saoedi-arabie

Geert Wilders paste de vlag van Saoedi-Arabië een beetje aan om deze beter aansluiting te laten vinden bij de betreurenswaardige mensenrechtensituatie in het land. Daar was de dictatuur niet erg blij mee. Bron: pvv.nl

Docu: Saudi-Arabië ontmaskerd

Minder gehinderd door politieke correctheid dan hun collega’s van de BBC, hebben een aantal undercover journalisten van de Britse commerciële omroep ITV met verborgen camera’s het leven in Saudi-Arabië gefilmd. Dit deden ze door zich voor te doen als medewerkers van een fictief bedrijf.

Saudi-Arabië is een land waar de tweede-generatie Nederlandse allochtoon Willem Alexander von Amsberg zijn opwachting maakte om de overleden bloedige dictator Abdullah te eren. Het is ook het land waar toenmalig Nederlands minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (helaas zijn de zuiderburen nu met dit weinig scrupuleuze heerschap verguld) het nodig achtte om kruiperige excuses aan te bieden. Dit wegens enige huisvlijt van enig PVV-lid Wilders. Het is een land, dat door gewetenloze politici in het westen al een kleine eeuw vrij baan wordt gelaten om de verderfelijke ideologie van het salafisme te verspreiden en zo de islamitische wereld nog verder te vergiftigen met achterlijkheid, haat en onderdrukking.

Wellicht een zinnige verklaring, waarom het westen bij seculieren en hervormers in het Midden Oosten zo weinig populair is?

Geert Wilders paste de vlag van Saoedi-Arabië een beetje aan om deze beter aansluiting te laten vinden bij de betreurenswaardige mensenrechtensituatie in het land. Daar was de dictatuur niet erg blij mee. Bron: pvv.nl
Geert Wilders paste de vlag van Saoedi-Arabië een beetje aan om deze beter aansluiting te laten vinden bij de betreurenswaardige mensenrechtensituatie in het land. Daar was de dictatuur niet erg blij mee, tot Nederlandse politici een knieval maakten. Bron: pvv.nl
Saoedi-Arabië is niet de meest prettige plek voor ondernemende vrouwen. Bron: BBC

Wat telt zwaarder: principes of handelsbelangen?

Een van de grotere handelspartners van Nederland is het theocratische woestijnkoninkrijk Saoedi-Arabië, dat wordt beheerst door aanhangers van het salafisme, een uitermate strenge variant van de islam. De missionaire activiteiten van enig PVV-lid Geert Wilders zijn daar, naar verluidt, niet in echt goede aarde gevallen en een handelsboycot dreigt. Wat moet leidend zijn: de koopman of de dominee?

Handelen met de vijand
Nederlanders kennen al een lange traditie van handelen met vijandige landen. Al tijdens de Tachtigjarige Oorlog, waarin de noordelijke Nederlanden zich ontworstelden uit de greep van het Spaanse vorstenhuis, handelden Nederlandse kooplieden met de Spanjaarden en verkochten zelfs munitie, waarmee het Staatse leger beschoten werd. Pecunia non olet, geld stinkt niet, was en is de lijfspreuk van de Nederlandse koopliedenklasse. De tegenwoordige tijd is geen uitzondering. Ook als  het om ingrediënten voor gifgas gaat of bloeddiamanten, Nederlanders zijn nooit vies van een  handeltje. Dat geldt overigens ook voor voor onze buren: Engelsen leverden martelapparatuur, Duitsers ultracentrifuges en gifgas. Ook Belgen verkopen handvuurwapens aan dubieuze landen.

Saoedi-Arabië is niet de meest prettige plek voor ondernemende vrouwen. Bron: BBC
Saoedi-Arabië is niet de meest prettige plek voor ondernemende vrouwen. Bron: BBC

Wat is meer waard: principes of winst?
Vanuit een niet-moreel standpunt lijkt deze vraag op het eerste gezicht eenvoudig te beantwoorden. Principes zijn niet tastbaar, harde knaken wel. Het is dus economisch zinvol om ondanks de morele bezwaren die we tegen een regime als dat in Saoedi-Arabie hebben, er toch mee te handelen. Maar klopt dat wel?

