antropologie

Banken als Goldman Sachs parasiteren op de reële economie.

Joris Luyendijk: een antropoloog in ‘The City’

Het is interessant om je af en toe vanuit een ander geheel ander perspectief te laten informeren over materie die iedereen raakt zoals de wereld van de banken. Bijvoorbeeld door een persoon als Joris Luyendijk. Hij is momenteel bezig met een antropologische studie naar bankiers.

Joris Luyendijk

De Nederlandse schrijver en journalist Joris Luyendijk is bij een deel van het Nederlandse publiek bekend geworden als presentator van het programma Zomergasten.  Hij presenteerde dit programma in 2006 en 2007. Ook heeft hij enkele boeken geschreven die goed zijn geweest voor verbetering van zijn naamsbekendheid. Luyendijk heeft politicologie, geschiedenis, Arabische en religieuze antropologie gestudeerd. Hij is afgestudeerd als antropoloog.

Antropologie is de wetenschap of de studie van de mens en het menselijk gedrag. Er wordt bestudeerd hoe mensen met elkaar samenleven. Dit kan overal ter wereld zijn. Culturele aspecten spelen hierbij een belangrijke rol. Ook andere elementen zoals taal, filosofie, politiek en religie zijn onderwerp van studie. Een holistische benadering staat centraal: er wordt geprobeerd alle facetten die van belang zijn erbij te betrekken.

Antropologische studie financiële wereld

Sinds september 2011 is Luyendijk als correspondent voor The Guardian actief in de City of Londen. Dit is het financiële hart van Londen en speelt een belangrijke rol in de wereldeconomie.  Vanuit ‘The City’ doet hij verslag van zijn observaties en de gesprekken die hij heeft met mensen uit de financiële wereld. Zijn bevindingen zijn in Engels op deze weblog van The Guardian te vinden. Het wordt gepresenteerd als een antropologische studie naar bankiers. Deze antropologische benadering van de financiële wereld maakt het interessant om Luyendijk te volgen.

Recentelijk zijn er ook enkele publicaties met de waarnemingen van Luyendijk in de Nederlandstalige media verschenen. Vorige week is er een aflevering  van het programma Tegenlicht uitgezonden waarin de bevindingen van Luyendijk centraal stonden en het ging over het brein van de bankier.  Eind vorig jaar verscheen er de column ‘Kommer en kwel‘ van zijn hand in de Vlaamse krant De Standaard. Op woensdag 9 januari heeft er een radiogesprek plaatsgevonden met Joris Luyendijk op de Vlaamse publieke radiozender Radio 1. In onderstaande video is dit radiogesprek te beluisteren.  

Deze publicaties zijn aanraders als je bent geïnteresseerd om vanuit een geheel ander perspectief te worden geïnformeerd over de financieel-economische sector en de rol die ze hebben gespeeld (en nog steeds spelen) in de economische crisis waarin we sinds 2008 zitten.

De vlag van de taalgroep Conlang, die de Toren van Babel uitbeeldt

Tijd voor een nieuwe taal?

Menselijke talen zijn dubbelzinnig en leiden vaak tot denkfouten. Zou het mogelijk zijn een wetenschappelijke kunsttaal te ontwerpen die niet de zwakke punten van natuurlijke talen heeft?

De vlag van de taalgroep Conlang, die de Toren van Babel uitbeeldt
De vlag van de taalgroep Conlang, die de Toren van Babel uitbeeldt

Sapir-Whorf hypothese: taal bepaalt denken
Volgens de omstreden hypothese van Edward Sapir en Benjamin Lee Whorf bepaalt taal ons denkraam, dat wil zeggen: dingen die er in een taal niet zijn, kunnen we ook niet bevatten. Diverse experimenten hebben aangetoond dat deze theorie in ieder geval fysiologisch niet klopt. Sprekers van talen waarin maar twee of drie kleuren voorkwamen, bleken toch onderscheid te kunnen maken tussen meerdere kleuren. De hypothese riep daarom fel verzet op en raakte in diskrediet. (1)

Wel zijn er subtielere effecten. Zo blijken kinderen in Oost-Aziatische landen veel beter in rekenen te zijn dan westerse kinderen. Geen wonder. In het  Thai of Chinees is drieënzeventig letterlijk vertaald zeven-tien-drie. Het is dan ook voor die kinderen een peulenschil om uit te rekenen wat 73+58 is, bijvoorbeeld.  Ze tellen de tientallen en de eenheden bij elkaar op. Voor iemand die een Indo-Europese taal spreekt is dat veel lastiger vanwege het onlogische omdraaien van tientallen en eenheden.

In de Australische taal Guugu Yimithirr bestaan alleen absolute richtingen – noord, zuid, oost, west – geen individuele richtingen (links, rechts). Als gevolg hiervan zijn de sprekers van deze en andere geografische talen griezelig goed in het vinden van de juiste richting,  terwijl een Engels- of Nederlandssprekende sneller begrijpt wat je bedoelt als je zegt: die afstandsbediening ligt achter je, sufferd. Vandaar dat een voorzichtige interpretatie van de Sapir-Whorf hypothese toch steeds meer aanhangers krijgt.

