aliens

Er zijn hardnekkige, onuitroeibare geruchten dat overheden buitenaards bezoek in de doofpot stoppen.

Worden we door buitenaardse wezens bespied? Technische mogelijkheden

Van weinig onderwerpen raken de gemoederen zo verhit als van het onderwerp buitenaardse beschavingen. Geen wonder. Wat zijn de concrete aanwijzingen dat we buitenaards bezoek hebben?

Er zijn hardnekkige, onuitroeibare geruchten dat overheden buitenaards bezoek in de doofpot stoppen.
Er zijn hardnekkige, onuitroeibare geruchten dat overheden buitenaards bezoek in de doofpot stoppen.

Drie belangrijke voorwaarden
Als we door buitenaardse wezens worden bespied of gemanipuleerd, zoals veel mensen geloven, moet aan drie voorwaarden zijn voldaan. De eerste is uiteraard dat zich elders in het Melkwegstelsel intelligent leven heeft gevormd dat over voldoende wetenschappelijke en technische kennis beschikt. De tweede voorwaarde is dat de aliens een praktische methode hebben om naar andere sterren te reizen. Ter vergelijking: het ruimtevaartuig Voyager 1, het voor zover we weten snelste en verst verwijderde door mensenhanden vervaardigde voorwerp ooit, heeft in meer dan dertig jaar nu ongeveer 16 lichtuur afgelegd. De dichtstbijzijnde behoorlijke ster, ik heb het niet over een mislukte bruine dwerg, is Alfa Centauri. Deze staat op 4,2 lichtjaar afstand (en heeft voor zover we weten overigens geen planetenstelsel, dus zal geen voor de hand liggende plek zijn). Dat is  2300 maal verder. De volgende ijstijd is hier dus al hoog en breed aangebroken als Voyager 1 op 4,2 lichtjaar van de aarde is.

Statistiek en de ervaringen op aarde pleit voor buitenaardse intelligentie
Er komen heel veel planeten voor waarop zich leven kan ontwikkelen, weten we uit sterbedekkingsdata. We weten ook dat alleen al op de aarde in zeker vijf diergroepen – primaten, papegaaiachtigen, walvisachtigen, olifantachtigen  en octopoïden – intelligentie op een redelijk hoog niveau voorkomt. Kortom: het lijkt er veel op dat de ontwikkeling van intelligentie geen toeval is, maar samenhangt met het ontstaan van een complexer ecosysteem, waardoor een complex brein nodig is om voedsel te verzamelen en aan steeds slimmere belagers te ontkomen. Is dat ver-ontwikkelde ecosysteem er eenmaal, op aarde kostte dat meer dan 2,5 miljard jaar, dan ontstaat een evolutionaire wapenwedloop en is het een kwestie van ongeveer een half miljard jaar voor de eerste mensachtige intelligentie in een levensvorm ontstaat.

Zijn de kosmische afstanden niet te groot?
Volgens emeritus hoogleraar theoretische fysica ’t Hooft zijn de afstanden tussen de sterren zo groot dat reizen tussen de sterren onpraktisch zijn. Weliswaar wordt de tijd voor een reiziger verkort als deze vrijwel met de lichtsnelheid reist, maar de hoeveelheid energie in het ruimteschip wordt dan meerdere keren zo groot als de massa in het ruimteschip zelf. Een enkel stofje wordt met deze snelheden al fataal. Zelfs waterstofatomen kunnen het ruimteschip met verwoestende kracht treffen.
Of reizen tussen de sterren werkelijk onpraktisch zijn, is echter, met alle respect, de vraag. Weliswaar zijn de afstanden tussen de sterren enorm, maar niet onoverkomelijk. Een kolonieschip dat een paar honderd jaar onderweg is en met een redelijk veilige 1% van de lichtsnelheid reist (3000 km per seconde), zou de reis naar de dichtstbijzijnde ster kunnen maken. Op deze manier zou een interstellaire beschaving kunnen ontstaan. Aliens met een lange-termijn visie, bijvoorbeeld omdat ze hun levensduur hebben verveelvoudigd, zouden dus lange interstellaire reizen kunnen maken.