Waarde is informatie?
Alles om ons heen bestaat uit atomen. Atomen zijn, sporadische kernreacties daargelaten, onvernietigbaar. Koolstofatomen die ooit deel uitmaakten van een rondschuifelende reuzenspin uit het Carboon, zitten nu in een brok steenkool in een kolencentrale en vormen volgens jaar wellicht onderdeel van een design spijkerbroek uit Egyptische katoen. Het koolstofaandeel in kooldioxide, een afvalgas, het brok steenkool en een loepzuivere diamant bestaan uit exact dezelfde atomen. Het enige verschil is hoe deze atomen onderling zijn gerangschikt, m.a.w. de informatie.

Informatie en vrije geest
Wat waarde geeft is dus deze informatie. Informatie komt echter niet uit de lucht vallen. Deze is het product van onze menselijke geest. Dit maakt ook meteen onze hersenen het kostbaarste op aarde: a mind is a terrible thing to waste. Kortom: een optimaal werkende menselijke geest, goed op de hoogte van de natuurwetten, is dus meer dan goud waard. Toch kan  onze geest op zichzelf weinig, zoals duizenden jaren meditatie door wijsgeren in het straatarme India bewijst. Wat is dan de missing link in de creatie van waarde? Waarom kunnen sommige groepen samenwerkende mensen veel waarde creëren, en anderen helemaal niet?

Greep op de wereld om ons heen
Onze handen zijn volgens sommige evolutionair paleontologen misschien nog wel belangrijker dan onze hersenen. Dieren die over meer hersenmassa beschikken dan de mens, zoals olifanten en walvisachtigen, ontbreekt het aan handen, waardoor ze veroordeeld zijn tot een techniekloos bestaan. Twee miljoen jaar geleden waren onze handen slechts in staat tot het fabriceren van lompe gereedschappen. Precisiewerk werd pas mogelijk toen in de laatste twee miljoen jaar onze handen van structuur veranderden, waardoor we gereedschappen konden vasthouden. Alleen omdat we in staat zijn atomen te manipuleren, kunnen we onze omgeving veranderen. De menselijke hersenen zijn in staat gereedschappen als een deel van het lichaam te zien, waardoor we geavanceerde dingen kunnen maken. Omdat machines kunnen worden gebruikt om nog betere machines te maken, ontstond hierdoor een virtueuze cirkel. Geest, handen en machines vormden een goed op elkaar aansluitend en steeds verder evoluerend geheel.

Ziel verkopen aan de duivel
Saoedi-Arabië is, als je een vrijheidslievend mens bent, geen prettig land, zelfs niet naar de maatstaven van de gemiddelde islamiet. Ongeveer de helft van de bevolking, de vrouwen, wordt wettelijk achtergesteld bij mannen. Zo geldt hun getuigenis minder dan die van een man en is het ze verboden zich zonder mannelijk familielid buiten de deur te begeven. Autorijden is vanzelfsprekend helemaal uit den boze. Wie kritiek levert, of een van de vele islamitische leefregels overtreedt, staat geseling, gevangenisstraf of executie te wachten. De inwoners van de heersende bevolkingsgroep in Saoedi-Arabië, afstammelingen van Shammar- en andere bedoeïnen, houden niet van werken met de handen. Dat vinden ze meer iets voor slaven, een echte Arabier commandeert of vecht. Geen wonder dus dat het erg moeilijk is om technisch personeel te vinden voor in fabrieken en olieinstallaties, en bedrijven uit bijvoorbeeld Nederland hier goede zaken kunnen doen, bijvoorbeeld door hand- en spandiensten te verlenen bij de oliewinning, de voornaamste inkomstenbron voor het regime.

Dit echter tegen een prijs. De islamitische leefregels zijn allesoverheersend in Saoedi-Arabië (behalve in de compounds, luxueuze getto’s voor buitenlanders) en het Saoedische regime doet er ook alles aan om de salafistische islam wereldwijd te verspreiden. En beledigingen van de islam in de kiem te smoren. Het  gevolg is dat de geest van werknemers bij bedrijven die zaken doen met de sjeiks  wordt ingeperkt, gevolgd door de leiders. De angst te kwetsen verlamt langzamerhand de creativiteit.

