogelijk is.
De in dit artikel genoemde manier om over “virtuele deeltjes” te denken is een metafoor. En de verwarring komt wanneer je die metaforen als “echt” gaat zien. Er is geen enkel proces in de kwantummechanica dat beschrijft dat er constant ” virtuele deeltjes verschijnen en verdwijnen”. Dat zijn metaforen waarmee men een intuïtie probeert te kweken voor berekeningen.
Ik heb niet veel verstand en daardoor kan ik out of the box denken, maar stel de zwaartekracht geen ’trekkende kracht’ is maar ‘duwend’ ? Dit zou dan komen omdat het Veld niet niets is meer een energiesoep.
De zwaartekracht zou dan kunnen vergelijken met de druk die oploopt als het Veld door dichtere materie als bijv de aarde een stuwing van de energie oplevert. Zo kan ik valversnelling en kunstmatige zwaartekracht beter verklaren.
Een ander idee is dat tijd geen geheimzinnige zoveelste dimensie is, maar volgens de door mij gebruikte definitie: een afstand in een cyclus. Ik kan daarmee veel verklaren en tijdreizen kan dan dus niet, wel herhalen, maar dan op een ander moment op kosmoswijzerplaat.
Volgens de Bijbel is God een overvloed aan dynamische energie, die alles bijeen houdt als cohesieve kracht. God is dus het hoogste energielevell en als alles weer daarin op gaat, is er geen ander leven meer.
Maar ergens in de tijd, toen er dus geen tijd, geen cycli waren, heeft onze Bron besloten te delen. Daar zijn wij een van de resultaten van. En de Bron nodigt uit met deze verbonden te blijven.
Nog een idee is, zoals alles pulseert , ook ons heelal pulseert in een voor ons wellicht onbekende cyclus.
Het cyclische zou ook toepassen op de energie van zon, die via een voorzienende externe energiebron nooit ‘ opraakt’
Tot zover heeft mijn denkraam naar buiten kunnen kijken