Aardolie wordt geproduceerd door de verhitting van organische resten bij zeer grote hitte, wil de gangbare geologische wijsheid. Het gevolg: alleen op een beperkt aantal plaatsen (namelijk waarvan geologen weten dat daar veel organisch materiaal is gefossiliseerd, zoals voormalige zeebodems) wordt naar aardolie geboord. Nieuw onderzoek spreekt andere taal: naar nu blijkt kan in de aardmantel methaan worden aaneengeregen tot langere koolwaterstofketens. Stikt het op allerlei onbekende plaatsen van de aardolie?
Dinosauruspap
Volgens de gangbare theorie ontstond aardolie als volgt. In de loop van miljoenen jaren dwarrelden allerlei overblijfselen van plankton, eencellige en meercellige microscopische plantjes en diertjes, neer op de zeebodem. Daardoor ontstonden dikke sedimentpakketten met een hoog gehalte aan organische stoffen. Deze raakten op een gegeven moment begraven onder een dikke laag gesteente en belandde op een gebied waar de temperaturen veel hoger zijn. Dat werkte als een natuurlijke kraakinstallatie, waardoor de zuurstofrijke organische stoffen hun zuurstof in de vorm van water afsplitsten en via de stof kerogeen, die door de hitte werd gekraakt, lange ketens koolwaterstoffen produceerde, de zwarte smurrie: aardolie.
Abiogenetische vorming van aardolie
De abiogenetische oorsprong van aardolie controversieel te noemen, is vermoedelijk een enorm understatement. Volgens deze theorie, vooral populair in Rusland, vormt zich voortdurend methaan in de aardmantel dat naar boven borrelt. Dit wordt gedeeltelijk geoxideerd, waardoor waterstof wordt onttrokken en -weer – aardolie ontstaat. Uitgesloten, aldus de gevestigde geologie. Een berekening laat echter zien dat aardolie zich wel degelijk in de mantel kan vormen. Ongeveer honderd kilometer onder het aardoppervlak is de druk vijftigduizend atmosfeer en de temperatuur twaalfhonderd graden. Bij deze temperatuur en druk werken diamantjes en metaaloxiden als katalysator om methaan aaneen te rijgen tot langere molecuulketens: aardolie.
Hiermee is niet bewezen dat dit proces ook daadwerkelijk plaatsvindt, maar, zo blijkt, de omstandigheden diep onder de aarde zijn er zeer geschikt voor.
Gevolgen van grote hoeveelheden abiogene olie
Als er zich op allerlei nog niet onderzochte plaatsen op de aardbol aardolie zou bevinden, zou dit de opmars van schone alternatieve energie een zware klap toebrengen en de hoeveelheid milieuvervuiling als gevolg van oliewinning veel groter maken. Een positiever effect zou zijn dat onze afhankelijkheid van dubieuze olieleveranciers als Saoedi-Arabië af zou nemen en dat de catastrofale ineenstorting die sommigen voorzien als de olie uitgeput raakt, uitblijft. We kunnen dan via een zachte landing overstappen op duurzaam. Wel zal de hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer ngo harder stijgen. Op dit moment zijn de gevolgen beperkt (en bevordert het gas de plantengroei), bij hogere concentraties zullen de negatieve effecten vermoedelijk overheersend worden.
Bronnen
Physorg: Hydrocarbons in the Deep Earth
Lawrence Livermore National Laboratory
Het probleem met deze theorie is dat aardolie alleen voorkomt in sedimentatiegesteenten. En alle sedimentatiegesteenten jonger dan 500 miljoen jaar bevatten dode planten en dieren.
Die voorspelde catastrofale ineenstorting zal niet zo catastrofaal zijn. Niet alle auto’s staan tegelijkertijd zonder benzine.
Het zal heel geleidelijk gaan: eerst zullen de armen hun auto laten staan. Dat is al begonnen en we merken er helemaal niets van, behalve dat er minder auto’s verkocht worden.
En langzamerhand zullen er steeds minder mensen kunnen rijden en vliegen. De Concorde vliegt niet meer, de Spaceshuttle ook niet meer.
Over 10 jaar ziet de wereld er heel anders uit, maar er is dan nog geen sprake van catastrofe.
Hans, de gevolgen voor de voedselvoorziening zijn veel vervelender. Zo kost het maken van kunstmest en het ploegen van land veel fossiele brandstof. Minder autorijden is niet zo’n punt, maar minder voedsel betekent hongersnood.
Niet zo somber: minder voedsel betekent ook minder overgewicht.
Hans, we hebben hier hier over factor drie minder voedsel.
uhhhh Germen, hebben we dan ook een factor drie minder overgewicht?
Ik vrees wel meer dan factor drie, Jeroen…
Of hebben we het over een factor 3 minder mensen? Dat zou een beetje jammer zijn natuurlijk.