Wankelende oliereus
Het is een publiek geheim dat het grootste olieveld van Saoedi-Arabië, Ghawar, snel aan het leegraken is. Er wordt steeds meer zeewater naar beneden gepompt om de productie in het verouderende veld op peil te kunnen houden. Meer dan vijftig jaar heeft deze oliemonarchie de werel;d ion een ijzeren greep kunnen houden. Nu voor het eerst is er een mogelijkheid om te ontsnappen aan deze dodelijke wurggreep. Nu is het mogelijk de lange middelvinger te geven aan de monarchen van het woestijnkoninkrijk en zo ook dit deel van de mensheid te laten evolueren.

Het grootste potentieel van het olieveld Ghawar zit niet onder maar boven de grond.

De onzichtbare oliebron

Onzichtbaar zweeft er genoeg energie om ons heen om bijna elk land in een Saoedi-Arabië te veranderen. Waar wachten we op?

Oliejunks
Op dit moment passen oliemaatschappijen de meest bizarre kunstgrepen uit om het laatste beetje olie uit de rotsen te persen. Zeewater wordt de olievelden in gepompt, in de Canadese teerzandgroeven wordt zelfs schaars aardgas opgestookt om de latste druppels teerzandolie uit het teerzand te persen. Vanzelfsprekend verandert de plaats waar deze winning plaatsvindt in een ecologische rampzone, maar dat mag de pret niet drukken. Per slot van rekening snuiven cocaïneverslaafden ook met graagte een lijntje dat daarvoor een onwelriekende reis door de endeldarm van een bolletjesslikker heeft gemaakt.

 

Het grootste potentieel van het olieveld Ghawar zit niet onder maar boven de grond.
Het grootste potentieel van het olieveld Ghawar zit niet onder maar boven de grond.

 

Twee keer het IJsselmeer opgestookt
Dit terwijl de energie letterlijk voor het grijpen ligt. Neem nu het olieveld Ghawar, verreweg het grootste olieveld ter wereld. Ghawar, dat aan de oostkust van het naargeestige koninkrijk Saoedi-Arabië ligt, vormt een onderaards oliemeer van driehonderd bij dertig kilometer groot. Sinds de ontdekking van Ghawar, in de jaren vijftig, is er uit dit enorme veld 10,3 kubieke kilometer olie gepompt. Tweederde van alle Saoedische olie en tien procent van alle wereldolieproductie komt uit dit veld. Een indrukwekkende hoevelheid, dat zeker. 10,3 kubieke kilometer is ongeveer twee keer de inhoud van het IJsselmeer. Allemaal in rook opgegaan.

Iedere wereldbewoner gratis elektriciteit
Toch, geloof het of niet, valt dit volkomen in het niet vergeleken met de hoevelheid ‘onzichtbare olie’ die dit veld bevat. Of liever gezegd: die op het veld neerkomt. De Saoedische oostkust is niet het allerzonnigste deel van het land, daarvoor moet je in de kurkdroge Rub al-Khali zandwoestijn in het zuidoosten zijn, maar per vierkante meter per jaar komt er desondanks meer dan 2000 kilowattuur neer. Precies, waarde lezer, dit lees je goed. Het totale elektriciteitsverbruik van een Nederlander of Belg is te dekken met één enkel zonnepaneeltje met een rendement van 100% op de dorre vlakte van Ghawar. En er zijn nogal wat van die vierkante meters. Tien miljard om precies te zijn (in feite is het veld niet echt een rechthoek, maar wat kleiner). Let wel: alleen de oppervlakte van Ghawar. Meer dan genoeg dus om iedereen ter wereld van alle elektriciteit te voozien die we nodig hebben. (Ik weet het, zonnepanelen halen helaas in werkelijkheid slechts 15-20-% maar toch.)