Esperanto geen overweldigend succes
De oudste kunsttaal volgens sommigen is Sanskriet, maar de meesten houden het op Esperanto. Esperanto, een Indo-Europese kunsttaal die in de negentiende eeuw bedacht is door de visionaire Pool Zamenhoff, is veel preciezer dan natuurlijke talen. De reden dat Esperanto e.d. niet doorbreken, is omdat talen niet opgelegd kunnen worden. Om twee redenen niet. Ten eerste: welk volk zou zich een taal op laten leggen? Veel mensen zouden er geen bezwaar tegen hebben om Engels als eerste taal in NL te hebben, maar je kan je voorstellen dat meer dan de helft er anders over denkt. Ik geef ze ook niet ongelijk. Ten tweede: talen leven. De taal is nu heel anders dan 100 jaar geleden, dus een statische taal opleggen is niet logisch. Je zou zeggen dat een levende taal evolueert en dus steeds beter wordt. Toch blijkt dat ook steeds ‘onlogische’ (inefficiënte) veranderingen plaats vinden.
Een toepassingsgebied waarbij de eerste reden niet zo zeer op zal gaan, zou bijvoorbeeld een nieuw te bewonen planeet of andere niet-aardse omgeving zijn. Toch is de kans hier ook groot dat het een grote bestaande taal als Engels of Kantonees oid wordt.

Ambiguïteit noodzakelijk?
Een filosofische reden waarom er onlogische veranderingen plaats vinden, is omdat taal haast per definitie ambigu moet zijn. Als we voor alle voorwerpen aparte woorden moeten verzinnen, wordt het aantal woorden al snel veel te groot. Voorbeeld: met ‘stoelen’ kan je naar twee of meer stoelen verwijzen. Het Russisch heeft overigens meerdere meervouden die elke een andere uitgang met zich meebrengen. Het zou inefficiënt of misschien zelfs onmogelijk zijn om continu het aantal erbij te vernoemen (‘zou jij die 23 stoelen willen stapelen?’).

Een diepere filosofische vraag is of je de filosofische grondconstructies die aan onze taal ten grondslag liggen niet op de schop moet nemen. Zo kent de inheems-Peruaanse taal van de Matsés het vereiste, elk feit dat je noemt terug te voeren op een waarneming of bron. Liegen is erg moeilijk in het Matsés, want je moet er meteen een bron bij verzinnen. Duidelijk een taal die sommige politici verplicht zouden moeten leren. Aan de andere kant: niet erg praktisch in een ingewikkelder samenleving dan die van de Matsés, een groep jager-verzamelaars.

Met dank aan Niek, voor zijn taalkundige opmerkingen en ideeën.

Bronnen:
1. Does your language shape how you think? – New York Times

De Khoisan leven nog steeds zoals de eerste jager-verzamelaars.

Moderne mens ontstond mogelijk in Israël

Onderzoekers van de universiteit van Tel Aviv hebben naar eigen zeggen resten van moderne mensen aangetroffen met een ouderdom van vierhonderdduizend jaar. De vondst, als deze inderdaad juist is geïnterpreteerd en niet de zoveelste misser is in de menselijke paleontologie, zet de geschiedenis van de menselijke soort danig op zijn kop. De oudste overblijfselen van de moderne mens, gevonden in Oost-Afrika, dateren van 200.000 jaar geleden. Tot nu toe dachten paleontologen dat de moderne mens zich ontwikkeld heeft in Afrika ten zuiden van de Sahara.

De Khoisan leven nog steeds zoals de eerste jager-verzamelaars.
De Khoisan leven nog steeds zoals de eerste jager-verzamelaars.

In 2006 vonden paleontoloog Ari Gopher en zijn team menselijke tanden in de grot Qesem in de buurt van Rosh Haayin in Centraal-Israël. De druipsteengrot was meer dan tweehonderdvijftigduizend jaar in gebruik: van ongeveer  vierhonderdduizend jaar tot tweehonderdduizend jaar geleden. Het team kwam naar eigen zeggen pas met de resultaten naar buiten toen meerdere monsters waren verzameld en door middel van diverse dateringsmethodes de ouderdom van de tanden betrouwbaar was vastgesteld.

Inderdaad is het merkwaardig dat het zo lang geduurd heeft voordat de moderne mens uit Afrika wegtrok. Van eerdere, minder intelligente en vindingrijke mensachtigen zoals Homo erectus en verschillende diersoorten weten we dat ze er behoorlijk indrukwekkende zwerftochten op hebben zitten (er zijn skeletten van Homo erectus gevonden tot op Java toe). De Sahara is verschillende malen in de laatste honderdduizenden jaren vruchtbaar en groen geweest. Dit zou mensachtigen een ideale leefomgeving hebben geboden. In feite weten we uit rotstekeningen dat er tienduizend tot zesduizend jaar geleden mensen in de toen weelderige Sahara geleefd hebben. De tocht door de Sinaï naar Eurazië minder dan een half miljoen jaar geleden tijdens een eerdere vochtige periode zou dan voor de hand liggen.

De ondergang van Homo erectus, vierhonderdduizend jaar geleden, valt samen met deze vroegste datering van de moderne mens en de Neanderthalers. Gezien de niet al te vriendelijke manier waarop mensen met elkaar omgaan en omgingen – denk aan wat er met de Armeniërs, Tasmaniërs en de Inca’s is gebeurd – verklaart dit misschien ook dit tot op heden nog onopgeloste paleontologische raadsel.