strategie

Strategische kiezers vinden zichzelf erg slim, maar politici lachen het laatst en het best.

Strategische stemmers hebben het niet begrepen

Elke verkiezing zien we het weer: het verschijnsel strategische stemmer. Is het werkelijk mogelijk politici te slim af te zijn en ondanks het nauwelijks democratische Nederlandse kiessysteem jouw wensen maximaal te bevorderen door een welgemikte stem?

Strategische kiezers vinden zichzelf erg slim, maar politici lachen het laatst en het best.
Strategische kiezers vinden zichzelf erg slim, maar politici lachen het laatst en het best.

Mark Rutte en Diederik Samsom verketterden elkaar tijdens de verkiezingscampagne, maar lijken nu vrolijk met elkaar in zee te gaan. Dit tot teleurstelling van vele zogeheten strategische stemmers die op PvdA en VVD hebben gestemd. De stemstrategie van de strategische stemmers lijkt dus niet zo slim. Wat is wel een slimme strategie?

Wat beweegt politici?
Politici zijn mensen die er hun beroep van hebben gemaakt, gekozen te worden en zo macht uit te oefenen. Er zijn drie redenen waarom iemand politicus wordt. De eerste reden is de wens, daadwerkelijk iets te veranderen  in een land door middel van politiek: idealisme dus, in de ‘needs’ theorie van McClellan bekend als ‘need to achieve’. De tweede reden is behoefte aan macht, in de psychologische theorie bekend als ‘need to dominate’ (n-Dom). Een welbekende behoefte die ook overmatig sterk aanwezig is bij captains of industry. De derde reden is de behoefte aan zelfverrijking. Hoewel de inkomens van Tweede Kamerleden en ministers niet slecht zijn – respectievelijk rond de 100.000 tot 130.000 euro bruto per jaar plus onkostenvergoedingen, zijn andere baantjes veel lucratiever. Voorbeelden: commissaris of baas bij een bank (tot 500.000 per jaar), burgemeester van een grote stad (200.000), bestuursvoorzitter van een woningbouwvereniging of universiteit (300.000 of meer) of het ultieme financiële walhalla: onbelaste internationale baantjes zoals bij de VN of bij Brussel. Landelijk politicus worden is daarmee lucratief, vooral als je lid bent van een grote partij. Grote partijen beschikken over een uitgebreid netwerk, waardoor er voor je talloze baantjes openstaan. PvdA’er Wim Kok, bijvoorbeeld, is nu multimiljonair.

De enige uitzondering is de SP. Hier moeten de leden het grootste deel van hun inkomen afdragen aan de partijkas. Als zakkenvuller kan je dus beter niet bij de SP gaan, ook al omdat de SP’ers niet populair zijn in het baantjescircuit. Wat je wel kan doen is als je eenmaal gekozen bent, de partij uit stappen. Dan mag je wel alles lekker zelf houden. Ali Lazrak heeft daar een lekker zakcentje aan overgehouden. De vierde motivatie om politicus te worden, plichtsgevoel, is overigens opmerkelijk zeldzaam.

Ook voor de PVV en andere bij het establishment impopulaire partijen, zoals de SGP of Partij voor de Dieren, geldt trouwens dat ze weinig aantrekkelijk zijn voor baantjesjagers. Weliswaar mogen deze Kamerleden alles zelf houden, maar hun kansen op een lucratief baantje als bijvoorbeeld burgemeester zijn klein tot nihil vanwege hun “besmette” verleden.

Hoe laat je politici doen wat jij wilt? Stemmen?
Stemmen is, het is al eerder hier ter sprake gekomen, in feite nauwelijks effectief. Bij enkele politici spelen ideële motieven zeker een rol, maar de behoefte aan macht en geld is zeer sterk. Wil je een politicus die voornamelijk door idealisme gedreven wordt, dan ligt een stem op een kleine partij (denk aan Partij voor de Dieren, ChristenUnie, SGP), nieuwe partij of de anti-establishment partijen SP of PVV het meest voor de hand. Deze partijen beschikken nauwelijks over een baantjesnetwerk. SP’ers dragen af, PVV’ers zijn besmet. De partijen CDA, PvdA, VVD, D66 en GroenLinks, niet toevallig voorstemmers voor het ESM verdrag, zijn onbetrouwbaar. 50+ is de nieuwste onderneming van politiek entrepreneur Jan Nagel, die met alle winden meewaait en dus ook twijfelachtig.