Twintig centimeter aardolie-per jaar
Nu is deze zonne-energie ook om te rekenen in hoeveelheden olie. Immers: een kilowattuur is 3,6 megajoule (MJ). Ook een liter aardolie bevat verbrandingsenergie, die in megajoules is uit te drukken: rond de 35 MJ per liter. We kunnen dus zeggen dat een kilowattuur gelijk staat aan de chemische energie in 100 ml aardolie. De totale hoeveelheid onzichtbare aardolie die elk jaar neerkomt op Ghawar is daarmee uit te rekenen: 2000 kWh maal 10 miljard (300 km x 30 km) maal 0,1 liter per kWh geeft een volume van  2000 miljard liter, meer dan een barrel olie per vierkante meter per jaar (een laag zwarte drab van 20 cm diep die het hele Ghawarveld bedekt). Let wel, per jaar. En nu komt de grootste grap. Uit het Ghawar-veld is sinds de ontdekking van het veld tot nu, 60 miljard vaten olie (een laag olie van een meter diep) gehaald. Met andere woorden: als we onze hypothetische wonderpanelen weer uit de kast halen, en alle energie in olie omzetten, kunnen we hiermee in vijf jaar evenveel olie produceren als uit het productiefste en grootste olieveld ter wereld in zijn gehele bestaan geproduceerd heeft.

I rest my case.

De Kingdom Tower zal als deze gereed is meer dan een kilometer hoog reiken. De zwanenzang van Saoedi-Arabië?

Saoedi-Arabië bouwt wolkenkrabber van meer dan kilometer hoog – Skyscraper Index voorspelt rampspoed

De Kingdom Tower zal gebouwd worden door de Bin Laden Groep in de kustplaats Jeddah aan de Rode Zee. Het gebouw zet alle bestaande wolkenkrabbers in de schaduw. Volgens de beruchte Skyscraper Index betekent dit slecht nieuws…

De Kingdom Tower zal als deze gereed is meer dan een kilometer hoog reiken. De zwanenzang van Saoedi-Arabië?
De Kingdom Tower zal als deze gereed is meer dan een kilometer hoog reiken. De zwanenzang van Saoedi-Arabië?

Het land met de grootste olievoorraden ter wereld is, zoals bekend, Saoedi-Arabië. Nu olie steeds schaarser en moeilijker te winnen wordt, lopen de olieprijzen op en stromen de oliemiljarden de fundamentalistische woestijndictatuur binnen. De buurstaatjes aan de Golf, zoals de Verenigde Arabische  Emiraten, hebben nu het nakijken in het spelletje wie de grootste heeft.

Toch is dit geen reden tot vreugde voor de Saoedi’s. Er blijkt namelijk een merkwaardige historische wetmatigheid te zijn, de Skyscraper Index, ontdekt door beursanalist Andrew Lawrence aan het einde van vorig millennium. Steevast blijkt het voltooien van een groot bouwwerk namelijk samen te gaan met een economische ineenstorting. Zo werd het Empire State Building voltooid in het crisisjaar 1931.

De torens van het World Trade Centrum werden voltooid in 1972, net toen de oliecrisis uitbrak en het Bretton Woods stelsel met gouddekking uiteenviel. Ook de Petronas Towers in Maleisië werden net voltooid in 1997, toen de Azië-crisis op zijn hevigst werd. Op dit moment wordt maar iets meer dan de helft van de kantoorruimte in de torens verhuurd. Als uitsmijter de Burj Khalifa, gebouwd in het nu failliete Dubai. Slechts vijftig van de negenhonderd appartementen is bezet.

De achterliggende reden: als investeerders van gekkigheid niet meer weten wat ze met hun geld moeten doen, gaan ze dat in onzinnige projecten als reusachtige wolkenkrabbers steken. Dit is een symptoom van peak fantasy. En een voorbode voor een recessie.

Het Saoedische fallussymbool is hiermee vergelijkbaar. Het grootste Saoedische olieveld, Ghawar, loopt op zijn laatste benen en wordt nu met reusachtige hoeveelheden zeewater volgepompt om de laatste olie er uit te persen. Petrotechnische Viagra, zo men wil. Tegen 2016 tot 2017, als de Kingdom Tower is voltooid, is Ghawar leeggemolken. Saoedi-Arabië verandert dan in een tweede Jemen, het straatarme en overbevolkte zuidelijke buurland. En de toren? Wellicht dat valken er hun nest in gaan bouwen.

