‘Ongelijkheid goed voor het milieu’
Rijken consumeren relatief minder dan armen, betoogt een analist. Is de steeds groter wordende ongelijkheid van de rijkdom van de 1% versus de rest een zegen voor het milieu?
De ongelijkheid in landen als het Verenigd Koninkrijk en de VS was sinds de Grote Depressie niet zo groot als nu. De rijkste 1% van de Amerikaanse bevolking verdient een vijfde van het totale Amerikaanse inkomen en bezit zelfs veertig procent van alle eigendom. Waarbij vermoedelijk offshore trusts, een doortrapte manier om rijkdom en inkomen uit de greep van de fiscus te houden, niet eens meegerekend zijn. Deze rijke 1%, zoals de wereldwijde Occupy beweging ze aanduidt, zijn om die reden dan ook het mikpunt van haat en nijd onder de mensen die het financieel minder hebben getroffen. Ook in Nederland is het geduld met graaiers en zakkenvullers, vooral als ze uit de staatsruif eten, nu echt aan het opraken.
Wereldkampioen energieverspillers
Hun levensstijl is op het eerste gezicht ook niet echt milieuvriendelijk. Een rijkaard die echt mee wil tellen heeft bijvoorbeeld een eigen, kerosineslurpende, privéjet en privéjacht. Om over het luxueuze wagenpark maar te zwijgen. Rijkaard Al Gore, die altijd zijn mond vol heeft over het broeikaseffect, woont met vrouw Tipper in een optrekje in Nashville, Tennessee dat rond de twaalf tot twintig maal zoveel energie opslurpt als het gemiddelde Amerikaanse huishouden. En dan draait Gore nog spaarlampen in. Koffie? Een echte rijkaard haalt zijn neus op voor snelfiltermaling of zelfs handgebrande koffiebonen en drinkt kopi luwak, gefermenteerde koffiebonen afkomstig uit de uitwerpselen van civetkatten. Maar klopt dit allemaal wel?
Rijken relatief milieuvriendelijker
Veel luxeproducten bevatten niet veel meer grondstoffen dan de producten van standaard of ersatzkwaliteit. De genoemde kopi luwak is een mooi voorbeeld. Het gaat nog steeds om hetzelfde aantal koffiebonen, die echter door de kostbare oogst en bewerking veel meer waard worden. Een ons kopi luwak, a 22 euro, vertegenwoordigt dus evenveel ecologische belasting als een ons standaardkoffie (groothandelsprijs: vijftig cent). Over het algemeen verstookt een rijke niet meer dan enkele tonnen per jaar. De rest wordt geïnvesteerd. Een extreem voorbeeld is een van de rijkste mensen ter wereld, Warren Buffett, die al een halve eeuw in een weinig luxueus huis woont. Stel dat het jaarlijkse inkomen van een multimiljardair, bijvoorbeeld 1 miljard euro, zou worden verdeeld over 50 000 gezinnen die nu leven van het minimumloon (dus 20 000 euro per jaar meer besteedbaar inkomen). Dan zou, als we naar het bestedingspatroon van de middenklasse kijken, dit geld vermoedelijk besteed worden aan een dure auto, meer vliegvakanties en dergelijke. De ene privéjet van de multimiljardair weegt niet op tegen de tienduizenden extra wintersportvakanties en tweede auto’s. Het wagenpark van de miljardair staat het grootste deel van de tijd stil: hij kan immers in niet meer dan één auto tegelijk rijden.
Of toch?
Wij mensen zijn een primatensoort, die graag dominante mannetje naäpen. De ergste milieubelasting komt dan ook niet van de multimiljardairs zelf, maar van de mensen die hen na willen volgen. Ook prikkelt een groot verschil tussen arm en rijk een competitieve wedloop waarbij de prikkel voor armen om het milieu aan te tasten, veel groter is dan als de rijken matig leven. Per saldo denk ik persoonlijk daarom dat een groot verschil tussen arm en rijk helemaal zo goed niet is voor het milieu. Een grote middenklasse met een open oog voor het belang van de natuurlijke leefomgeving is een veel beter idee. het is niet voor niets dat het milieubewustzijn in egalitaire samenlevingen als de Scandinavische, veel groter is dan in een door een extreme Gini-index geteisterde landen als de VS.
‘Ongelijkheid goed voor het milieu’ Meer lezen »