visie

Een laboratoriumonderzoek kost nu enkele tientjes. Een lab on a chip verricht hetzelfde onderzoek voor enkele centen en in een fractie van de tijd. Bron: Wikimedia Commons

Exponentieel denken

De voornaamste reden waarom we nog steeds met derderangs fossiele energiecentrales, gezondheidszorg en onderwijs opgescheept zitten is een gebrek aan ambitieuze doelstellingen. Hoe kunnen we energie, onderwijs en gezondheidszorg 90% goedkoper en veel beter maken? Het antwoord: exponentieel denken.

De kracht van de geest
Alles om ons heen, hebben we geleerd op de middelbare school,  bestaat uit atomen. Atomen, enkele radioactieve uitzonderingen daargelaten, blijven altijd voortbestaan. Er zijn rond de negentig natuurlijk voorkomende atoomelementen. Met deze ongeveer negentig elementen is letterlijk alles te bouwen wat er zich om ons heen bevindt.  De atomen waaruit een desolaat vluchtelingenkamp in Jordanië bestaat, zijn dezelfde atomen als waar Aerdenhout of Wall Street uit bestaan. Het enige verschil tussen armoede en rijkdom is de manier waarop atomen zijn georganiseerd. Informatie dus. Met andere woorden: geest. In onze geest ligt de sleutel naar onafzienbare rijkdom en welvaart.

Een laboratoriumonderzoek kost nu enkele tientjes. Een lab on a chip verricht hetzelfde onderzoek voor enkele centen en in een fractie van de tijd. Bron: Wikimedia Commons
Een laboratoriumonderzoek kost nu al gauw enkele tientjes. Een lab on a chip verricht hetzelfde onderzoek voor enkele centen en in een fractie van de tijd. Bron: Wikimedia Commons

De kracht van ambitie
Plofmobielfabrikanten zijn er erg trots op als het stinkende, vervuilende monster dat hun brok geperst en gelakt staal voortduwt, een paar procentjes minder koolwaterstoffen omzet in vervuilende broeikasgassen. Ingenieurs wijden een groot deel van hun leven aan marginale verbeteringen aan techniek die 150 jaar geleden door Nicolaus Otto en Rudolf Diesel uitgevonden is.  Een krioelend neurotisch nest van managers is in alle trades of life voortdurend bezig met marginale verbeteringen, slijpen, bijvijlen en bijstellen. Vergeleken hiermee is het aantal visionairen dat werkt aan echt grensverleggende technologie bedroevend laag.

De mensheid deed er ongeveer 1 miljoen jaar over om de vuistbijl te perfectioneren. Bron/copyright: http://www.het-stenen-tijdperk.nl/portfolio/
De mensheid deed er ongeveer 1 miljoen jaar over om de vuistbijl te perfectioneren. Laten we nu slimmer te werk gaan. Bron/copyright: het-stenen-tijdperk.nl

De reden is dat de lieden die achter de geldkranen zitten, zelf managers zijn. Zij zijn niet in staat om exponentieel te denken. Zij denken incrementeel. Dit heeft te  maken met de beperkingen van de biologische wetware waarmee onze soort is uitgerust. Gedurende het grootste deel van het bestaan van de menselijke soort, in het Pleistoceen, leefden onze voorouders op de rand van de afgrond. De grote technische doorbraken, zoals de ontdekking van metaal,  de ontwikkeling van landbouw en de ontwikkeling van de bouwkunde zouden nog eindeloze millennia op zich laten wachten. In dit kleine beperkte wereldje probeerden onze voorouders er het beste van te maken. Een iets verbeterde vuistbijl kon het verschil uitmaken tussen leven en dood. Deze periode van schaarste en ellende vormde ons brein. Vandaar dat we de neiging hebben te denken in beperkingen, terwijl we nu de hulpbronnen hebben om een nog nooit in de geschiedenis van de mensheid vertoonde sprong voorwaarts te maken.

