Zelfs de meest incompetente bestuurder heeft keer op keer weinig problemen om aan een nieuw riant baantje te komen. Als we ook letten op de riante salarissen die in de top van het bedrijfsleven en de non-profitsector uitbetaald worden kan slechts één conclusie worden getrokken: we kampen met een enorm tekort aan managers. Wat doen we aan dit grote, dringende probleem?
Managers, loonmatiging en mindere goden
Er komen er steeds meer van. Managers. Ze krijgen ook steeds meer betaald. Zo is in crisisjaar 2010 het gemiddelde inkomen in Nederland ongeveer gelijkgebleven, maar stegen de topsalarissen met 14%. Loonmatiging is goed voor de economie, wordt Jan Modaal wijsgemaakt, maar voor zichzelf hebben de heren wat rianters in gedachten.
Volgens managers zijn managers onmisbaar. Ze houden zich bezig met belangrijke dingen als huisstijlveranderingen, overnames en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Mogelijk bedoelen ze hiermee het aan werk helpen van oud-politici. Ook maken ze hun bedrijven steeds efficiënter en bedenken ze handige dingen voor de mensen als een 0900-lijn waar je ook als je in de wacht staat de volle mep betaalt.
Goede managers zijn schaars
Je ziet steeds weer dezelfde gezichten opduiken bij grote bedrijven en non-profitinstellingen.
Of ze nu goed hebben gepresteerd of juist een enorme wanprestatie hebben geleverd maakt weinig uit. Managers en oud-politici worden beter gerecycled dan welke grondstof dan ook. Kortom: managers lijken uitermate schaars te zijn. Bijzondere mensen dus. Die mag je daarom best flink belonen, vinden managers. Zoals ex-generaal Brinkman die keer op keer tegen een riant tarief als interimmanager werd ingehuurd bij het slechtste ziekenhuis van Nederland, het IJsselmeerziekenhuis.
Vroeger was er minder schaarste aan managers. De topman van, zeg, NS was gewoon een NS’er van de werkvloer die beter leiding gaf dan zijn collega’s. En ondergeschikten genoeg. Om promoties werd gevochten. Opleiding deed je gewoon in je vrije tijd. Maar goed. Het is nu allemaal veel beter geregeld. Met Em Bie Ee en een Academy of Excellence. Daar kan zo’n NS-strebertje niet tegenop, al weet hij veel meer van treinen.
De dreiging van het buitenland
Nederland is, beweren managers, een lagelonenland voor managers. Nederland dreigt leeggeroofd te worden door Amerikaanse headhunters die onze schaarse resources komen plunderen. Niet de massale uittocht van gepromoveerde bèta’s en toponderzoekers is een probleem, getuige hun bedroevend magere salaris, maar de schaarste van onze unieke, onvervangbare managers. Een topman van, zeg, Microsoft verdient veel meer dan een ING-opperheerser. En dat kan natuurlijk niet. Straks worden onze mega-managementtalenten weggekocht door die vette, nietsontziende roofkapitalisten van aan de andere kant van de grote plas. Dat laten we ons natuurlijk niet gebeuren. Zonder Organon en Sluis Zaden kunnen we wel maar zonder onze managers? We zullen gehuld in jute zakken op het land zwoegen, de stijgende zeespiegel laat alles onder de Vaalserberg onderlopen, kortom: het licht gaat uit.
De oplossing: gastarbeiders
In India en China worden jaarlijkse groeicijfers bereikt waar de westerse industrielanden stikjaloers op zijn. Bedrijven uit beide landen zijn overal op overnamejacht, zelfs onze nationale trots Hoogovens is nu onderdeel van Tata Steel. Het is duidelijk dat hier een grote bron van managers te vinden is die bereid is om voor een schamele grijpstuiver hun talenten in Nederland te ontplooien.
Ons land wordt gered van de ondergang. Eindelijk hoeven de arme, overbelaste managers hier niet langer te zuchten onder een hoge werkdruk. De grootste minkukels kunnen van hun onverdiende VUT-regeling genieten. De rest kan misschien de politiek in, provinciale-statenlid worden of zo. Kortom: lang leve de globalisering.
ik heb nog wel 20 uur over!
Hilarisch stukje over de managementcultuur in Nederland!
Wat betreft die lage beloning voor Nederlandse CEO’s: Mark Foekema van Nyenrode heeft hier recent onderzoek naar gedaan en daar is eerder het tegendeel uitgekomen. In de 7 afleveringen van “Leider Gezocht” van de NTR zat ook een aflevering waarbij gezegd werd dat managen niet even te leren is op een MBA-opleiding. Het is zoals je zegt, met je poten in de klei moet maar blijken of je door kunt groeien naar leiderschap. Wat ook mist bij leiders van buiten is de betrokkenheid bij het bedrijf of het merk. Het lijkt niet uit maken waar je vandaan komt en heen gaat. Hoe heeft het bijvoorbeeld kunnen gebeuren dat de eens zo trotse Hoogovens werden overgedaan aan het noodlijdende British Steel? En nu weer aan Tata?
