memetica

Minderheid wordt meerderheid. Tien procent of meer ware gelovigen is genoeg om een maatschappij snel te kantelen.

De 10 procent regel: minderheid wordt meerderheid

Als tien procent van de bevolking een onwrikbare overtuiging heeft, zal na verloop van tijd onwrikbaar meer dan de helft van de bevolking die overtuiging hebben. Dat blijkt uit computersimulaties van Rensselaer Polytechnic. De bevinding heeft verstrekkende gevolgen, variërend van marketing tot politiek. Een klein groepje extremisten heeft een enorme invloed, zo blijkt.

Omslagpunt bij tien procent

Minderheid wordt meerderheid. Tien procent of meer ware gelovigen is genoeg om een maatschappij snel te kantelen.
Minderheid wordt meerderheid. Tien procent of meer ware gelovigen is genoeg om een maatschappij snel te kantelen.

“Als het aantal overtuigde personen onder de tien procent ligt, is er geen zichtbare vooruitgang in de verspreiding van ideeën. Het zou letterlijk de leeftijd van het universum kosten voor de groep om de meerderheid te bereiken,” aldus SCNARC directeur Boleslaw Szymanski, als Claire and Roland Schmitt Distinguished Professor verbonden aan Rensselaer. “Zodra het aantal boven de tien procent groeit, verspreidt de overtuiging zich als een vuur.”

Als voorbeelden geeft hij de gebeurtenissen in Tunesië en Egypte, die een vergelijkbaar proces doormaken volgens Szymanski. “In deze landen werden dictators die tientallen jaren aan de macht waren, in een paar weken omvergeworpen.”

‘Sociale organisatie doet niet ter zake’
Heel belangrijk: het vereiste percentage van mensen met een overtuigde mening om de meerderheidsopinie te veranderen verandert niet significant, onafhankelijk van hoe mensen met elkaar in verbinding staan. Met andere woorden: het percentage van overtuigde aanhangers van een bepaalde mening blijft tien procent, waar in de maatschappij het idee ook ontstaat en hoe het zich ook verspreidt.

Hoe gingen de onderzoekers te werk?
Voor hun onderzoek ontwikkelden de wetenschappers computermodellen van diverse soorten sociale netwerken. In één netwerk was ieder persoon verbonden met ieder ander persoon. In het tweede meer hiërarchische model zijn bepaalde mensen met heel veel anderen verbonden, wat ze opiniehubs of opinieleiders maakt. Zo heeft bijvoorbeeld Barack Hussein Obama meer Facebookvrienden of twittervolgers dan de wijkzuster van de Mercatorbuurt in Amsterdam. In het laatste onderzochte model heeft ieder lid van het netwerk een beperkt, maar gelijk  aantal contacten. De beginstatus van elk model was een zee van mensen met een traditionele mening, die echter open staan voor verandering.

Zodra de netwerken waren gevormd, strooiden de wetenschappers wat “ware gelovigen” door elk van de netwerken. Deze mensen waren totaal overtuigd van hun gelijk. Het was niet mogelijk hun overtuiging aan het wankelen te brengen. Zodra deze ware gelovigen met anderen begonnen te communiceren die het traditionele geloofssysteem aanhingen, begonnen de verhoudingen eerst gradueel en dan heel snel te veranderen.

Consensuszoekers versus ware gelovigen
In het algemeen houden mensen er niet van een impopulaire mening er op na te houden en proberen ze altijd tot een consensus te komen. De onderzoekers hebben deze dynamiek en elk van de modellen nagebootst, aldus coauteur Sameet Sreenivasan. Dit deden ze door elk van de individuen in het model met elkaar over hun mening te laten praten. Als de luisteraar dezelfde mening er op na hield als de spreker, werd de mening van de spreker versterkt. Als de mening verschilde, nam de luisteraar het in overweging en ging met een ander spreken. Was ook deze dezelfde mening toegedaan, dan begon de luisteraar diens overtuiging over te nemen.

