Is de westerse wereld decadent?
Volgens conservatieve denkers gaat het van kwaad naar erger met de normen en waarden. Bestaat er inderdaad een culturele “halfwaardetijd” en heeft de ondergang van een cultuur te maken met culturele decadentie? Hebben we behoefte aan nieuwe idealen?
Enorme sociale veranderingen
De afgelopen halve eeuw heeft in Europa sociaal gezien grotere veranderingen laten zien dan de millennia er voor. Zo leefden de Europeanen tot voor kort in uitgebreide families met vaak drie generaties onder één dak. De mannen waren de kostwinners en waren de machtigste personen binnen het gezin. Ook buiten het gezin deelden oudere mannen de lakens uit. De afgelopen decennia is dat veranderd: gezinnen werden kleiner, er kwamen eenoudergezinnen, relaties en seks zonder huwelijk of seks met mensen van het eigen geslacht worden niet meer als sociaal afwijkend gezien. Ouderen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen, wonen niet meer bij kinderen in, maar worden in een verzorgingstehuis geplaatst. Ook de rol van de christelijke godsdienst is sterk afgenomen. Het grootste deel van de bevolking gaat niet meer naar de kerk. Steeds meer mensen geloven niet in een god.
Conservatieve denkers die de traditioneel-christelijke samenlevingsvorm als de beste beschouwen, zien dit als bewijs dat de westerse beschaving aan het aftakelen is. Zij denken ook dat de afnemende invloed van het westen in de wereld te wijten is aan het verdwijnen van de christelijke moraal.
Decadentie: mythe of feit?
Het Latijnse de-cadere betekent letterlijk neerdalen. Het uiteindelijke gevolg van decadentie is ondergang.Voor de moderne beschaving, of cultuur, waren er duizenden andere samenlevingsvormen, waarvan er enkele nu nog steeds bestaan. Het restant is ten onder gegaan. Het ondergaan van beschavingen is dus geen uitzondering maar eerder de regel. Hier zijn enkele hoofdoorzaken voor: overweldiging en gedwongen assimilatie door een andere beschaving (zoals de westerse of islamitische), vreedzame culturele assimilatie (m.a.w. opslokking of bekering, wat met veel subculturen of kleine primitieve beschavingen aan de periferie gebeurt), migratie van groepen met een andere beschaving, natuurrampen en uitputting van de natuurlijke of menselijke hulpbronnen van de beschaving.
Volgens cultuurrelativisten is decadentie een mythe omdat er volgens hen geen universele meetlat is waarlangs je beschavingen of culturen kan leggen. De ene beschaving gaat volgens hen naadloos over in de andere. Die universele meetlat is er uiteraard wel: de mens en de vooruitzichten tot groei en ontwikkeling zijn onveranderlijk en objectief meetbaar. Er zullen weinig cultuurrelativisten zijn die graag in Noord-Korea of Saoedi-Arabië willen wonen. In sommige beschavingen (de Polynesische en de Westeuropese bijvoorbeeld) is het leven aanmerkelijk prettiger, en de ontplooiingsmogelijkheden voor de mens groter, dan het leven in andere beschavingen (zoals de soennitische of stalinistische). Als een maatschappij achteruitgaat op deze meetlatten (zoals in nazi-Duitsland bijvoorbeeld) kan je spreken van decadentie.
Is Europa decadent?
Het belang van Europa in de wereld is enorm afgenomen. Voor de Tweede Wereldoorlog beheersten Europese koloniale grootmachten (waaronder we ook de Sovjet-Unie met Siberië kunnen reken en) vrijwel de gehele wereld. Nu is de invloed van Europa beperkt tot het eigen grondgebied, wat eilanden en een afbrokkelende invloedssfeer in Afrika. In het koloniale tijdperk moeten grote aantallen goed opgeleide jonge mensen naar de koloniën worden gestuurd om daar de inheemse bevolking onder de duim te houden en grondstoffen te kunnen plunderen. Na de dekolonisatie, waardoor lokale elites het vuile werk opknapten, konden deze jongeren in eigen land blijven, waar ze hielpen het land op te bouwen. Dit – met overvloedige energie – leidde tot een enorm sterke economische groei. Het leven in Europa nu is daarom door het verlies van koloniën beter dan vijftig jaar geleden.
