Biddende taxichauffeur. Hij had geen gebedskleedje bij zich.

Waarom pakt de nadruk op uiterlijkheden bij veel gelovigen zo slecht uit?

Openlijk en met veel misbaar bidden. Op pelgrimstocht gaan en selfies maken bij de Kaäba.  Sommige gelovigen steken hun geloof niet onder stoelen of banken. Tegelijkertijd zijn dit nu net de mensen die het meeste moorden, verkrachten en stelen. Hoe is dat te verklaren?

Een mens heeft maar een beperkte capaciteit om goed te doen. Als je geloof jou verplicht om andere mensen te helpen, zal je daar je energie op richten. Als je geloof je verplicht om andere mensen te helpen, maar ook om vijf keer per dag rond je auto te hinkelen ter ere van Quetzalcoatl, elke week een schaap te offeren aan Quetzalcoatl en met Chinese stokjes te eten, waarbij je om de tien seconden Quetzalcoatl luid aanroept, zal je domweg minder tijd en energie hebben om andere mensen te helpen. Domweg omdat je de hele dag in de weer bent om je god Quetzalcoatl te plezieren.

Biddende taxichauffeur. Hij had geen gebedskleedje bij zich.
Biddende islamitische taxichauffeur. Hij had waarschijnlijk geen gebedskleedje bij zich. – Wikiislam

In de tijd van Jezus leefden er een uitermate irritant slag joden in Palestina, de Farizeeën. Zij zijn in feite de grondleggers van wat we nu kennen als het talmoedische jodendom. Zij baden altijd met veel misbaar op straat zodat de hele wijk kon meegenieten. Alleen deden ze ongeveer alles wat ze konden om er beter van te worden, zolang het maar volgens de wet was. Om deze reden duidde Jezus dit soort mensen aan als “gewitte graven“: mooi van buiten, verrot van binnen.

Verder is het probleem, dat aan bidden onevenredig veel waarde wordt gehecht. Bidden is een middel, namelijk om je geloof in stand te houden en je relatie met je godheid in stand te houden/te verbeteren; niet een doel op zich. Plichtsgebeden, zoals in het soennisme erg belangrijk zijn, geven gelovigen al snel een goed gevoel. Ze voelen dan minder de noodzaak om goede werken te verrichten. Dat geldt ook voor de pelgrimstocht naar Mekka, de hajj. Veel Indonesische aannemers drukten na de tsunami-ramp in Atjeh geld achterover en gingen van dit hulpgeld naar Mekka op hajj. De zegening die de hajj oplevert – al je zonden voor de hajj worden vergeven – is namelijk groter dan de straf voor het achteroverdrukken.

Verder wordt in de soennitische ethiek niet bidden soms op één lijn gesteld met ernstige misdrijven zoals moord. Waar volgens het soennisme en sji’isme moord in bepaalde gevallen geoorloofd is – de moord op een vijand van de islam of op een ex-moslim bijvoorbeeld – is het niet verrichten van het plichtsgebed voor strengere soennieten zoals IS en eerder bijvoorbeeld het Ottomaanse Rijk in strengere tijden, al reden om een moslim tot ongelovige te verklaren en de doodstraf op te leggen. Kortom: een moordenaar komt er vaak beter van af dan iemand die niet bidt.

Het gevolg is dat de ethiek van deze gelovigen nogal idiosyncratisch is en dat de maatschappijen die ze vormen behoorlijk disfunctioneel is.