De vraag blijft natuurlijk hoe deze managementcultuur ontstaan is en in stand blijft. Is er een ouwe jongens krentenbrood netwerk waarvan de leden elkaar de lucratieve baantjes toespelen? De vraag is ook waar deze zogenaamde managers naar toe zouden moeten als je ze op hun prestaties zou afrekenen. Het is duidelijk dat zij ook op de werkvloer door de mand zouden vallen. Verder is de situatie denk ik het ergste bij overheid en semi-overheid. Daar zitten managers die zich aan het hoofd wanen van multinationals, maar zonder een echt product en zonder zelf enig risico te lopen. En toch moet je blijven vechten tegen de foute veronderstelling: “zonder goede beloning krijg je geen topbestuurdersâ€. Uiteindelijk moet de beloning van de prestatie afhangen, maar dat doet het dus niet aan de top.
Roepende in de woestijn,
Ik hoorde afgelopen week op radio 538 een DJ een opmerking maken die eigenlijk wel zo´n beetje de spijker op zijn kop sloeg. Het hele managers systeem wordt gevoed door onze nederlandse taal. Tegenwoordig heet een vrachtwagenchauffeur geen vrachtwagenchauffeur meer maar een transportmanager, een postbezorger is geen postbezorger meer maar een postmanager, een lopende band bediende in een fabriek heet een lopende band manager enz. Voor elk beroep wat gemanaged kan worden word de laatste tijd ook manager bijgeplaatst. Het is dan ook wel logisch dat iemand die aan de lopende band staat in een fabriek en zichzelf manager mag gaan noemen ook een hoger loon wil hebben, boven die lopende band manager (junior manager) krijg je een chef, een baas van een groep, die mag zich opeens adjunct manager gaan noemen waarop de supervisor vanzelfsprekend ook niet kan achterblijven, die wordt weer adjunct senior manager. Ze willen allemaal een hoger loon omdat ze een andere functienaam hebben gekregen, geen andere functie. Dus ja, de managerscultuur wordt gewoon in stand gehouden omdat de engelse taal meer en meer in de nederlandse taal geintegreerd word.
Barry,
waar jij het over hebt is dat het vaak niet zoveel toevoegt, dat gemanager. Dat is ook zeker zo. Een ander etiket op je functie en je kunt weer jaren financieel groeien. Mijn ervaring is dat heel vaak mensen voor de status gaan, meer geld, meer mensen onder zich, zonder zich te bekommeren om de invulling van hun functie. Sterker nog, ze gaan zich onaantastbaarder voelen en gedragen, de werkvloer in onvrede achterlatend. Vaak gaan mensen voor de lusten en niet de lasten van een hogere of weer nieuw verzonnen functie. Uiteindelijk richt zoiets een organisatie ten gronde, dat gegroei zonder verbetering. Wat mij betreft is een manager een werkvoorbereider die er voor zorgt dat anderen ongestoord hun werk kunnen doen. Maar hoe hoger je komt in de hierarchie, hoe afweziger dat besef. Een leider zou bij uitstek een dienstverlener moeten zijn. Dat komt dus in de buurt van waar Julie het hieronder over heeft. Dienend leiderschap.
Vermeldingswaard is Warren Bennis, vanwege zijn werk op het gebied van leiderschap.
Twee belangrijke boeken over goed leiderschap zijn
“Servant Leadership” door Robert K.Greenleaf, en
“Synchroniciteit” door Jaworski.
Manager is in de praktijk eigenlijk geen beroep maar een levenshouding.
De verreweg meest voorkomende is de autoritaire gewetenloze manager:
ingevuld door mensen (m/v) die kicken op de baas spelen, mensen als nummers of voorwerpen zien, de riante beloning(en) incasseren, en de verantwoordelijkheid, als het misloopt, doorschuiven naar hun ondergeschikten. Is eigenlijk een beschrijving van dictators, absolute koningen en ander ‘managend’ gespuis.
Een goede manager, vooral in de top van megabedrijven en banken uiterst zeldzaam, is naar mijn mening iemand die zijn verantwoordelijkheden neemt, zelf het goede voorbeeld geeft, mensen zoveel mogelijk ontziet, en zich als dienaar ziet van de mensen en bedrijven waarvoor hij werkt.