De Perzische Golf bevat meer dan de helft van alle bekende olievoorraden in de wereld.

Sinister schaakspel in de Perzische Golf

De bezetting van de overwegend sji’ietische eilandstaat Bahrein door het Saoedische leger is de laatste zet in een zich al langer ontwikkelend geopolitiek schaakspel. Voorlopig is Iran aan de winnende hand. Het land kan alleen overleven als het greep krijgt op de immense olievoorraden in buurland Irak. Escalatie dreigt.

Enorme olie- en gasvoorraden
De grootste olievoorraden ter wereld bevinden zich in een hoefijzervormig gebied dat rond de Perzische Golf ligt.

De Perzische Golf bevat meer dan de helft van alle bekende olievoorraden in de wereld.
De Perzische Golf bevat meer dan de helft van alle bekende olievoorraden in de wereld.

De ene punt van het hoefijzer begint bij de grens van Oman en de Verenigde Arabische Emiraten en strekt zich via de oostkust van de fundamentalistische dictatuur Saoedi-Arabië, Koeweit en Irak tot het aangrenzende Iraanse gebied: Khoezestan. Ten noorden van Qatar ligt een gigantisch gasveld, het grootste ter wereld. De Perzische Golf is daarom voor de wereldolietoevoer van levensbelang: ongeveer een derde van alle aardolie komt hier vandaan. Meer dan de helft van alle aardoliereserves – voor zover we weten – bevinden zich in dit gebied. De directe oorzaak voor de intense Amerikaanse bemoeienis met dit gebied.

Soennieten en sji’ieten
De Perzische Golf scheidt ook soennieten en sji’ieten, de twee voornaamste sektes binnen de islam die elkaar doorgaans vijandig gezind zijn. Aan de zuidelijke, Arabische kant beheersen soennieten de politiek, aan de noordelijke kant ligt het sji’ietische hartland, Iran. Buitenbeentje is Oman, het enige islamitische land waar ibadieten (een minder irrationele islamitische sekte) de meerderheid vormen. De reden dat dit land minder slecht bestuurd wordt dan de overige Arabische landen. In de eilandstaat Bahrein vormen sji’ieten de meerderheid, maar er heerst een soennitisch vorstenhuis. In Irak bestaat zestig procent van de bevolking uit sji’ieten. In de overige landen vormen gastarbeiders en soennieten de meerderheid, al zijn er grote sji’ietische minderheden die worden gediscrimineerd en onderdrukt.

Sji’ieten vormen hefboom
De Iraniërs zijn niet erg dol op Saoedi-Arabië, beheerst door extremistische soennieten, en hun bondgenoot, de Verenigde Staten. Iran wordt vrijwel geheel omringd door vijandige landen, al heeft het land veel  invloed in noorderbuur Azerbeidzjan en staat het op vriendschappelijke voet met buurland Turkije. In de overige landen bevinden zich overal Amerikaanse legerbases.
Iran beschikt over een hefboom om de Amerikaanse greep op de Perzische Golf te verminderen: de sji’ietische minderheden (in Bahrein en Irak meerderheden). De onrust onder deze mensen komt Iran dus erg goed uit.

Geostrategische doelen van Iran
Een probleem voor Iran is dat de olievoorraden liggen in de grensstreek met Irak, Khuzestan. Hier wonen sji’ietische Arabieren, geen Perzen en de Amerikanen doen hier vermoedelijk hun best hier de etnische onrust op te stoken. De hoofdprijs voor Iran is daarom buurland Irak, want zo wordt de westgrens en Khuzestan veilig. De meerderheid van de Irakezen is sji’iet. Ook bevat Irak enorme olievoorraden, veel meer dan in Iran zelf.

