Softwarepatenten zijn een regelrechte ramp voor computergebruikers.

Schaf patenten af

Veel mensen denken dat octrooien, ook patenten genoemd, de innovatie sterk bevorderen. Ploeterende uitvinders worden zo beschermd tegen kopieerders, is het idee. De werkelijkheid is echter anders. Moeten we niet juist van patenten af?

Hoe werkt een octrooi?
Een uitvinder beschrijft zijn idee in een octrooiaanvraag. Een octrooigemachtigde beoordeelt het idee dan op technische nieuwheid. Hiervoor betaalt de uitvinder een bepaald bedrag, doorgaans enkele duizenden euro’s. Als de octrooiaanvraag wordt toegekend, dus voldoende technisch nieuw is, wordt een octrooi verleend. Dit is meestal twintig jaar geldig. Een octrooi in Nederland kost minder dan duizend euro, een Europese aanvraag 25 000 tot 50 000 euro. Elk jaar moeten steeds hogere instandhoudingstaksen worden betaald [1]. Iedereen die in het gebied waar het octrooi geldig is, jouw uitvinding wil produceren of verkopen, moet hiervoor jouw toestemming hebben. Gewoonlijk zal de fabrikant dan royalties aan je betalen.

‘Octrooien bevorderen innovatie’
We zijn nu zo rijk door innovatie: een steeds sterker wordende stroom van technische vondsten en ontdekkingen. Alles wat er voor zorgt dat er meer innovatie komt, is daarmee een garantie voor meer welvaart, gezondheid en menselijk geluk. Veel mensen geloven dat patenten hier een belangrijke rol bij spelen. Uitvindingen worden immers gedaan door uitvinders. Uitvinders kunnen in de tijd dat ze hun uitvinding ontwikkelen, niet werken. Ze moeten er dus iets aan overhouden. Dat kan alleen als hun idee wordt beschermd. Octrooien en patenten bieden tijdelijke bescherming. Als een uitvinder zijn idee heeft geoctrooieerd, mag niemand gedurende bijvoorbeeld vijf jaar zijn techniek gebruiken. Althans, zo gaat de theorie zo ongeveer.

Hoe bescherm je een idee? Patenten, trade secrets en de productievoorsprong

Softwarepatenten zijn een regelrechte ramp voor computergebruikers.
Softwarepatenten zijn een regelrechte ramp voor computergebruikers.

Alle mensapen, dus ook mensen, zijn er erg goed in om dingen na te apen. Als je rijk wilt worden van een goede uitvinding, is het dus een goed idee om een manier te verzinnen om te voorkomen dat alleen anderen van je briljante vondst profiteren. De bekendste manier om een idee te beschermen is via een patent.
De oudste- en effectiefste- techniek is geheimhouding. Een bekend voorbeeld: het recept van Coca Cola. In de Angelsaksische wereld heet dit trade secret. Toen er nog geen patenten bestonden, hielden ambachtslieden hun vakkennis streng geheim. Vaak werden recepten en fabricagetechnieken in het diepste geheim van meester op leerling (of gezel) overgeleverd. Veel fabricagetechnieken hield een meester voor zichzelf. Als hij stierf, nam hij die kennis mee in het graf. Om dat te voorkomen zijn patenten ingevoerd. Omdat informatie in een patent direct openbaar wordt, gaat de informatie zo niet verloren. Fabrikanten hanteren deze techniek nog steeds voor cruciale informatie. Zelfs de kennis in een patent is dan waardeloos zonder die geheime kennis.
Een derde doeltreffende techniek die vaak wordt toegepast is tijd. De uitvinder (of de fabrikant waarmee hij samenwerkt) bereidt in het diepste geheim een productielijn voor, zodat snel enorme oplages van het product kunnen worden vervaardigd. Tegen de tijd dat concurrenten het product hebben reverse engineered heeft de fabrikant de afschrijvingskosten er uit en kan tegen zeer lage kosten produceren.
Een strategie die overheden kunnen gebruiken om innovatie toch te bevorderen is het uitloven van prijzen. Dit idee is voorgesteld door econoom Joseph Stieglitz. Zo wordt het idee als het ware van tevoren al beloond.

Misbruik van het patentsysteem: patenttrollen, blanket patents en patentoorlogen
Patenten zijn zeer gevoelig voor misbruik. Internationaal patenten aanvragen is duur (een wereldwijd patent kost al gauw 100 000 euro), waardoor alleen grote bedrijven dit kunnen bekostigen. Vooral triviale zaken worden daarom gepatenteerd, terwijl echt waardevolle kennis geheim blijft.

Je merkt ook steeds meer de opkomst van zogeheten patenttrollen. Deze kopen patenten op van patenthouders die bijvoorbeeld dreigen failliet te gaan of weinig direct belang hebben bij het patent. Stel, voor het produceren van een bepaalde chip worden twintig verschillende technieken gebruikt. Bedrijf X heeft negentien daarvan in handen, maar de twintigste techniek is in handen van patenttrol Y. Dit bedrijf kan dan voor een minimale investering het gehele productieproces lamleggen en bedrijf X fiks afpersen.
Patenttrollen maken vaak gebruik van blanket patents. Dit zijn patenten met een heel brede werking. Een berucht voorbeeld is het patent op dingen kopen met één klik (verleend aan Amazon.com) en de hyperlink. Hiermee kunnen ze een complete bedrijfstak blokkeren en afpersen.

Firma’s als Microsoft hebben meer juristen in dienst dan softwareontwikkelaars. Dat is niet voor niets. Er worden vooral in de VS, maar ook in Europa ware veldslagen uitgevochten over patenten[2]. Grote bedrijven voeren patentoorlogen, waarbij ze elkaar in een houdgreep nemen. Veel hulpbronnen worden verspild aan patentoorlogen. Kleinere bedrijven hebben geen patenten om andere bedrijven mee te kunnen chanteren,  waardoor ze uit een markt worden gedrukt. Hierdoor worden veel innovatieve markttoetreders geblokkeerd. Microsoft heeft honderden Amerikaanse bedrijven afgeperst die Linux of andere open-source software gebruiken[3]. Kortom: de wereld is beter af zonder in ieder geval softwarepatenten (en vermoedelijk de meeste andere patenten).

Bronnen
1. Octrooi aanvragen, Nederlands Octrooicentrum
2. Paul Allen start patentoorlog – Wall Street Journal
3. Microsoft takes on the free world, CNN Money