Aliens opsporen door buitenaardse lasersignalen
Geoff Marcy is de succesvolste planetenjager ter werld. Wat bezielt hem om zich fulltime met misschien wel het meest controversiële onderzoek ter wereld, SETI, de zoektocht naar buitenaardse intelligenties, bezig te houden? New Scientist interviewde hem.
Buitenaardse lasersignalen ontdekken
Marcy verkeert naar eigen zeggen door zijn succesvolle carrière bij het ontdekken van exoplaneten in de gelukkige omstandigheid dat hij kan kiezen te doen wat hij wil. Zoals het risico nemen zich met speculatieve onderwerpen als SETI bezig te houden. Jongere wetenschappers die zich nog moeten bewijzen, kunnen zich deze luxe niet veroorloven.
Zijn plan: naar lasersignalen zoeken. Als er behalve ons, technisch geavanceerde beschavingen bestaan – en gezien de enorme ouderdom van de Melkweg, gekoppeld aan de tientallen miljarden planeten in de bewoonbare zone is dat bepaald niet uitgesloten – , zullen ze vermoedelijk constant met elkaar communiceren. Volgens hem zijn lasersignalen de enige effectieve manier om boodschappen lichtjaren ver over te brengen. In tegenstrelling tot een radiozender, die de signalen naar alle richtingen stuurt, concentreert een laserbundel de energie in een smalle bundel, waardoor met veel minder energie een bundel verstuurd kan worden. Kortom: miljoenen laserbundels moeten de Melkweg doorkruisen. Als er lasersignalen op ons gericht worden, al dan niet bij toeval, kunnen we die in principe waarnemen.
Continenten waarnemen op exoplaneten
De afstanden in het heelal zijn onvoorstelbaar groot. De afstand tot de maan, 384 400 km, is bijvoorbeeld 1,3 lichtseconde. De dichtstbijzijnde ster, Alfa Centauri, ligt bijvoorbeeld op 4,2 lichtjaar afstand. Dat is 4 * 1016 meter. Waar een lijnvliegtuig de afstand tot de maan in iets meer dan twee weken zou kunnen afleggen, zou het vliegtuig dat bij het ontstaan van Homo habilis, de eerste mensachtige die gereedschappen maakte, rond de 2,3 miljoen jaar geleden, hier vertrok, nu pas halverwege de reis naar Alfa Centauri zijn. Toch zouden we met een telescoop die groot genoeg is, details op exoplaneten waar kunnen nemen. Met groot bedoelen we hier echt groot, denk bijvoorbeeld aan een lens van honderd meter doorsnede. In principe is de lensdiameter evenredig aan het oplossend vermogen van een telescoop. Ook kan een grotere lens meer schaarse fotonen vangen, waardoor ook zeer lichtzwakke objecten zoals details op een verre exoplaneet zichtbaar worden.
Kortom: over een eeuw zal de mensheid in principe in staat zijn om continenten op buitenaardse werelden waar te nemen. Seizoensveranderingen kunnen zo uitwijzen of een planeet al hogere levensvormen kent; zoals we van het aardse ecosysteem weten, waar de hersenmassa bij alle dierordes stelselmatig is toegenomen, is het dan een kwestie van tijd voor er een voldoende intelligente soort ontstaat. Een soort die laserbundels zal gebruiken.
Toch heerst er tot nu toe een oorverdovende stilte. We hebben geen sporen waargenomen van sterren die gekoloniseerd zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een Dyson schil. Welicht is er een bepaalde reden waarom een intelligente soort zichzelf vernietigt. Of wordt vernietigd door een andere soort…
Bron:
New Scientist
Aliens opsporen door buitenaardse lasersignalen Meer lezen »