De voornaamste bondgenoot voor de Iraakse soennieten is Saoedi-Arabië. Dit land verzwakken of vernietigen is voor Iran dan ook erg belangrijk, want zo kan het land de soennitische minderheid uitschakelen (de Koerden hebben Iran nodig als tegenwicht tegen Turkije en hebben, gezien de uiterst wrede behandeling door de Arabische soennieten, weinig sympathie voor deze groep). Als Iran er in slaagt Bahrein in handen te krijgen, is het land in staat om Saoedi-Arabië totaal af te knellen. Vanaf Bahrein, dat over een grote haven beschikt, kan het land in recordtijd de belangrijkste Saoedische olievelden, waaronder het reuzenveld Ghawar, onder de voet lopen. Hier is een goed excuus voor: in al deze gebieden wonen onderdrukte sji’ieten. Vermoedelijk zal Iran dan niet doen, maar de dreiging is al voldoende om de al-Saoeds tot flinke concessies te bewegen, bijvoorbeeld het opgeven van Irak.
Daartegenover staat dat in de haven van Bahrein de Amerikaanse Vijfde Vloot ligt. Een directe aanval op Bahrein zal het Iraanse leger dus niet snel proberen

Window of opportunity
In de islamitische wereld wordt de Amerikaanse president Obama gezien als zwak en incompetent en bestaat de indruk dat er nu meer speelruimte is dan onder de vorige president. De Amerikanen zitten diep in de schulden en kunnen zich niet niet nog een oorlog zoals in Irak veroorloven. Zeker niet als daardoor de prijzen van aardolie exploderen en een nieuwe recessie ontstaat.Voor de Amerikanen is de goedkoopste en effectiefste oplossing dat de lokale despoten hun lastige onderdanen (of die van buurstaten, zoals nu gebeurt door het Saoedische leger in Bahrein) met grof geweld onder de voet lopen. Uiteraard vergezeld van diplomatieke berispingen, maar met stilzwijgende aanmoediging. Hoe gerechtvaardigd de eisen van de onderdrukte bevolking ook zijn. Dit is uiteraard niet goed voor de geloofwaardigheid in eigen land of die in de rest van de wereld als hoeder van de democratie en de mensenrechten, maar stelt wel de toevoer van aardolie veilig.
Geopolitiek is uiteraard de beste oplossing voor de Verenigde Staten en de rest van de niet-olieproducerende wereld om onder de afhankelijkheid van aardolie zien uit te komen en af te rekenen met de mensonterende regimes in dit gebied, maar helaas heeft de gevestigde orde te veel belangen in de olie-industrie.

De zon gaat steeds meer onder voor de olie-gebaseerde economie.

Saoedi-Arabië: oliekliek krijgt verdiende loon

Al meer dan tachtig jaar werd één van de meest achterlijke en kwaadaardige regimes ooit in het zadel geholpen en sindsdien gehouden door de Britten en Amerikanen: het huis Saoed, dat hun land Saoedi-Arabië runt als hun privé-eigendom. In een monsterverbond kregen de Amerikanen olie – en de ondersteuning voor de dollar omdat de olie in Amerikaanse dollars wordt afgerekend – en de Saoedi’s grote hoeveelheden geld en de mogelijkheid het extremistische wahhabisme te verspreiden.

Saoedi-Arabië, een overzicht
Het land dat we nu kennen als Saoedi-Arabië is in feite een etnisch en geografisch zeer divers gebied. In de westelijke kuststrook, de Hejaz, leeft een multi-etnische bevolking de nakomelingen van islamitische pelgrims die zich na hun pelgrimstocht naar de voor islamieten heilige steden Mekka en Medina in het gebied vestigden. In de vruchtbare provincie Asir wonen Jemenieten die zich meer verwant voelen met hun volksgenoten aan de andere kant van de grens dan met de Arabieren uit het noorden. In de oostelijke kuststrook, waar vrijwel alle Saoedische olievoorraden zich bevinden, woont een aanzienlijke sji’ietische minderheid die stelselmatig wordt onderdrukt, de zuidoosthoek van het land is de Rub al-Khali, het Lege Kwartier, een onbewoonde zandwoestijn zo groot als Frankrijk. In het centrum van het land en het noorden ligt tenslotte de Nejd, de enorme hoogvlakte en woestijn waar de Al Saoeds vandaan komen.