Wel zal de benodigde hoeveelheid energie voor zelfs een klein ruimteschip enorm zijn: per kilogram 2,5 miljoen kilowattuur. Bill Gates zou van een scheepje van 24 ton net de energierekening kunnen betalen. Aan de andere kant: een Kardashev-II beschaving, die een complete  zon kan oogsten, lacht om dergelijke beperkingen.

Recente ontdekkingen laten (als de data kloppen) zien dat de lichtsnelheid niet zo absoluut is als Einstein doet voorkomen. Hopelijk opent dit de deur naar nieuwe ontdekkingen. Het is niet uit te sluiten dat er een slimmere manier bestaat om de afstanden tussen de sterren te overbruggen. Wel zal dit andere natuurkunde met zich meebrengen dan we op dit moment kennen.

Hebben ze de behoefte om deze kant uit te komen?
Het beantwoorden van de vraag naar de beweegredenen van buitenaardse wezens is een studie op zich. Als we letten op de vijf niet-menselijke groepen dieren die enige vorm van intelligentie hebben ontwikkeld, weten we dat ze nieuwsgierig zullen zijn. Dat kenmerk delen alle vier groepen namelijk met elkaar. We weten alleen niet hoe toekomstige technische vooruitgang en eeuwenlang leven in een overbeschaafde samenleving hun geest zal beïnvloeden. Als ze zich ontwikkelen tot een in zichzelf gekeerde soort, is de kans klein dat ze deze kant uit komen. Aan de andere kant: er hoeft maar één expansieve soort te zijn en in minder dan geen tijd, kosmologisch gesproken, zitten ze over de hele Melkweg verspreid. En laten we eerlijk zijn, we zijn best wel een lachwekkende soort. Wie zou niet op de eerste rang willen zitten om mee te genieten van onze stommiteiten?

Sommige wetenschappers laten zich graag inspireren door science fiction, zoals door de SF-serie V, waarin een ras van buitenaardse reptielen de mensheid tot diepvriesbiefstuk wil verwerken.

‘Aliens willen ons opeten’

Op Visionair houden we van originele theorieën maar dit gaat wel heel ver. Een serieus bedoeld artikel van de hand van drie wetenschappers, gepubliceerd in april 2011, kwam in de publiciteit. Het bevat een aantal uiterst opmerkelijke scenario’s.

De scenario’s werden beschreven door doctoraalstudent Seth Baum en postdocs Jacob Haqq-Misra en Shawn Donagal-Goldman in een artikel het journaal Acta Astronautica. Hun verzameling doemscenario’s kwam eind augustus 2011 in de publiciteit na media-aandacht van een Britse krant. Waar de komkommertijd al niet goed voor is.

Sommige wetenschappers laten zich graag inspireren door science fiction, zoals door de SF-serie V, waarin een ras van buitenaardse reptielen de mensheid tot diepvriesbiefstuk wil verwerken.
Sommige wetenschappers laten zich graag inspireren door science fiction, zoals door de SF-serie V, waarin een ras van buitenaardse reptielen de mensheid tot diepvriesbiefstuk wil verwerken.

Contacten met buitenaardsen kunnen leiden tot vorderingen op het gebied van wiskunde en natuurwetenschappen. Ook kunnen ernstige problemen als het wereldwijde voedselgebrek en armoede opgelost worden, aldus de studie. In enkele van de meer woeste scenario’s zouden buitenaardse wezens volgens de wetenschappers van plan zijn mensen op te eten of tot slaaf te maken. Een oplossing van de buitenaardse hongersnood, zeg maar.

Een ander, al op Visionair beschreven scenario is dat buitenaardse wezens het leven op aarde zullen willen vernietigen als ze vaststellen dat de menselijke beschaving zich te snel verspreidt en anderen kan schaden. Bewijs dat mensen de omgeving verwoesten, zoals broeikasgassen en sporen van CFK’s in de atmosfeer, zouden volgens het drietal hiervan de buitenaardsen kunnen overtuigen. Aan de andere kant zouden ze zo uiteraard kunnen denken dat we onszelf wel om zeep helpen, dus dat ingrijpen zonde van de moeite is.