De inertie van 90% of meer traditionalisten was voldoende om de openbare mening stabiel te houden. Als een traditionalist werd ‘bekeerd’, had hij zoveel contacten met traditionalisten dat hij naar verloop van tijd terugkeerde naar het oorspronkelijke geloof.

“Bekeer eerst een dorp of stad voordat je de wijde wereld intrekt”
Wil je een bepaalde ideologie bevorderen – bijvoorbeeld het gebruik van een bepaald merk – of juist tegengaan – het gewelddadige gedachtengoed van bepaalde islamieten en neonazi’s bijvoorbeeld – dan is het nuttig om te weten hoe meningen zich verspreiden. Het kost uiteraard minder marketinginspanning een kleine groep te bekeren dan dat met een grote groep te doen. Sekteleiders weten dat. Ze zorgen altijd dat introducees altijd in de minderheid zijn en steeds weer worden geconfronteerd met een ander sektelid tot hun opinie omzwaait. 

Zo kan het ook verstandig zijn een bepaald biermerk in een bepaalde dorp of stad te pushen. Zo is er de befaamde “biergrens” – zo drinken dorpen die vroeger minder dan een dagreis met de bierhuifkar van Groenlo af lagen nog steeds Grolsch, dorpen verder weg drinken Alfred Heineken’s brouwsel. 

De onderzoekers gaan nu kijken wat er gebeurt als er twee groepen extremisten op een onschuldige maatschappij worden losgelaten. Wordt het burgeroorlog of krijg je balkanisatie? Met het oprukkende islamisme en nationalisme een vraag met ook veel praktische betekenis. Hopelijk slagen we er in tien procent van de Nederlandse bevolking tot visionair denken te bekeren voor het te laat is…

Bronnen
Social consensus through the influence of committed minorities, Physical Review E, 2011
Minority Rules: Scientists Discover Tipping Point for the Spread of Ideas, Renselaer Polytechnic news release, 2011

Dat het goede overwint is niet een Hollywoodmythe. Het blijkt werkelijk zo te zijn.

Waarom het goede uiteindelijk altijd wint

Goed nieuws voor positief gelovigen zoals christenen en boeddhisten, andere optimisten en Hollywood-scriptschrijvers. Het is nu bekend waarom het kwade weliswaar veel impact heeft, maar het goede in de maatschappij uiteindelijk overheerst.

Hoe besmettelijk is gedrag?
De manier waarop gedragspatronen ontstaan en zich verspreiden door de maatschappij is op dit moment onderwerp van intensief onderzoek. Dat komt gedeeltelijk vanwege de grote vorderingen die  gemaakt zijn in het modelleren van de interacties tussen individuen in computermodellen en gedeeltelijk omdat er nu plotseling grote verzamelingen data beschikbaar zijn over bepaald menselijk gedrag, denk aan e-mail, mobiele telefoons en handelsgegevens.

Dat het goede overwint is niet een Hollywoodmythe. Het blijkt werkelijk zo te zijn.
Dat het goede overwint is niet een Hollywoodmythe. Het blijkt werkelijk zo te zijn.

Helaas bereikt geen van deze technieken een volledig beeld van hoe gedragingen zich verspreiden in de maatschappij. Dat is omdat gedragingen zich van het ene netwerk naar het andere verspreiden. Een boos telefoongesprek kan je volgende e-mailboodschap een stuk minder vriendelijk maken.

Dit is een belangrijke hindernis in het onderzoek. Het is immers redelijk om te veronderstellen dat als verschillende netwerken op dezelfde knooppunten (hier: mensen) worden verspreid, gedrag zich gemakkelijk van het ene netwerk naar het andere verspreidt. Op dit moment is er (gelukkig) nog geen systeem om e-mailverkeer, telefoonverkeer en dergelijke aan elkaar te koppelen, hoewel de kans groot is dat allerlei overheidsorganisaties zich hiermee bezig houden.