Apartheid
Joden en christenen, om niet te spreken van heidenen, wonen in Saoedi-Arabië niet meer, want de in Saoedi-Arabië overheersende hanbalitische rechtsschool verbiedt niet-islamieten om in islamitische landen te wonen anders dan als tijdelijke gast. Joden komen het land helemaal niet in (visa-aanvragers moesten tot voor kort een niet-jood verklaring invullen), christenen en andere niet-islamieten genieten alleen tijdelijk verblijfsstatus. Vrouwen genieten minder rechten dan mannen, ongelovigen genieten nog veel minder rechten. Het doden van een hindoevrouw is bijvoorbeeld volgens de Saoedische wet zesendertig keer minder erg dan het doden van een islamitische man. Kortom: in Saoedi-Arabië heerst een apartheidsbewind dat erger is dan zelfs dat in Zuid-Afrika of veel Amerikaanse staten in de vijftiger jaren.

De invoering van de wahhabitische terreur
Na de ineenstorting van het Ottomaanse Rijk na de Eerste Wereldoorlog ontstond er op het Arabische schiereiland een machtsvacuüm. Abdul Aziz ibn Saoed, de leider van de uiterst agressieve wahhabitische nomadenstam van de Al Saoeds, die in de achttiende en negentiende eeuw al twee keer eerder een rijk had gesticht in het grootste deel van het huidige Saoedi-Arabië en nu nog steeds de Nejd en de oostkust beheerste, greep zijn kans en liep met een aantal  campagnes de rest van het land, waaronder de Hejaz en de vruchtbare provincie Asir onder de voet. De Engelsen waren blij dat er nu eindelijk een georganiseerde staat bestond in het onrustige Arabische schiereiland en lieten de heerser daarom met rust. De sjerief (sleutelbewaarder, vermoedelijk de herkomst van het Engelse woord sheriff) van Mekka werd geparkeerd als vorst Abdullah in Oost-Palestina, dat later tot (Trans)-Jordanië werd omgedoopt. Vanzelfsprekend koestert het Jordaanse koningshuis nog steeds een diepgewortelde haat jegens de al-Saoeds.

De heethoofdige Ikhwan wilden ook het Britse mandaatgebied Transjordanië onder de voet lopen, maar Abdul Aziz schatte terecht in dat dat de vernietiging van zijn rijk door de Britten zou hebben betekend. Hij pakte de Ikhwan hardhandig aan, die om die reden in 1979 wraak namen: de bloedige bezetting van de Grote Moskee in Mekka.

Zoals voor alle islamitische leiders geldt, is legitimiteit voor de Al Saoeds een voortdurend probleem. Alleen door zich voortdurend te manifesteren als beschermer van de islam kunnen ze rekenen op de loyaliteit van hun onderdanen. Wat de meeste Saoedi’s onder “islam” verstaan, is het uiterst agressieve en onverdraagzame wahhabisme, ook bekend als salafisme. Het vorstenhuis koopt rust in het eigen land door de ergste heethoofden als missionarissen voor het wahhabisme te exporteren naar vooral Afrikaanse landen en grote sommen geld te steken in de verfraaiing van de islamitische heiligdommen in Mekka en Medina. Ook de draconische sjaria-wetten helpen om voor de bevolking het image van “goede moslim” in stand te houden. Erg gezegend qua intellectuele ontwikkeling of kosmopolitische kijk op de buitenwereld zijn de meeste Saoedi’s niet, maar steeds minder Saoedi’s trappen hier nog in. Vooral nu de bevolking explodeert en er dus steeds minder oliedollars over steeds meer mensen verdeeld moeten worden.