Exponentieel denken, hoe doe ik dat?
Als je een probleem hebt, moet je dat niet marginaal oplossen, maar totaal oplossen. Je wilt geen verbetering van 3%, of zelfs 30%, maar 300% of meer. Bescheidenheid is een zeer verdienstelijke deugd in de dagelijkse omgang met je medemensen, maar niet als je technische problemen op wilt lossen. Uiteindelijk word je als mens slechts beperkt door de natuurwetten en je verbeeldingskracht. Zo is het bijvoorbeeld natuurkundig gezien niet mogelijk om uit een kilogram materie meer energie te halen dan de Einsteiniaanse massa-equivalent: 90 terajoule. Ter vergelijking: dat is 25 miljoen kilowattuur, voldoende om het gemiddelde huishouden zo’n 750.000 jaar van gratis elektriciteit te voorzien. Je zou met deze kilogram materie bijvoorbeeld wel een membraanzonnepaneel kunnen bouwen dat het hele dak bedekt en voor 5 miljard jaar deze energie levert. Zo kan een natuurkundige barrière met enige verbeeldingskracht vaak omzeild worden.

Stop met het gekneuter
We moeten daarom niet tevreden zijn met een “zeer efficiënte” kolen- of gascentrale die doorgaat onze planeet te vergiftigen en slechts meegaat tot de kolen op zijn, maar gaan voor een schone fast breeder reactor, zon of wind die voor een fractie van de kosten – en duurzaam – kunnen leveren. We moeten ons niet neerleggen bij 20% goedkopere labonderzoeken, maar gaan voor een lab on a chip, dat de huisarts of specialist in enkele seconden of hooguit minuten voor een paar euro’s kan vertellen wat er met de bloedwaarden van de patiënt aan de hand is. Bijkomend voordeel: je kan er zo honderdduizenden zakkenvullende faalmanagers en overlegtroela’s uit schoppen, waardoor de gezondheidszorg 90% goedkoper wordt. Zeker als bedrijven als IBM komen met grensverleggende software waarmee veel nauwkeuriger diagnoses mogelijk zijn: de digitale arts, die het aantal medische miskleunen drastisch af zal laten nemen. Je moet niet tevreden zijn met een “winstgevende” vergroting van de klassen tot 30 leerlingen, maar in samenwerking tussen de regeringen van Vlaanderen en Nederland alle lesmateriaal gratis online zetten en spetterend educatief materiaal ontwikkelen, waar ook volwassenen die zich bij willen scholen gratis gebruik van kunnen maken.

Internationaal onderzoek: Nederlands bedrijfsleven minst visionair

Nederlandse bedrijven lopen internationaal gezien hopeloos achter wat betreft het uitdragen van hun visie, zo blijkt uit wereldwijd onderzoek van &samhoud. Het lijkt er op dat presteren op de korte termijn onder invloed van de marktwerking belangrijker is dan dat er een heldere visie wordt vertegenwoordigd, met alle gevolgen (minder creativiteit en klanttevredenheid) van dien.

Azië heeft de meest visionaire organisaties. Nederland bungelt onderaan

Wereldwijd onderzoek van adviesbureau &samhoud naar organisatievisies wijst uit dat Nederlandse organisaties achterblijven in het ontwikkelen van een inspirerende visie en in het doorvoeren van die visie in alle bedrijfsprocessen. Vooral in de groei-economieën in Azië worden organisatievisies volledig omarmd. Aziatische managers geven aan welke effecten hun visiegedreven bedrijfsvoering heeft: doelen worden duidelijker, de klanttevredenheid groeit, creativiteit groeit en er ligt een grotere focus op prestaties.

Aan het onderzoek van &samhoud werkten in totaal 3000 managers mee uit China, Duitsland, India, Maleisië, Nederland, Spanje en de VS. Van deze landen blijkt Maleisië te beschikken over de meest visiegedreven organisaties. Nederland bungelt helemaal onderaan.

Salem Samhoud, oprichter van &samhoud: ’Visiegedreven organisaties presteren nou eenmaal beter. 90% van de organisaties in Nederland heeft wel een visie ontwikkeld maar vervolgens onvoldoende geïmplementeerd. Visie wordt in ons land te weinig geleefd en geloofd en dat kan op termijn leiden tot een enorme waardevernietiging.’