Virtuele gamewereld als proeftuin
Onderzoeker Stefan Thurner en een aantal collega’s van Santa Fe Institute in New Mexico hebben echter een manier gevonden om te ontsnappen aan dit probleem. Hun idee: bestudeer de gedragspatronen in een virtuele wereld waar alle gedragingen voor het nageslacht worden geregistreerd. In hun geval: het MMORPG (massive multiplayer online game) Pardus, dat startte in 2004 en ondertussen zo’n 380 000 gebruikersaccounts heeft (en gemiddeld 500 actieve spelers ingelogd heeft).  Thurner en consorten bestudeerden acht spelacties waarmee spelers met elkaar interreageren. Deze zijn communiceren, handelen, vormen of verbreken van vriendschappen en vijandschappen, aanvallen en straffen. Ze legden de stroom van acties vast die elke speler uitvoert en keken toen naar patronen die vaker voorkwamen dan verwacht.

Kwaad is weliswaar besmettelijk, maar…
Hun conclusies: positief gedrag wordt versterkt als een individu een positieve actie ondergaat.  Ze vonden ook een veel sterkere toename in negatief gedrag onmiddellijk nadat een individu een negatieve actie ontving. “Het is ongeveer tien keer zo waarschijnlijk dat een speler direct na een negatieve actie, zelf een negatieve actie onderneemt dan als de speler een positieve actie onderging,” aldus de onderzoekers. Negatief gedrag wordt dus ook vaker herhaald dan alleen vergolden, wat verklaard waarom het effectiever verspreidt. Kortom: negatieve acties zijn besmettelijker dan positieve acties. Het is makkelijker een oorlog te beginnen dan om vrede te stichten.

Waarom het Goede toch overwint
Er blijkt echter een beperkende factor voor het oprukken van het Rijk der Duisternis. Spelers met een hoog aandeel negatieve acties bleken korter bij het spel betrokken. Thurner en zijn collega’s denken dat hier in wezen twee redenen voor zijn: ten eerste worden ze opgejaagd door anderen, waardoor ze ophouden met spelen en ten tweede, een meer psychologische verklaring. Ze zijn niet in staat er in het spel een bevredigend sociaal leven op na te houden en verlaten het spel wegens eenzaamheid en frustratie. Kortom: de maatschappij heeft de neiging mensen aan te zetten tot positief gedrag. Goed nieuws. In de woorden van Thurner en de zijnen:  “We interpreteren deze bevindingen als empirisch bewijs voor zelforganisatie naar wederkerig, goed gedrag binnen een menselijke maatschappij,” zeggen ze. Met andere woorden: de mensheid is fundamenteel goed.

Interessant is wellicht vervolgonderzoek. Soms blijken hele samenlevingen te veranderen in moordzuchtige menigten. Denk aan de massamoorden in Rwanda of de burgeroorlog in voormalig Joegoslavië.  Hoe komt het dat in sommige gevallen de maatschappelijke remmen totaal verdwijnen en er chaos uitbreekt? Als dit raadsel wordt opgelost, komt er misschien een nieuwe manier om historisch gedrag te bestuderen. Het begin van echte psychohistorie? May the Force be with us…

Bron
Thurner et al., Emergence Of Good Conduct, Scaling And Zipf Laws In Human Behavioral Sequences In An Online World, Arxiv.org (2011)

Mensenoffers zijn bij sommige gelovigen erg populair. Wat bezielt gelovigen tot dit soort absurd en wreed gedrag? Memetica geeft antwoord.

Het DNA van godsdienst

Waarom hebben de agressiefste, onverdraagzaamste godsdiensten met de bespottelijkste ideeën de meeste aanhangers en groeien deze het snelst?

Mensenoffers zijn bij sommige gelovigen erg populair. Wat bezielt gelovigen tot dit soort absurd en wreed gedrag? Memetica geeft antwoord.
Mensenoffers zijn bij sommige gelovigen erg populair. Wat bezielt gelovigen tot dit soort absurd en wreed gedrag? Memetica geeft antwoord.

