Burgerschapsexamen invoeren in plaats van leeftijdsgrens
Op dit moment krijgt iedereen met het bereiken van het achttiende levensjaar automatisch bijna alle burgerschapsrechten die horen bij een volwassene. Zonder burgerschapsexamen.
Sommige dingen waar je alleen jezelf mee schaadt, denk aan het kopen van medicijnen op recept, mogen alleen artsen. Terecht?
Achttien jaar: arbitraire grens
Wilsbekwaamheid, het recht voor jezelf te beslissen, krijgen mensen in Nederland automatisch op hun achttiende. In de praktijk varieert de leeftijd dat mensen zelfstandig kunnen leven en beslissen uiteraard enorm.
Sommigen zijn op hun twaalfde of jonger al geestelijk volwassen en worden jarenlang beknot in hun mogelijkheden.
Denk aan het ‘zeilmeisje’ Laura Dekker, volgens veel vrienden en familie rijp genoeg om de solotocht rond de wereld te volbrengen, dat nu eindelijk, na jarenlang trammelant met Bureau Jeugdzorg, op reis kan.
Anderen worden nooit volwassen.
Vaak nemen ze dan rampzalige beslissingen waar ze vaak de rest van hun leven (of dat van anderen) mee verwoesten, denk aan de problemen door zwangerschappen, comadrinken of pooierboys.
Voordelen van een burgerschapsexamen
Met een burgerschapsexamen kan je dat voorkomen. We vragen een rijbewijs voor iemand die de weg op gaat, maar iedereen van achttien jaar of ouder kan bijvoorbeeld een veel te dure lening afsluiten, zonder te begrijpen dat hij of zij jarenlang tegen een faillisement aan gaat hangen.
Zelfs de meest gestoorde man of vrouw kan kinderen krijgen of een wurgcontract ondertekenen. Het is dan logisch een soort burgerschapsexamen in te voeren, waardoor dit soort ingrijpende beslissingen vereisen dat iemand weet waar het om gaat.
Je kan dan ook de burgerrechten flink uitbreiden. Zo kunnen er meer referenda komen.
Nu moet je voor de meeste medicijnen naar de huisarts. Laat mensen de keus de medicijnen ook online te bestellen m.u.v. zwaar giftige medicijnen en test hun kennis van de werking en bijwerkingen grondig. Ze kunnen zo hooguit zichzelf kwaad doen.
Hetzelfde geldt voor drugs. Als iemand bijvoorbeeld cocaïne wil gebruiken doet hij alleen zichzelf daar kwaad mee. Wel moet je dan zeker weten dat iemand de werking en consequenties van de drug kent.
Het voordeel: een grote bron van illegale en criminele inkomsten verdwijnt.
Hoe zou een burgerschapsexamen er uit moeten zien?
Kunnen lezen en schrijven is essentieel.
Om verstandige beslissingen te kunnen nemen moeten mensen over een bepaalde minimumhoeveelheid kennis beschikken, niet te emotioneel reageren en in staat zijn de gevolgen van een bepaalde handeling te overzien.
Kennis kan je toetsen met kennisvragen. Emotionele rijpheid is lastiger te toetsen, mogelijk door een opstel te laten schrijven over wat er in een bepaald persoon in een situatie omgaat.
Deze techniek kan je ook toepassen om te kijken hoe goed iemand kan overzien wat de gevolgen kunnen zijn van, zeg, je een avond bedrinken en met een aantrekkelijk persoon van het andere geslacht naar huis gaan.
Deelexamens of meer examens?
De burgerrechten die op ons achttiende in één keer worden toegekend, vereisen verschillende kennis en vaardigheden (of zoals dat tegenwoordig zo mooi heet: competenties). Een gekozen politicus moet bijvoorbeeld weten hoe de overheid waar hij mede de scepter over gaat zwaaien functioneert en, belangrijker, iets van het onderwerp waar hij over gaat beslissen afweten.
Ook moet er een systeem bedacht worden om psychopaten, corrupte schurken en meedogenloze carrièreratten te weren uit de politiek.
Ouders in spe moeten weten wat kinderen nodig hebben om gezond en gelukkig op te groeien en hier ook de rijpheid en empathie voor hebben: heel andere eisen dan aan een politicus. Je zou burgerrechten dus stukje bij beetje toe kunnen kennen. Een van de voorstanders van een burgerschapsexamen is de Vlaamse politicus Bart de Wever.
Zie o0k: Burgerschapsexamen: een afstraffing, geen oplossing
Achtergrondinformatie:
Geschiedenis van rangen en standen
In de middeleeuwen bestond er in West-Europa een complexe rangen- en standenmaatschappij. Er waren meerdere ‘standen’, een soort erfelijke kasten: de adel, geestelijken (de hoge geestelijke functies waren gereserveerd voor de adel) en de derde stand, het gewone volk dat weinig te vertellen had. In de vroege middeleeuwen, afgeschaft onder druk van de rooms-katholieke kerk, bestond er nog lijfeigenschap, een vorm van slavernij. Horigheid was een beperkte vorm van slavernij waarbij het boeren verboden was hun land te verlaten en hield het veel langer vol.
Mannen hadden veel meer wettelijke rechten dan vrouwen. Niet-christenen werden ook gediscrimineerd. Vogelvrijen mochten door iedereen straffeloos dood worden geslagen en vormden dan ook vaak rondzwervende gewelddadige bendes om zichzelf in leven te houden.Later kwamen de steden op. De ingezetenen van steden, ‘burgers’, kregen gegarandeerde rechten. Begin twintigste eeuw, met de invoering van het algemeen kiesrecht kwam er pas een einde aan de discriminatie van vrouwen, alhoewel de allerlaatste discriminerende regels nog maar kort geleden afgeschaft zijn.
Nu, begin van het derde millennium is er, althans wettelijk gezien, niet veel meer over van deze standenmaatschappij. In de praktijk speelt vriendjespolitiek in Nederland een nog bijna even grote rol speelt als in de pruikentijd. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop gewilde, lucratieve baantjes als burgemeester, topmanager of commissaris der koningin worden toebedeeld en de privileges die kinderen met rijke ouders genieten.
Burgerrechten nu, in Nederland
In Nederland lopen vijf soorten mensen rond: Nederlandse staatsburgers, mensen met een verblijfsvergunning, EU-onderdanen, toeristen met een visum en illegalen. De eerste drie groepen mogen stemmen en gekozen worden als ze ingeschreven staan (en hebben recht op een uitkering), toeristen en illegalen niet.De Nederlandse adel bestaat nog, maar heeft in theorie geen bijzondere rechten meer (al zijn ze sterk oververtegenwoordigd op hoge posten). De toestand van illegalen lijkt in veel opzichten op die van vogelvrijen, al mogen ze dan niet worden vermoord of gemolesteerd. De status van mensen die een verblijfsvergunning hebben aangevraagd (zoals asielzoekers) is in grote lijnen vergelijkbaar met die van toeristen, al worden ze vaak opgesloten in verkapte gevangenissen.
De tweede belangrijke onderverdeling is op leeftijd. De meeste burgerrechten, zoals stemrecht en het recht om als zelfstandig persoon te handelen, met een mooi woord wilsbekwaamheid, worden rond het achttiende jaar toegekend. Jongeren mogen tot hun 23e minder verdienen dan een oudere. Soms worden mensen (gedeeltelijk) wilsonbekwaam verklaard, bij een faillisement of als ze op worden genomen in een psychiatrische inrichting.
Burgerschapsexamen invoeren in plaats van leeftijdsgrens Meer lezen »