lenen

Bedrijven met voornamelijk vreemd vermogen vallen bij de minste tegenslag al om. Bron: www.insolvere.nl

Ondernemen zonder bank, helemaal zo gek nog niet

De gemiddelde ondernemer leent zich suf bij de bank. De verhouding vreemd vermogen (geleend geld) op eigen vermogen is vaak 2:1. Veel ondernemers komen daarom flink in de problemen als de bank de geldkraan dichtdraait, zoals nu gebeurt door de kredietcrisis. Sommige ondernemers, die een gezond wantrouwen koesteren tegen bankiers, pakken het slimmer aan.

De eerste moderne banken werden actief in de late middeleeuwen. Ze dienden onder andere om riskante handelsexpedities mee te financieren. Pandjeshuizen verstrekten leningen op familiezilver aan arme sloebers. De middenklasse leende zelden. Gegoede burgers financierden hun bedrijf door erfenissen (of uitkopen van ouders), investeerders en door te sparen. Leningen waren doorgaans een schande, een noodgreep, die alleen bij calamiteiten werden aangegaan.

Het is pas vrij recent dat ook kleine ondernemers grote sommen geld lenen bij de bank.  Hiervoor zijn enkele redenen aan te wijzen. De invloed van het calvinisme, dat sterk gekant is tegen leningen, nam af. Ook werden banken democratischer. Het werd nu ook voor de lagere klassen veel gemakkelijker om leningen af te sluiten. De belangrijkste reden was echter dat Angelsaksische ideeën over bedrijfsfinanciering steeds populairder werden. Dit had twee gevolgen.

Bedrijven met voornamelijk vreemd vermogen vallen bij de minste tegenslag al om. Bron: www.insolvere.nl
Bedrijven met voornamelijk vreemd vermogen vallen bij de minste tegenslag al om. Bron: www.insolvere.nl

De factuur als methode voor uitstel van betaling
Bij de meeste bedrijven was het de gewoonte om direct bij levering betaald te krijgen. De post debiteuren was daarmee nul. Alle kapitaal van het bedrijf zat in het bedrijf zelf. Weliswaar bestonden er systemen als de spreekwoordelijke kerfstok, maar pas met de komst van facturen begon de hoeveelheid kapitaal die in openstaande rekeningen zat, explosief te stijgen.

Omgekeerd neemt uiteraard ook de hoeveelheid vreemd vermogen toe. Bedrijfseconomen zien het flink oprekken van de betalingstermijn als een uitstekende manier om de hoeveelheid kapitaal in hun bedrijf flink te vergroten, m.a.w. gratis te lenen.

Vooral grote bedrijven maken hier graag misbruik van. Zo begon warenhuisketen HEMA, ooit een redelijk snelle betaler, na de overname door een hedge fund de toeleveranciers af te knijpen door veel later te betalen. Uiteraard mogen de klanten van HEMA niet gratis op krediet kopen, dat spreekt.

‘Hoe meer lenen, hoe meer winst’
Een andere reden waarom financieel managers graag veel lenen, is dat het rendement op het eigen vermogen (EV) sterk toeneemt. Stel, het totale kapitaal in een bedrijf, Windbuil BV,  is eenderde eigen vermogen en tweederde vreemd vermogen: geleend van de bank voor bijvoorbeeld 5% rente. Het totale vermogen van het bedrijf bedraagt een miljoen euro. Stel, het bedrijf maakt 100 000 euro winst. Nadat de bank betaald is (667 000 * 5% = 33 350 euro rente) blijft er nu 66 650 euro winst over, die uitgekeerd wordt aan de eigenaar. Deze maakt een rendement op zijn kapitaal van 20%. Briljant! Onze financieel manager viert zijn geniale strategie met een fles champagne, fikse loonsverhoging en bonus, dat spreekt.

Een paar jaar later (ons financiële wondertalent is dan uiteraard het volgende eerlijke bedrijf aan het slopen) zit het bedrijf met de gebakken peren. Stel, het bedrijf maakt na een slecht jaar een verlies van 100 000 euro. De bank moet betaald worden, wat het verlies vergroot: 133 350 euro. Dit verlies komt geheel ten laste van het eigen vermogen van 333 000 euro. Dat halveert hierdoor bijna tot 200 000 euro. Nu hanteren de meeste banken de regel dat een bedrijf solvabel moet zijn. Dat wil zeggen, dat de hoeveelheid vreemd vermogen nooit meer dan tweederde mag zijn. Wilt u even een kwart miljoen aan de bank terugbetalen, meneer. Het gevolg: het bedrijf gaat op de fles, werknemers raken hun baan kwijt en de ondernemer blijft berooid achter. De concurrent, Eigengeld BV, die de bank principieel buiten de deur houdt en daarvoor genoegen nam met een lager rendement, slaat nu toe. Voor een appel en een ei koopt deze Windbuil BV op en weet hiermee nog enige werkgelegenheid te behouden.