Waarom zetten Jehova’s hun voet tussen je deur en worden islamieten vaak agressief als je iets onvriendelijks over hun geloof zegt?

Een vraagstuk waaraan de wetenschap tot nu toe zijn vingers niet durfde te branden. De protowetenschap van de memetica maakt daar een einde aan.

Radicale gelovigen zijn gewoonlijk toch al niet erg dol op de evolutietheorie, maar als ze dit lezen zullen ze waarschijnlijk helemaal door het lint gaan.

Genen
Memetica als protowetenschap werd geboren in het laatste hoofdstuk van het boek Het Zelfzuchtige Gen van de visionaire Engelse evolutionair bioloog Richard Dawkins.

Darwin legde zoals bekend de grondslag voor de evolutietheorie over de oorsprong der soorten, maar hij leverde geen mechanische verklaring voor het mechanisme waarop erfelijkheid berustte.

Volgens de erfelijkheidstheorie van Georg Mendel worden alle overerfbare eigenschappen door middel van genen overgedragen.

Chromosomen zijn bundels DNA, de dragers van genen. Ze komen altijd in tweetallen voor.
Chromosomen zijn bundels DNA, de dragers van genen. Ze komen altijd in tweetallen voor.

Genen komen in tweetallen voor. Nu weten we dat Mendels genen in werkelijkheid bestaan uit reeksen DNA die op hun beurt weer liggen op chromosomen. Chromosomen komen in paren voor: elk chromosoom draagt één kopie van een gen.

Memen: de genen van ideeën
Dawkins keek met een biologische bril naar de cultuur en ontdekte dingen die zich precies gedragen als virussen: ideeën.

Ideeën vermenigvuldigen zich (zoals dat irritante liedje van de radio dat in je hoofd blijft hangen), verdringen elkaar in ideeëndragers zoals boeken, websites of de breinen van mensen, muteren (als je oma’s overheerlijke, maar veel te vette pannenkoekenrecept aanpast aan je goede voornemen dit jaar af te vallen, bijvoorbeeld)  en kunnen uitsterven.

Hij noemde de elementaire bestanddelen van ideeën memen (enkelvoud: meme). Een voorbeeld van een meme: de manier waarop je de hoofdletter A schrijft of het bekende gebod uit de bijbel “Heb je medemens lief als jezelf en God boven alles”.

Memen kunnen ook in samenwerkende groepen voorkomen. Alle memen in dit artikel vormen bijvoorbeeld een groep, een memeplex. Bekende memeplexen zijn talen, godsdiensten, culturen en technieken. Zelfs onze geest tot op zekere hoogte. Dus wil je voortleven na de dood, schrijf dan een dagboek met al je ideeën en verplicht je erfgenamen ze uit het hoofd te leren.Wedden dat ze niet meer gaan ruziën over de erfenis?

Dawkins hanteert een vrij losse omschrijving van memen en memeplexen. Het is waarschijnlijk verstandig om alleen ideeën die niet in nog kleinere subideeën zijn onder te verdelen, memen te noemen (bijvoorbeeld een woord of begrip)  en de rest memeplexen.

Strijd op leven en dood van memen
Net als bij genen wordt het succes van memen en memeplexen bepaald door hun verspreiding. Zo is het Engels, dat door miljarden mensen als eerste of tweede taal wordt gesproken, een succesvoller memeplex dan het Sorbisch, een Slavische taal dat maar door een handjevol Duitsers in de voormalige DDR wordt gesproken. Memen kunnen zich verstoppen in mensenbreinen, maar ook overspringen naar een ander mens (daar zijn leraren voor), website (zoals terwijl ik schrijf gebeurt) en andersom, je brein infecteren (ik heb vrees ik slecht nieuws. Snel, kijk de andere kant op! Oeps… te laat…) PHP (de scripttaal waaronder deze website draait) succesvoller dan ASP en Java Server Pages.

