Waarom zijn er geen dieren met wielen?

Een wiel is qua energie de efficiëntste manier om je voort te bewegen over een plat vlak. Je zou dus verwachten dat het in het dierenrijk zou wemelen van dieren met wielen. In werkelijkheid is er geen enkel dier, groter dan eencelligen. Hoe komt dat?

Hele lichaam als wiel
Er zijn wel enkele voorbeelden van planten en dieren die gebruik maken van een rollende beweging. So is de woestijnplant tuimelkruid (tumbleweed ) een bekende verschijning in de Australische woestijnen. Deze wordt voortgeblazen door de wind. Er zijn ook enkele soorten ongewervelden die zichzelf in een rollende bal kunnen veranderen, zoals sommige rupsen, spinnen en miljoenpoten. Bij gordeldieren en egels is de bal een verdedigingsstructuur, en de bal in het water laten rollen juist een geliefde techniek van roofdieren om het dier te vangen.

Alleen nuttig op plat vlak
De meeste oppervlaktes op aarde zijn begroeid of oneffen. Wielen werden pas nuttig, toen er wegen kwamen. In struikgewas of dichte begroeiing heb je weinig aan een wiel. Hellingen zijn vaak wel kaal. Ook is er dan een energiebron: de zwaartekrachtspotentieel. Dit verklaart, waarom enkele salamanders en rupsen hebben geleerd, zichzelf in een wiel te veranderen. Bij dreigend gevaar krullen ze zichzelf op en rollen naar beneden, met behulp van de zwaartekracht. Roofdieren kunnen dit niet bijbenen. Als de salamander beneden is, gaat hij er weer op zijn pootjes vandoor.

De Azteken en andere inheems-Mexicaanse beschavingen kenden het wiel, maar vonden het niet erg nuttig zonder trekdieren als paarden of ossen. Ze gebruikten het wiel wel in kinderspeelgoed zoals dit. Bron: Wikimedia Commons. Mogelijk was de geschiedenis anders gelopen als ze de Chinese kruiwagen hadden gekend.

Een los wiel, zoals wij dat in auto’s en fietsen kennen, ontwikkelen, is lastig voor een organisme. Een wiel moet los bewegen van de rest en om een as draaien. Dat betekent, dat een dier uit meerdere losse delen moet bestaan: het wiel en tandwielen, of een snaar, om het wiel mee aan te drijven. Niet erg praktisch. Poten zijn dan effectiever.

Eencellige wielen
Eencelligen kennen wel iets dat zich gedraagt als een wiel: het flagellum oftewel de zweepstaart. Deze bestaat uit een speciaal eiwit, waarvan de kop ronddraait in een soort chemische motor. Door deze draaiing stuwt de zweepstaart de eencellige voort.

Laat een reactie achter