Bankenvrij ondernemen, hoe doe je dat?
Er zijn een aantal eenvoudige principes die een bankenvrije ondernemersstijl mogelijk maken. Ten eerste is dat directe betaling eisen. Een betalingstermijn van nul dagen dus. Hierbij hoort een stevige boeterente: wie te laat betaalt, verandert in een melkkoe. Ten tweede worden ook leveranciers direct betaald. Dit kost weliswaar renteinkomsten, maar de dankbaarheid van de leveranciers, die hiervoor vaak genoegen nemen met een wat lagere prijs, maakt dit meer dan goed. Er is ook een ontastbaar voordeel. De relatie met leveranciers en klanten wordt niet belast door schulden en blijft prettig, waardoor er meer zaken worden gedaan.

Verder werkt een bankenvrije ondernemer niet met geleend geld, maar met 100% eigen vermogen. Groei wordt zoveel mogelijk gerealiseerd met het eigen vermogen, dus door winsten op te sparen en te investeren. Is extra kapitaal nodig, dan kan het bedrijf aandelen verkopen aan bijvoorbeeld personeelsleden of externe investeerders. Er hoeft geen energie meer verspild te worden aan moeizame onderhandelingen met bankiers. Een bankenvrije ondernemer begroet een recessie met gejuich, want nu is de tijd gekomen om te oogsten en als een hongerige wolf huis te houden onder de smakelijkste hapjes onder de op apegapen liggende concurrentie. Hij of zij slaapt ’s avonds als een roos, terwijl de “slimme” leners in een ambulance met loeiende sirene naar de reanimatie worden vervoerd.

Investeren met geleend geld in gebakken lucht, zoals tijdens de onroerend-goed zeepbel in Ierland, is in feite consumptie. Veel Ieren zitten nu met de gebakken peren.

Probleem is niet te weinig geld, maar voortrekken banken

Het midden- en kleinbedrijf krijgen nauwelijks leningen, terwijl er door de lage rente in Duitsland een heuse onroerend-goed bubble ontstaat in het land. In plaats van geld uit te lenen aan banken, die de Zuid-Europese overheden helpen nog meer schulden te maken, moeten overheden rechtstreeks gaan lenen van spaarders en dan alleen voor zinnige dingen.

Financiële parasieten profiteren weer van wanbeleid
De financiële zaken in Europa zijn, zo blijkt wel, niet erg intelligent geregeld. Zo leent de Europese Centrale Bank tegen lage rente miljarden uit aan banken in Zuid-Europese landen, die daar weer massaal overheidsschulden van hun lokale overheid van opkopen. Deze besluit daarom op te houden met bezuinigen (en ook al bezuinigt de landelijke overheid wel, de lokale overheden in Spanje gaan nog driftig door met schulden maken). De lokale banken maken woekerwinsten over deze overheidsschulden, die immers toch wel door de ECB gedekt worden. Hierdoor lopen deze schulden steeds verder op.  De parasitaire financiële sector is hier vanzelfsprekend erg blij mee, terwijl de rest van het bedrijfsleven, waar het bankstergilde het levensbloed van opzuigt, droog blijft staan. Deze leningen zijn, vinden de bankiers, te riskant. Onroerend goed is dat klaarblijkelijk niet, waardoor er in Duitsland, net als een paar jaar daarvoor elders,  massaal in protserige, over een paar jaar leegstaande gebouwen wordt geïnvesteerd.

Belastinggeld, goed besteed.