Door het verminderde belang van oorlog en militairen is de samenleving zachtaardiger geworden, vervrouwelijkt. Deze trend bereikte haar hoogtepunt in de jaren zeventig. Vlak na de tweede wereldoorlog werden Nederlandse smokkelaars door grenswachters doodgeschoten. Nu zou dat ondenkbaar zijn. Aan de andere kant is de economische druk door de liberalisering harder geworden. De geboortecijfers dalen omdat vrouwen werken en geen tijd hebben om voor kinderen te zorgen. Dit hoeft op zichzelf geen probleem te zijn: minder kinderen betekent minder uitgaven aan onderwijs en ook minder druk op de leefomgeving. Als Nederlandse vrouwen nu evenveel kinderen kregen als in de vijftiger jaren, was Nederland veranderd in een Bangladesh aan de Noordzee. Ook omdat de fossiele brandstoffen nu snel opraken geeft de lage bevolkingsgroei ons ademruimte.
Het verdwijnen van het christelijk geloof
Een echte existentiële bedreiging voor de Europese cultuur is het verdwijnen van het christelijk geloof en de komst van religies die met deze kernwaarden in strijd zijn. Door hindoes is beargumenteerd dat het hindoeïsme van nature pluriformer en democratischer is dan het christendom en als je het verderfelijke kastenstelsel buiten beschouwing laat (het moderne hindoeïsme verwerpt dit ook), is hier het nodige voor te zeggen. Niet voor niets zijn de twee hindoeïstische landen India en Nepal nu beide democratieën.
Het uit het hindoeïsme voortkomende boeddhisme kent geen kasten, maar is niet zo pluriform als het hindoeïsme. Het boeddhisme deelt echter met hindoeïsme, liberaal jodendom en christendom het westerse ideaal van ontwikkeling van de mens. In feite houden zowel hindoes als boeddhisten zich hier een groot deel van hun leven mee bezig in de vorm van meditatie. In feite zal het humanisme een sterke impuls krijgen van beide oosterse godsdiensten. De aanwezigheid van hindoes en de toegenomen populariteit van het boeddhisme in Europa is dus ook geen existentiële bedreiging voor de westerse beschaving, zelfs integendeel.
Symptomen van decadentie
Een belangrijk ziekteverschijnsel bij aftakelende beschavingen is fatalisme: het gevoel dat het lot niet in eigen hand is, maar in dat van anderen of een bovennatuurlijk wezen dat het niet altijd goed met het individu voor heeft. Dit is ook de reden dat fatalistische beschavingen een zieltogend bestaan leidden (zoals de Indiase), dan wel gevoed door het plunderen van omliggende landen of het exporteren van grondstoffen (Arabische landen). In beschavingen waar het fatalistische element uit verdwijnt, zoals in India en China, zie je een snelle ontwikkelingsspurt. Wat dat betreft is het toenemende fatalisme in Europa rampzalig en (zoals altijd) ook fundamenteel ongegrond. De techniek heeft er nog nooit zo goed voorgestaan als nu.
Een even ernstig symptoom is cultuurrelativisme. Delen mensen van een cultuur niet meer gemeenschappelijke idealen, dan verdwijnt de ziel uit een cultuur. De cultuur wordt een hol lijk, een fossiel dat weg zal worden gespoeld door de onverbiddelijke krachten van verandering. Het cultuurrelativisme is een speciaal in Nederland, maar ook in andere Europese landen hardnekkige plaag. Het gevolg hiervan was het totaal uit de hand lopen van misdadig en voor medemensen schadelijk gedrag. Cultuurrelativisten zijn over het algemeen intellectuelen die niet gezegend zijn met ook maar enige kennis van de exacte wetenschappen. Ze beseffen niet dat ze vijftig procent kans hadden om als kind te overlijden aan een infectieziekte of ondervoeding, als de moderne natuurwetenschap dit niet had voorkomen. Ze ontzeggen zowel mensen het recht te streven naar een beter leven als aan een cultuur de mogelijkheden om zich te ontwikkelen en verbeteren.
Is de westerse wereld decadent? Meer lezen »