Top 5 waarom een visie sneuvelt
In Nederland is de organisatievisie veel minder onderdeel van de dagelijkse praktijk. Met andere woorden: organisatievisies in Nederland worden met veel energie opgesteld maar verdwijnen daarna in de la. Uit het kwalitatieve deel van het onderzoek vormt zich een top 5 van oorzaken waarom een visie sneuvelt. Deze top 5 geldt voor alle landen, dus ook voor Nederland:

  • Gebrek aan voorbeeldgedrag in de top
  • Snelle wisselingen aan de top
  • Visie wordt niet goed gecommuniceerd
  • Visie wordt niet consistent doorgevoerd
  • Visies zijn niet uitgebalanceerd

Een organisatievisie creëert waarde

In Azië, waar organisatievisies het meest consistent zijn doorgevoerd in de alledaagse praktijk, geeft 85% van de respondenten aan dat de visie leidt tot omzet- en winstgroei. 87% geeft daarnaast aan dat de visie leidt tot een hogere klanttevredenheid en 84% laat weten dat de visie ook heeft geleid tot meer betrokken medewerkers. Ter vergelijking: in Nederland liggen die percentages een stuk lager, respectievelijk 51%, 62% en 55%.

Een visie bestaat uit vier elementen: hoger doel (waarom bestaan we), gewaagd doel (waar gaan we voor), kernwaarden (waar staan we voor) en kernkwaliteiten (waarin blinken we uit). Een visie geeft richting en motiveert.

Niet inspirerend

Visies in Nederland zijn minder onderscheidend dan in alle andere onderzochte landen (56%). Maar ook op geloofwaardigheid van de visie scoort Nederland het laagst (54%). Bovendien wordt in Nederland de visie het minst gebruikt om veranderingen in de organisatie door te voeren (60%). Het meest dramatische cijfer voor Nederland is dat visies in Nederland niet inspirerend zijn. Slechts 36% van de managers antwoordt daar positief op.

Het blijkt dat veel Nederlandse organisaties verzuimen om in hun visie antwoord te geven op de vraag: waarom bestaan wij? Het antwoord op die vraag bepaalt voor een belangrijk deel hoe inspirerend een visie is. Gebrek aan zingeving leidt ertoe dat Nederlandse managers zich minder aangespoord voelen tot extra inspanningen naar aanleiding van de organisatievisie. 60% van hen is bereid een stap extra te zetten. In Aziatische landen ligt dat percentage gemiddeld op 80%.

Ook geven Nederlandse managers aan dat de visie niet herkenbaar is in bijvoorbeeld merk en beoordelingssystematiek. Vooral bij dat laatste scoort Nederland het laagst: 41%. Andere landen scoren veel hoger op dit punt, zoals Duitsland (66%) en Maleisië (79%).
‘Nederland heeft een stabiele economie, maar als je de vergelijking maakt dan zijn we hard op weg om enorm veel terrein te verliezen op landen in Azië’, aldus Samhoud.

Inspiratie en discipline komen uit het verre oosten

In het verre oosten hebben de meeste organisaties een inspirerende visie. Maleisië voert de lijst aan met 82%. China en India volgen met respectievelijk 73% en 69%. De VS vormen de middenmoot met 58% en Europa staat onderaan. In Spanje geeft 52% van de respondenten aan dat de meeste organisaties in hun land een inspirerende visie hebben, in Duitsland is dat 48% en Nederland bungelt onderaan met 36%. Aziatische organisaties nemen hun visie veel serieuzer en gebruiken deze veel meer als kompas en als richtlijn. De organisatievisie is in Aziatische landen veel meer verweven met de dagelijkse praktijk en is gedisciplineerd doorgevoerd in werving en selectie, beloning, positionering en strategische doelen.

Ook De Verenigde Staten worden voorbijgestreefd in termen van visionaire organisaties

Uit het onderzoek komt een heel helder beeld naar voren over de positie van de Verenigde Staten als land met visiegedreven organisaties. Natuurlijk spreekt Apple tot de verbeelding maar over het algemeen blijven ook de Verenigde Staten achter bij Azië. 58% van de Amerikaanse managers vindt dat Amerikaanse organisaties een inspirerende visie hebben. Daarmee vormen de VS de zogenaamde middenmoot tussen Azië en Europa.

 

Bron: Onderzoek &samhoud

Hete magma bevat heel veel warmteenergie. Die wordt pas bechikbaar als de magma als lava aan de koele oppervlakte komt.

Visie plus energie plus materie is rijkdom

De atomen waar wij over beschikken zijn precies dezelfde als die van de neolithische jagers die vele duizenden jaren geleden door de Nederlandse bossen zwierven. Toch zijn we nu met meer dan honderd keer zoveel en hebben we toch, een enkele uitzondering daargelaten, een prettiger en gezonder leven dan deze jagers. Het geheim: de informatie volgens welke de atomen zijn gerangschikt. Kooldioxide is op dit moment het meest gehate gas ter wereld, maar splits de CO2 moleculen in koolstof en zuurstof, pers daarna de koolstof onder hoge druk en temperatuur samen  en er ontstaat de kostbaarste edelsteen ter wereld.