Faillissement stopt schuldenmaken direct
Uiteraard was het verstandiger geweest om de Zuid-Europese landen te verbieden nog meer schulden te maken. Dit had eenvoudig gekund, door een waarschuwing af te geven dat een faillissement dreigt en dat de ECB niet garant staat. Niemand had deze landen dan nog geld geleend en bezuinigen was vanzelf gegaan. Hard en pijnlijk, dat zeker, maar wel effectief. Het zou ook een grote economische weldaad zijn als er massaal banken failliet gaan en de maffia die verantwoordelijk is voor dit wanbeleid via de pluk-ze wetgeving wordt aangepakt. Lokale spaarders kunnen af worden betaald met de aflossingen van de mensen met hypotheken. Hierdoor was een grote hoeveelheid schuld in rook opgegaan en had dit de onevenwichtigheden in de financiële balans gecorrigeerd. Dit had even adempauze gegeven om de ernstige structurele fouten in het huidige financiële systeem aan te pakken.

Investeren met geleend geld in gebakken lucht, zoals tijdens de onroerend-goed zeepbel in Ierland, is in feite consumptie. Veel Ieren zitten nu met de gebakken peren.
Investeren met geleend geld in gebakken lucht, zoals tijdens de onroerend-goed zeepbel in Ierland, is in feite consumptie. Veel Ieren zitten nu met de gebakken peren.

Garandeer alleen productieve leningen
Er is een eenvoudige manier om te voorkomen dat het schuldenmonster nog verder uit de hand loopt. Er bestaan namelijk twee vormen van leningen. Er zijn leningen die worden gebruikt om investeringen te doen, bijvoorbeeld in een nieuwe fabriek of zonnepaneel, en leningen die worden gebruikt voor consumptie, voor een vakantie bijvoorbeeld. In het geval van een investering is de kans erg groot dat het geld weer terug komt. Een zonnepanel verdient zichzelf in een jaar of tien tot vijftien weer terug: degene die het zonnepaneel of warmtepomp heeft geplaatst, hoeft geen kilowatturen meer te kopen van het energiebedrijf. Een consumptieve lening daarentegen komt nooit meer terug. Degene die de lening aangaat, moet op een andere manier maar zien dat hij zijn geld bij elkaar krijgt. Het probleem met een lening voor een protserig gebouw of sociale verwenpakketten is, dat deze zichzelf dus niet terugbetaalt.

Laat staatsobligaties dekken door datgene waar ze in zijn geïnvesteerd
Niemand zal een lening verstrekken aan een buurman, die er vakantie of een dure auto van gaat kopen. Dat is alleen bij een staatsobligatie een stuk moeilijker te zien. Uiteraard is het een beter idee een staatsobligatie te kopen van een land dat er mee investeert, dan van een land dat er ambtenaren een forse loonsverhoging mee geeft. Zelfs in een land als Griekenland wordt er een, toegegeven, minuscuul deel van het geleende geld zinnig besteed, bijvoorbeeld aan wegen, nuttig onderwijs of essentiële gezondheidszorg. Bij gezondheidszorg is het wat lastig, tenzij je privéziekenhuizen wilt, maar voor een obligatie voor een weg zou de weg als onderpand kunnen dienen. Betaalt de overheid niet terug, dan wordt het een tolweg. In het geval van onderwijs invsteer je als belegger in de afgestudeerden. Je zal dus eerder willen inveteren in een agronoom of chemisch technoloog dan in bijvoorbeeld een politicoloog of archeoloog. Alhoewel, de laatsten zijn interessant voor de sociale beleggers. Masochistische beleggers mogen staatsobligaties kopen waarmee ambtenarensalarissen van de Europese Unie of ontwikkelingshulp aan Hamas worden betaald. Deze hebben een negatief rendement; beleggers moeten dus elk jaar extra betalen.

Bankiers zijn anno 2011 weinig populair. Terecht, maar de grondoorzaak is dat mensen geld uit willen geven dat ze niet hebben.

Lenen is de wortel van het kwaad

Veel mensen maken zich druk over rente en de schadelijke gevolgen die deze heeft op de maatschappij. Rente is echter maar een symptoom. Lenen is een veel groter probleem.

Schulden maken: slechte gewoonte van de laatste decennia
Het is nog niet zo lang geleden dat Nederlanders lenen als een groot kwaad zagen. Eerst werd er gespaard voordat er uitgegeven werd. De meeste Nederlanders zagen het maken van schulden als verwerpelijk, vaak om godsdienstige redenen. Het gevolg was dat schuldenproblemen nauwelijks voorkwamen. Weliswaar leefden de meeste Nederlanders vergeleken met bijvoorbeeld Amerikanen niet erg riant, maar onder de streep waren ze heel wat waard. Ook kwam er een permanente kapitaalstroom op gang naar bedrijven, waardoor deze snel konden groeien en welvaart brengen. Geen wonder dat de welvaart in die jaren snel groeide.