Verder is een verstandig idee te letten op hun stemgedrag in het verleden. De partij die het vaakste met jou meestemt bij moties zal dat vermoedelijk ook in de toekomst doen. Check hier.

Buitenparlementaire actie
Buitenparlementaire actie is effectiever dan stemmen. Slechts ongeveer 2% van de Nederlandse bevolking is hoogbegaafd en hiervan gebruikt ook maar een klein deel zijn of haar hersens. Bij meerbegaafden is dit percentage vergelijkbaar. Nauwelijks goed voor één of twee Kamerzetels. Als je weet dat de stem van een Nobelprijswinnaar natuurkunde maar half zo zwaar telt als de stem van een zwartekousen-gereformeerde zwakbegaafde man die met de machtiging van zijn vrouw dubbel stemt, weet je al weer genoeg. Stemmen op zich heeft dus maar weinig zin, hoewel je dus door op een extreme splinter of populistische partij te stemmen nog enige invloed kan uitoefenen. Buitenparlementaire actie is slimmer. Politici zijn erg bang om hun geloofwaardigheid te verliezen. Dit verkleint hun kansen op een lucratief baantje. Als een politicus zeer besmet is zal zelfs zijn vriendennetwerk niet meer baten. Wat dat betreft is het CDA overigens milder dan de PvdA, de VVD neemt een middenpositie in. Op dit zwakke punt is in te spelen.

Stemmen met je euro’s
Veel mensen staan er niet bij stil dat ze een nog veel effectievere ‘stem’ kunnen uitbrengen. Elke maand beschik je over honderden tot duizenden van deze stemmen die je vrij kan besteden. Ik heb het nu uiteraard over euro’s. Belastingontwijking is volkomen legaal en stelt je in staat meer van je euro’s politiek actief in te zetten. Als je bijvoorbeeld voortaan alleen nog op de markt, in kleine zelfstandige supermarkten (of in biologische winkels) koopt in plaats van in grote ketens, verspreid je de rijkdom meer over de bevolking. Dat is dus als het ware een meer socialistische stem. Door je hypotheek af te betalen subsidieer je de overheid in plaats van de banken. Door zonnepanelen te kopen, uiteraard afkomstig uit een democratisch land als Duitsland, Taiwan of Korea, stem je op democratie en vrijheid in plaats van op oliedictaturen. Je kan ook op jezelf stemmen door je geld te investeren in bijvoorbeeld isolatie of een eigen bedrijf in plaats van dure merkartikelen te kopen. En zo zijn er nog meer voorbeelden te bedenken. Wat zijn jullie suggesties?

De capac's (koningen) van Tawantinsuyu, het Incarijk, dachten uitgesproken lange termijn en bouwden voor de eeuwigheid. Macchu Picchu staat na vijf eeuwen onbewoond te zijn geweest nog fier overeind.

Is lange-termijn denken zinnig?

Lange-termijndenkers wijzen op de gevaren van ongebreidelde groei en milieuvervuiling. Onzin, op de lange termijn zijn we allemaal dood en de toekomst is niet te voorspellen is, zeggen korte-termijn denkers. Wie heeft er gelijk?

Lange- versus kortetermijn
Zoals met zo veel dingen helpt het hier om naar de natuur te kijken. Volgens de genetische biologie bestaan biologische organismen, omdat dit de meest efficiënte manier bleek om zoveel mogelijk kopieën van hun genen in omloop te brengen. Dit is de drijvende kracht achter de evolutie. Er bestaan organismen met een korte- en langetermijnstrategie om dit doel te bereiken. Dit uit zich in de levensduur van het organisme. We kunnen dus Galapagos-schildpadden, olifanten, of de langstlevende bekende boom, de bristlecone pine, als organismen met genetisch gezien typische lange-termijnstrategie zien. Een organisme met een lange-termijn evolutionaire strategie wordt ook later geslachtsrijp. Ook krijgen ze vaak, niet altijd, weinig nakomelingen die intensief verzorgd worden. In welke omstandigheden leven ’s werelds langstlevende organismen?