Buitenaardsen kunnen de aarde ook schaden door een buitenaardse ziekte mee te brengen of door technologie, bewust of onbewust, aldus de auteurs.

Baum en doet doctoraalonderzoek aan de Amerikaanse Pennsylvania State University, waar Haqq-Misra een postdoctoraal onderzoek doet. De derde auteur, Domagal-Goldman, denkt dat contact met een buitenaardse beschaving weliswaar onwaarschijnlijk is, maar erg interessant om over na te denken. En om een strategie te ontwikkelen voor als het ooit zover komt. Zo kunnen we maar het beste niets vertellen over hoe onze biologie of DNA functioneert. Ook kunnen we maar beter niet al te enthousiast de rest van het zonnestelsel gaan koloniseren om ze niet de stuipen op het lijf te jagen. Wie weet gaan de aliens anders een enge ziekte bedenken om die gevaarlijke plaag van onbehaarde tweevoeters op Sol-IV (de zon is Sol-I) uit te schakelen.

Of komen ze hier een bezoekje brengen met een oorlogsvloot (waarbij we er even van uitgaan dat Einstein er naast zat). Tijd voor een list, aldus de auteurs. Want zeg nou zelf, te eindigen als tafelbediende van paarse buitenaardse krokodillen of erger, als steak op een buitenaardse barbecue, is geen prettig vooruitzicht.

Bronnen
NASA Affiliates Explore Potential Outcomes Meeting Aliens, Recommend Protective Steps (met het oorspronkelijke artikel embedded)

Wat zou ET van ons willen?

Stel, de aarde wordt bezocht door buitenaardse wezens. Wat zouden aliens van ons willen? Er zijn enkele mogelijkheden, die zeer onprettige tot vrij milde gevolgen zullen hebben. Overleeft de mensheid First Contact?

Grondstoffen of mijnbouw?

Als buitenaardse bezoekers kwade bedoelingen met ons hebben, heeft dat vermoedelijk uiterst akelige gevolgen.
Als buitenaardse bezoekers kwade bedoelingen met ons hebben, heeft dat vermoedelijk uiterst akelige gevolgen.

Derderangs SF films zoals Independence Day geven de indruk dat de aarde een gewilde plek is om grondstoffen te oogsten. In feite is dit onzin. We zagen al het heel veel energie kost om van de ene ster naar de andere te reizen, in massa uitgedrukt misschien wel evenveel als het gewicht van de lading. Het is dan veel slimmer om de grondstoffen uit het eigen zonnestelsel te halen. De asteroïdengordels en Kuipergordels in het eigen zonnestelsel zijn de meest voor de hand liggende bestemming, niet een ster lichtjaren ver.

Of desnoods de atoomkernen die je nodig hebt door middel van bijvoorbeeld kernfusie zelf produceren. Ongeveer op de manier waarop onderzoekers nu extreem zware kunstmatige atoomkernen proberen te maken. Dat kost veel minder energie dan exotische materie van tientallen lichtjaren ver te halen. Voor grondstoffen zijn er overigens veel interessantere plekken dan de aarde. Zeldzame zware elementen zijn er in de buurt van geëxplodeerde supernova’s en neutronensterren veel meer dan hier. Wel is de zon uitzonderlijk zuurstofrijk en koolstofarm.

Niettemin is het uiteraard mogelijk dat er een nog onbekende grondstof bestaat waar bij een toekomstige beschaving grote behoefte aan is en waar dit zonnestelsel of de aarde toevallig zeer rijk aan is. Denk aan magnetische monopolen, mini-zwarte gaten of wellicht exotische vormen van donkere materie. We weten het domweg niet. Welke achttiende-eeuwer had kunnen voorspellen dat er oorlogen gevoerd zouden worden over brandbare zwarte blubber? En als wij toevallig op de rijkste bron van die grondstof in de galactische omgeving zitten, zoals de Nav’i in de film Avatar, dan hebben we uiteraard een probleem.