Bankiers zijn anno 2011 weinig populair. Terecht, maar de grondoorzaak is dat mensen geld uit willen geven dat ze niet hebben.
Bankiers zijn anno 2011 weinig populair. Terecht, maar de grondoorzaak is dat mensen geld uit willen geven dat ze niet hebben.

Lenen: gewoon dom
Er zijn goede redenen om niet te lenen. Naast de hoge uitgaven aan rente, kweek je hiermee ook een weelderige levensstijl aan die je op langere termijn niet vol kan houden. Niemand in Nederland hoeft in principe om te komen van de honger omdat hij of zij te weinig inkomen heeft. Er zijn inderdaad de nodige crepeergevallen bij de voedselbank, maar doorgaans worden deze veroorzaakt door te hoge schulden (lenen dus) of overheidsregels, conflicten met uitkerende instanties wegens overtreding van een van de vele ingewikkelde regels komen af en toe voor. Ondanks allerlei leugens die door Keynesiaanse economen worden verkondigd, word je van lenen domweg arm. Ook als samenleving.

De zwendel van de centrale bankiers
In de jaren zeventig liep de inflatie snel op. Geen wonder, er werd in Nederland en andere landen na het exploderen van het Bretton Woods accoord en het loslaten van de gouddekking massaal geld bijgedrukt. Heel vervelend voor spaarders, die hun geld zagen verdampen. Ook hypotheken werden zo onbetaalbaar, want de inflatie – en dus de rente – liep snel op. Dit mede door de stijging van de energieprijzen als gevolg van de OPEC.

Geen rente zonder lenen
Mensen die bezwaren hebben tegen rente – geld verdiend met geld dus – vergeten dat er een fundamenteler probleem is. Geen rente zonder dat er geld geleend is. Als niemand, ook de overheid en bedrijven niet, geld zou lenen, zouden woekeraars en financiers als Goldman Sachs geen macht hebben. Deze oplossing is overigens niet nieuw. Grote denkers uit het verleden, waaronder Jezus van Nazaret, hebben lenen al verworpen. Volgens Jezus zijn er maar twee goede manieren om met geld om te gaan: geven  als geschenk, in noodgevallen, of geven als betaling voor iets anders. “Vraagt iemand iets van U, geef het hem; neemt iemand het uwe, vraag het niet terug.” (Evangelie van Lucas 6:30). Een persoon die deze raadgevingen volgt raakt nooit in de schulden en maakt ook geen schuldenaren, die hem of haar gaan haten omdat ze het geld niet kunnen terugbetalen. Een overheid die deze raadgevingen volgt, komt ook niet in de problemen, zoals nu.

Spaarders moeten investeren in plaats van sparen
Maar waar moet je dan toe met je gespaarde geld? Heel simpel: je geeft een deel weg (Jezus beveelt bijvoorbeeld aan: tien procent van alles wat je verdient weggeven aan mensen die het nodig hebben, en dat zijn niet de hulporganisaties waarvan de directeur meer dan een ton verdient) en de rest investeer je in een bedrijf dat op een eerlijke en degelijke manier met mens, natuur en je geld omgaat. Let hierbij op het salaris van de topman. Rijst dat de pan uit, dan heerst er vermoedelijk een totaal verziekte bedrijfscultuur. Mijd dergelijke bedrijven als de ziekte. Als iedereen dit doet, wordt er veel meer geïnvesteerd en groeit de economie hard. Ook is het dan afgelopen met de parasitaire financiële sector.

Wil je toch perse sparen, kies dan een coöperatieve bank als de Rabobank of een bank als ASN of Triodos, die je geld belegt in duurzame ondernemingen.

Hoe kom ik van mijn schulden af?
Dit krijg je voor elkaar op drie manieren. De eerste en allerbelangrijkste is je uitgaven verminderen. Deze pagina kan je daarbij helpen. Ook moet je je inkomsten vergroten. Zie hier. Tot slot moet je er alles aan doen van je schulden af te komen. Hiervoor moet je ze eerst herfinancieren voor een zo laag mogelijke rente en dan zo snel je kunt aflossen. Meer tips om van je schulden af te komen hier. Zit je echt heel diep in de schulden, dan is de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen een oplossing, zie hier.