Het monsterverbond om olie
In de dertiger jaren werden enorme olievoorraden ontdekt in het tot dan toe straatarme (vergelijk Jemen) koninkrijk. In 1945 sloten de Amerikanen een verdrag met de Saoeds, waarbij Amerikaanse oliemaatschappijen deze olievoorraden exclusief uit de woestijn konden halen. Toen de Saoedi’s doorkregen hoeveel geld ze konden verdienen met de olie, wisten ze door gewiekste onderhandelingen het percentage van de oliewinsten dat in hun handen kwam flink te vergroten. Omdat de olie in dollars wordt afgerekend, kon olie de rol van goud overnemen als dekking voor de dollar. De sterke stijging van de olieprijs bood hiervoor de ruimte. Omgekeerd: de hoge olieprijzen leidden tot veel onderzoek in het westen naar alternatieven voor aardolie. De lepe Saoeds lieten daarom de prijs weer wat zakken, zodat het  niet interessant werd om alternatieven voor aardolie te zoeken. De Amerikaansde presidenten Reagan en Bush draaiden vermoedelijk als wederdienst (en de enorme oliebelangen van de familie Bush) onderzoek naar alternatieve energie de nek om. Doordat de Saoedis onder Amerikaanse druk de olieprijs een paar jaar flink lieten zakken, ging de Sovjet-Unie failliet terwijl de energieslurpende economie van de VS boomde.

Saoedisch sociaal contract staat op springen
De enorme Saoedische koninklijke familie, ondertussen uitgedijd tot de bevolking van een middelgrote provinciestad, krijgt uitkeringen van de staat. De gewone man (vrouwen hebben in Saoedi-Arabië alleen thuis uiterst beperkte invloed) wordt rustig gehouden met wat subsidies op allerlei goederen en baantjes als ambtenaar, godsdienstgeleerde of, voor de meest incompetente lieden, de beruchte religieuze politie. Echter: de olieinkomsten blijven gelijk, maar de bevolking neemt snel toe: Saoedi-Arabië kent met 3% per jaar bijna de hoogste bevolkingsgroei ter wereld.

De zon gaat steeds meer onder voor de olie-gebaseerde economie.
De zon gaat steeds meer onder voor de olie-gebaseerde economie.

Onder de beter opgeleide Saoedi’s komt er steeds meer kritiek op de opulente levensstijl van de koninklijke familie en de enorme bedragen die deze aan het verspreiden van de islam besteedt. De nakomelingen van de Ikhwan zijn nog steeds niet vergeten wat de Saoeds hen hebben aangedaan en ook de andere etnische en religieuze minderheden koesteren grote en gerechtvaardigde grieven. Voedsel wordt nu ook in Saoedi-Arabië steeds duurder: alles moet worden geïmporteerd en de grondwatervoorraden van het land worden nu in hoog tempo leeggezogen. Geen wonder dat de nu om zich heen grijpende opstanden in de Arabische wereld vooral in het oosten, waar de arme en onderdrukte sji’ieten wonen die bijzonder weinig hebben geprofiteerd van de duizenden miljarden dollars die de Saoeds in hun provincie hebben verdiend, uiterst aanlokkelijk overkomen. Of het sji’ietische Iran hierachter zit is niet bekend, maar het zou niets verrassen.

Oliekliek krijgt verdiende loon
Al zeventig jaar heeft het westen deze meedogenloze, fundamentalistische dictatuur gesteund.  In ruil voor goedkope olietoevoer is het Saoedische volk, vooral het vrouwelijk deel, vrijheid en ontplooiingskansen ontzegd en veroordeeld tot één van de meest brute regimes in de geschiedenis van de mensheid. In ruil voor futiele strategische voordelen hebben de Amerikanen hun principes verkocht en gemene zaak gemaakt met een regime dat qua mensenrechtenschendingen er naar streeft dat van het door de VS zo gehate Iran te overtreffen. Godsdienst en olie bleken voor zeventig jaar de opium te zijn waarmee de Saoedi’s hun volk dom en geknecht hielden. Die tijd lijkt nu voorbij te zijn. Als gevolg van de onrust zullen de olieprijzen nog meer gaan stijgen.

Gelukkig staan we er nu aanmerkelijk beter voor dan in de zeventiger jaren. We beschikken nu over een aantal goede alternatieven voor olie, die steeds interessanter gaan worden als de prijzen nog verder gaan stijgen. Als  de olieprijzen stijgen tot boven de honderdvijftig dollar, betekent dit dat biodiesel uit afvalstoffen van de landbouw interessant wordt. Ook zal de overschakeling naar elektrisch aangedreven auto’s een enorme prikkel krijgen.