Juche is de Noord-Koreaanse staatsgodsdienst, waarin de overleden dictator Kim Il Sung de oppergodheid is.
Juche is de Noord-Koreaanse staatsgodsdienst, waarin de overleden dictator Kim Il Sung de oppergodheid is.

Memeplexen concurreren met elkaar om plaats en vooral aandacht: als je bijvoorbeeld een bamboe eettafel met glazen dekplaat in je woonkamer zet, kan je er geen  klassiek eikenhouten tafel meer neerzetten. Een kind dat is geofferd aan Baäl kan niet meer als jihadstrijder opgevoed worden. De succesvolste memeplexen zijn in staat de geest van hun slachtoffer voortdurend in hun greep te houden en al hun aandacht op te slokken.
Echter: niemand heeft het eeuwige leven. Wil een meme voort blijven bestaan, dan moet het er naar streven zich op tijd naar andere mensenbreinen over te kopiëren. Hiervoor zijn in de loop van duizenden jaren allerlei zeer vernuftige strategieën  ontstaan.

Waarom bestaat godsdienst?
Een groot deel van de geschiedenis van de mensheid wordt bepaald door godsdienst. Op het eerste gezicht lijkt dit vreemd. Er is, pogingen van de Templeton Foundation en steenrijke oliesjeiks ten spijt, geen empirisch bewijs voor de metafysische claims van godsdiensten (al zijn veel psychologische inzichten van Jezus en Boeddha bevestigd door de wetenschap). Sommige beweringen van godsdiensten zijn aantoonbaar wetenschappelijk onjuist.

Godsdienst is op het eerste gezicht nergens nuttig voor, het betekent een grote verspilling van tijd en geld.  Je kan door godsdienst niet beter eten, je wordt er doorgaans armer van (tenzij je godsdienst hard werken of het beroven van anderen aanmoedigt) en je leert allerlei ideeën die wetenschappelijk gezien niet kloppen. Kortom: vanuit rationeel oogpunt is er geen reden te geloven.

Toch is het zijn gelovigen bereid om hun leven op het spel te zetten, grote ontberingen te verdragen en bloed te vergieten ten bate van hun geloof. Waar ook ter wereld je komt, de uitingen van godsdienst steken letterlijk overal boven uit in de vorm van kerktorens, minaretten, tempels of pagodes. Zelfs in het atheïstische Noord-Korea wordt het portret van de Grote Leider vereerd.

Godsdienst: een memetische levensvorm
Kortom: godsdienst bestaat net als een virus slechts omwille van zichzelf.  Godsdienst is het beste voorbeeld dat we kennen, een computervirus wellicht uitgezonderd, van een memetisch virus. Zoals de biologische evenknieën deinzen godsdiensten doorgaans voor geen enkele tactiek terug om zichzelf voort te planten.

De Amerikaan Joseph Smith noemde zichzelf profeet en hield er een harem van vele vrouwen op na. Waar kennen we dat toch eerder van...
De Amerikaan Joseph Smith noemde zichzelf profeet en hield er harem van vele vrouwen op na. Waar kennen we dat toch eerder van...

Of het nu medelijden, sociaal gevoel, schuldgevoel, dreigen met de eeuwige verdoemenis of platvloerse geneugten als plundering en seks is: alleen de godsdienst die de effectiefste, meest doortrapte psychologische technieken beheerst om mensen te manipuleren en in haar greep te houden, overleeft de bikkelharde Darwiniaanse strijd om het mensenbrein.

Logisch ook: minder agressieve godsdiensten, zoals het inheemse heidendom (Asatru), zoroastrisme, animisme en dergelijke legden in de moorddadige Darwiniaanse strijd al lang geleden het loodje. In de volgende artikelen in deze reeks zal in worden gegaan op de strategieën die de grote (dus succesvolste) wereldgodsdiensten hanteren om zich te verspreiden en in stand te houden.