Overheid moet hypotheekbank beginnen

De banken bleven in 2009 en 2010 alleen overeind omdat de overheid ze steunde. Waarom kan de overheid zelf geen geld uitlenen aan particulieren? Daar zitten namelijk enorme voordelen aan.

Niemand leent goedkoper dan de overheid
De overheid kan voor heel weinig rente lenen, goedkoper dan welke andere partij ook, omdat de overheid niet snel failliet kan gaan. En gaat de overheid failliet, dan loopt het meestal ook slecht af met andere kredietverstrekkers. Kortom: de overheid is kredietwaardiger dan alle andere leners. Dat is ook de reden dat pensioenfondsen en andere institutionele beleggers graag overheidsobligaties kopen. De overheid is minder goed in problemen oplossen. Weliswaar is de overheid erg machtig, maar er is voor overheidsdienaren geen prikkel om zo goed mogelijk hun werk te doen. Er is ook geen concurrentie, behalve in de vorm van oorlog met een andere overheid en door de kiezer, die politici die er een potje van maken gewoonlijk afstraft. Tenzij ze lid van het CDA zijn uiteraard. Kortom: de overheid kan beter geen bedrijf beginnen. Waarom is het dan toch een goed idee als de overheid hypothecaire leningen verstrekt?

Overheid als hypotheekverstrekker: hoe?

De Belastingdienst heeft al alle kennis in huis om verantwoord hypotheken te kunnen uitlenen.
De Belastingdienst heeft al alle kennis in huis om verantwoord hypotheken te kunnen uitlenen.

De belastingdienst heeft een zeer nauwkeurige kijk op de financiële situatie van belastingbetalers. Zo moeten banken en werkgevers precies opgeven hoeveel mensen verdienen en wat er op hun bankrekening staat. Dat geldt ook voor roerende en onroerende goederen. Auto’s staan ingeschreven in het kentekenregister, boten en vliegtuigen zijn registergoederen en huizen en land staan uiteraard geregistreerd bij het kadaster. Kortom: een schat aan gegevens waarmee uitstekend een kredietwaardigheidscheck is uit te voeren.

Banken en zogeheten financiële deskundigen doen je anders geloven met hun gegoochel, maar er is niet buitengewoon veel slimheid of vakkennis voor nodig om een hypotheek te verstrekken. Je hebt een vakkundig taxateur nodig (de overheid voert i.v.m. de OZB toch al routinematig woningtaxaties uit), een flinke zak met geld (zoals we hebben gezien kan de overheid spotgoedkoop lenen) en de nodige gegevens om  iemands kredietwaardigheid te checken. Uiteraard moet de overheid maar een bepaald percentage van het huis financieren. Je kan dan bijvoorbeeld denken aan driekwart van de marktwaarde van het huis.

Ook moet de lening van de overheid preferent zijn. Dat wil zeggen dat de vordering van de overheid voor andere vorderingen gaat. Als een hypotheeknemer geen aflossing meer kan betalen en het huis in de verkoop gaat, wordt eerst de hypothecaire lening van de overheid afgelost.

De voordelen: overheid denkt meer lange termijn dan bedrijven
De Nederlandse overheid bestaat al ruim vierhonderd jaar en is in principe meer lange-termijn gericht dan een beursgenoteerde onderneming. De bestuurders van deze ondernemingen zijn voornamelijk bezig zichzelf te verrijken en bonussen binnen te harken. Veel verder dan de volgende benoemingsronde reikt hun perspectief dus niet. Dat betekent dat de overheid in staat is om lange-termijn verplichtingen aan te gaan en ook lange termijn te denken.

De Nederlandse overheid is alleenheerser over het Nederlandse grondgebied (enkele woonwagenkampen en achterstandswijken, pardon, prachtwijken, uitgezonderd) en heeft in principe het lange-termijn belang van de Nederlanders voor ogen. Uit onderzoek is bekend dat linksdenkenden weliswaar niet erg goed zijn in ondernemen, maar uitstekende bankiers zijn door hun natuurlijke wantrouwen tegen kapitalisme. De ASN Bank en de Rabobank overleefden de kredietcrisis met vlag en wimpel.