Zorg dat je dit Alien Invasion Survival Handbook in huis hebt liggen. Zo lachen ze zich dood.
Zorg dat je dit Alien Invasion Survival Handbook in huis hebt liggen. Zo lachen ze zich dood.

Een einde aan ons als bedreiging maken?
Dit is minder onwaarschijnlijk. Zeker naar kosmische maatstaven ontwikkelt onze beschaving zich op technisch terrein zeer snel. Weliswaar kunnen we nu op galactische schaal gezien nog niet veel schade aanrichten, maar over een eeuw wel. We zouden dan bijvoorbeeld nanoreplicatoren kunnen hebben uitgevonden, die het zonnestelsel in hoog tempo omzetten in een supercomputer en naburige zonnestelsels koloniseren. Als buitenaardse wezens ons in de gaten houden, zullen ze vermoedelijk proberen ons te accommoderen of integreren in hun invloedssfeer, ons te onderwerpen of te vernietigen voordat de groei van onze beschaving explosief en oncontroleerbaar wordt.

Ons als slavenras houden?
Een galactisch rijk besturen is ondoenlijk. Het licht doet er tienduizenden jaren over om van het ene einde van de Melkweg naar het andere einde te reizen (tenzij er een realistsiche methode bestaat om sneller te reizen dan het licht) die we nog niet kennen. Galactische rijken als zodanig bestaan dus vermoedelijk ook niet. Het galactische beschavingsnetwerk zal vermoedelijk meer weg hebben van een interstellaire tamtam, waarbij voortdurend waardevolle informatie wordt uitgewisseld. Nogmaals: deze projectie is gebaseerd op de huidige kennis van de natuurwetten.

Kolonisatie?
Gezien de inktzwarte koloniale geschiedenis van de Europeanen en de Arabieren, waarin de inheemse bevolking met geweld werd bekeerd, geassimileerd of uitgemoord, is deze gedachte niet zo gek. Vooral in oudere SF, geschreven toen de kolonisatie nog in volle gang was en rassentheorieën erg populair waren, komt deze gedachte veel voor. De gedachte is dat de aliens de mensheid uitmoorden en vervolgens hier zelf gaan wonen. Gezien de enorme afstanden tussen de sterren ligt dit niet echt voor de hand, al blijft het in theorie mogelijk. Het is vanuit buitenaards standpunt veel slimmer een kolonisatieschip naar een ster met een omvangrijke planetoïdengordel te sturen en hier door zelfreplicerende robots een grote hoeveelheid ruimtehabitats te laten bouwen. In totaal komt er zo een veelvoud van de hoeveelheid leefruimte.

Dan is er nog een probleem. Immers, op een wereld met een complexe biosfeer als de aarde komen zeer veel soorten eencelligen voor die, zo weten we op aarde, erg creatief zijn in het benutten van nieuwe voedingsbronnen. Ook al bewegen deze voedingsbronnen zich voort met borstelige tentakels en komen deze uit de buurt van de ster Wega. Dus ook hier geldt: in theorie is het een mogelijkheid. In de praktijk is het voor aliens dus veel interessanter hun eigen zonnestelsel of naburige bruine dwergen of zwerfplaneten te benutten.

Handel?
De aarde bevat een enorme biodiversiteit en culturele diversiteit. Het meest waardevolle aan de aarde is de enorme hoeveelheid informatie die in het DNA van het ecosysteem en de menselijke cultuur besloten ligt. En, wie weet, ook niet-menselijke culturen, zoals die van walvisachtigen of mensapen. Misschien horen hier unieke inzichten bij die van pas komen voor de buitenaardse beschaving. Informatie is ook makkelijker mee te nemen dan materie. Vermoedelijk is het voor aliens dus het meest interessant om informatie uit te wisselen met de aardbewoners. Het liefst op een vriendelijke manier en dat kan ook, want informatie raakt nooit op. Deze informatie is het meest waardevol als de aardse cultuur niet is ‘vervuild’ met al te veel buitenaardse informatie. Een beperkte hoeveelheid buitenaardse informatie leidt juist tot een explosie aan ontwikkeling.