De capac's (koningen) van Tawantinsuyu, het Incarijk, dachten uitgesproken lange termijn en bouwden voor de eeuwigheid. Macchu Picchu staat na vijf eeuwen onbewoond te zijn geweest nog fier overeind.
De Sapa Inca (koningen) van Tawantinsuyu, het Incarijk, dachten uitgesproken lange termijn en bouwden voor de eeuwigheid. Macchu Picchu staat na vijf eeuwen onbewoond te zijn geweest nog fier overeind.

Karig, maar stabiel of: grootte wordt evolutionair beloond
Wat ten eerste opvalt, is dat levende organismen in milieus leven met zeer weinig hulpbronnen. Bristlecone pines groeien in een droog, koud gebied. De Arctica islandica, een schelpdier, leeft in de koude, diepe wateren van de noordelijke Atlantische Oceaan. Deze omstandigheden betekenen dat het voor een soort onverstandig is overdreven te investeren in nakomelingen en het verstandiger is de levensduur van het succesvolle volwassen individu lang te rekken, zodat deze gedurende vele jaren, het ene gunstiger dan het andere,  nakomelingschap kan verspreiden. Bij olifanten zien we dat volwassen individuen zo groot zijn, dat ze niet meer de kans lopen te worden aangevallen door roofdieren. Ook dan is het voor de genen een verstandige strategie de olifant lang in leven te houden en minder energie te verspillen aan de voortplanting.

Wanneer is korte-termijn denken een voordeel en wanneer niet?
Kortetermijnstrategieën werken vooral, als de omgeving weinig voorspelbaar is. In een rijke of volledig onvoorspelbare omgeving loont het niet de moeite, te investeren in een lange termijn strategie. Als de mate van onvoorspelbaarheid van een enkele parameter groot is, loont het weer wel de moeite. Zo bewaren Ethiopische volkeren een groot deel van hun sorghum in een graanopslagplaats. Als de sorghumoogst een keer mislukt, wat in de Sahel met zijn onregelmatige regenval geregeld voorkomt, sterft het volk niet van de honger. Lange-termijn denken is hier van levensbelang. Mengistu, de toenmalige communistisch gezinde dictator, vond dat het in het belang van Ethiopië was om deze mensen hun oogst af te pakken en te verkopen. Zo kon hij luxe goederen voor de voorhoede van het proletariaat kopen. Het gevolg: zware hongersnoden en mensonterende taferelen.

Korte termijn denken mogelijk dankzij lange termijndenkers
Als visionair ben je gewend lange termijn te denken. Misschien zelfs op kosmische schaal. Neurotypische mensen denken nu korte termijn. Dit is ook de beste strategie om in het dagelijks leven goed te boeren. Het gevolg is dat niet veel mensen nadenken over echt globale problemen. Zo is de manier waarop fossiele brandstoffen nu worden verkwist, korte termijn gedrag. Niettemin wordt fossiele energie snel schaarser. Als het korte termijn denken doorgaat, hebben we echt een probleem.

Aan de andere kant: we kunnen niet voorspellen hoe de techniek zich gaat ontwikkelen. Over het algemeen lost de technologie problemen op. Zo wordt er geen giftige tetraethyllood meer toegevoegd aan benzine, omdat er nu niet-giftige alternatieven zijn en zijn ook de hongersnoden in Azië, waar in de jaren vijftig voor werd gewaarschuwd uitgebleven. Deze problemen zijn er niet meer, omdat lange termijn denkers ze oplosten. In feite hebben korte termijndenkers dus hun leven en welvaart  te danken aan die vervelende, zeurderige lange termijndenkers.