Inkomstenbron voor de overheid; benutting reservecapaciteit
De overheid beschikt al over de infrastructuur en het personeel om deze klus er bij te doen. De benodigde investeringen zijn dus minimaal. Op dit moment is er meer dan vijfhonderd miljard euro aan hypotheken uitgeleend. Stel, de overheid gaat dit bedrag voor driekwart financieren en een renteopslag van een procent boven de courante rente op staatsobligaties te hanteren. Een rentepercentage (juni 2011: 3,3+1%) waar de meeste hypotheeknemers Wodan, Ishtar of de Grote Moedergodin op hun blote knietjes zouden danken. Dit zou de overheid 7,5 miljard euro per jaar aan inkomsten opleveren. Banken kunnen veel kleiner worden, waardoor ze de overheid niet meer kunnen chanteren. Plus de bonus dat mensen die een huis willen kopen dat ook in een recessie kunnen doen.

Peer-to-peer lenen is lenen zonder bank. Het levert meer rente op je spaargeld en goedkopere leningen.

Peer-to-peer lending: netwerkbank als alternatief voor de bank

Bankiers hebben zichzelf onmisbaar gemaakt, maar in feite zijn het niet meer dan handelaars in geld. Letterlijk alle functies van de bank kunnen door een gemeenschappelijk systeem worden overgenomen. Tijd voor een sociale netwerk-bank.

Wurggreep bankiers
Bankiers houden de Nederlandse en Europese economie in een wurggreep (in de Verenigde Staten zijn aandelenbeurzen belangrijker dan hier). Omdat ze “too big to fail” zijn en een “belangrijke systeemfunctie” vervullen (aldus dezelfde economen die de grootste economische crisis sinds de tweede wereldoorlog niet aan zagen komen) kregen ze het voor elkaar werkelijk ongehoorde bedragen aan staatssteun in de wacht te slepen. Zo staat de Nederlandse overheid garant voor bijna 200 miljard als de Nederlandse bank ING dreigt om te vallen en gingen er ook aanzienlijke bedragen naar andere banken. De heren denken ondertussen weer op de oude voet verder te kunnen gaan, gezien de bonussen die zich al weer naar het oude niveau toe bewegen(1) en nieuwe onbeschaamde pleidooien voor impliciete grootschalige staatssteun aan Griekenland(2).

Sociale netwerkbank

Peer-to-peer lenen is lenen zonder bank. Het levert meer rente op je spaargeld en goedkopere leningen.
Peer-to-peer lenen is lenen zonder bank. Het levert meer rente op je spaargeld en goedkopere leningen.

Peer to peer lending, of crowd funding, zoals het systeem ook wel bekend staat, doorbreekt de monopoliepositie van banken. Het werkt als volgt. Iemand wil een bepaald geldbedrag (bijvoorbeeld 10.000 euro) lenen. Hij is bereid hiervoor 10% rente te betalen. Zijn lening wordt vervolgens opgeknipt in bijvoorbeeld tien stukjes, die door investeerders (andere particulieren) worden gekocht. Het Nederlandse Boober ging failliet omdat er te weinig investeerders kwamen, de kosten te hoog waren en er problemen waren met wanbetalers (3).  Het Engelse Zopa (4) en het Amerikaanse Prosper doen het wel goed (al kwam de credit crunch hard aan bij Prosper) en bezorgen bankiers al enigszins het koude angstzweet.

Beperkingen voor peer-to-peer lending systeem
Het voornaamste technische probleem is dat er geen openbaar systeem bestaat om iemands kredietwaardigheid te checken. Het Bureau Kredietregistratie houdt weliswaar iemands schulden in Nederland bij, maar het is altijd mogelijk je via een buitenlandse bank, die niet bij het BKR is aangesloten, je in de schuld te steken. Ook is het BKR-register niet openbaar (wat op zich uiteraard prettig is uit privacy-overwegingen).  Er zal dus een register moeten zijn, waarmee een lener kan laten aantonen kredietwaardig te zijn zonder dat bekend is wie de persoon achter de lener is. Mogelijk zou je hiervoor het BKR-systeem kunnen uitbreiden. De vraag is uiteraard of de BKR-leden (kredietinstellingen en banken) dat willen, peer-to-peer lending is een grote bedreiging voor hun meest winstgevende activiteit. Dit is dus nu net een van de activiteiten waarbij de overheid iets beter kan dan een private instelling.

Bronnen
1. ‘Bankiersbonussen zijn terug’ – Dagelijkse Standaard
2. Steun Griekenland is staatssteun aan banken – Z24.com
3. Curator dreigt eigenaar Boober met gijzeling – De Pers
4. What is social lending? – social-lending.org.uk