In de wereld om ons heen liggen ongelofelijke rijkdommen opgesloten. In de bodem, het water en de lucht schuilen paleizen, dure auto’s, luxe plezierjachten. We hoeven alleen maar de atomen op een andere manier te rangschikken. Waarom zijn we dan niet allemaal erg rijk?

Energie
Een eerste verklaring die op zich in de buurt komt, is vrije energie. Niet elke joule is gelijk geschapen. Zo zijn er joules waar je heel veel mee kunt: de kilowatturen uit een stopcontact bijvoorbeeld (een kilowattuur is 3,6 miljoen joule of 3,6 MJ). Met restwarmte kan je daarentegen bijna niets. In theorie bevat bijvoorbeeld een kuub water op kamertemperatuur zo’n 93 kilowattuur aan warmte-energie. Het probleem: die energie zit rotsvast opgesloten in het water. Pas als je een koud reservoir hebt rond het absolute nulpunt kan je die energie in het water nuttig gebruiken (bijvoorbeeld door er een Stirlingmotor op te laten draaien).

Hete magma bevat heel veel warmteenergie. Die wordt pas bechikbaar als de magma als lava aan de koele oppervlakte komt.
Hete magma bevat heel veel warmteenergie. Die wordt pas bechikbaar als de magma als lava aan de koele oppervlakte komt.

Kortom: waar het om gaat, is vrije energie. Elektriciteit uit het stopcontact en bewegingsenergie van een groot voorwerp bestaan  bijna helemaal uit vrije energie. Dat wil zeggen dat je makkelijk, bijna zonder verlies, de draaiing van een wiel in elektriciteit kan omzetten (zoals in een dynamo gebeurt) of andersom (met een elektromotor). Met die vrije energie kan je atomen uit elkaar trekken en op een andere manier in elkaar puzzelen. Gevaarlijk chemisch afval?  Verhit het tot tweeduizend graden en alles valt in atomen uit elkaar. Met heel veel meer energie kan je zelfs nieuwe atomen, bijvoorbeeld goudatomen, uit andere atomen maken of uit het niets (materie en antimaterie). Een jager kon beschikken over tweehonderd watt vermogen: zijn eigen lichaam. Alleen al een doorsnee scheurijzer op de snelweg verbruikt tweehonderd keer meer. Omdat we over veel meer vrije energie beschikken dan de jagers uit de steentijd kunnen we nu een veel luxer bestaan leiden. Kortom, er bestaat een woord voor magie: vrije energie. Maar wat ontbreekt er nog aan?

De belangrijkste grondstof: visie, een praktische droom

De Venus van Milo zat al die tijd al in het marmer. Het enige wat de beeldhouwer deed was alle marmer weghalen die niet thuishoorde in zijn visie.
De Venus van Milo zat al die tijd al in het marmer. Het enige wat de beeldhouwer deed was alle marmer weghalen die niet thuishoorde in zijn visie.

Je kan pas een bepaald voorwerp scheppen als je het voor je ziet. Getalenteerde beeldhouwers zien het beeld dat ze willen hebben al voor zich. Het enige wat ze daarna doen is de overbodige steen weghalen. In de klei van de Lek of de Maas bevinden zich miljoenen potentiële bakstenen of luxueuze kleitegels te wachten tot iemand zijn of haar visie tot realiteit maakt. Onze steentijdjager kon zich onmogelijk voorstellen hoe een auto of wasmachine er uit ziet, maar op een wegrennend paard zitten in plaats van er achteraan te rennen, of gekiemde tarwe niet weg te gooien maar te poten wel. Zo ontwikkelde zich onze techniek haperend, stapje voor stapje zoals een blinde die in het duister rondtast. Af en toe is er een meerbegaafde die in staat is verder te kijken en nieuwe mogelijkheden te zien. Uiteraard lijkt in het begin het nieuwe ding erg op het bestaande (de eerste auto’s leken op een koets zonder paarden er voor en de eerste fabrieken met elektromotoren hadden één enorme motor die alle machines in de fabriek aandreef – zoals dat met een logge stoommachine wel moet).

Een blok marmer kan pas in de Venus van Milo veranderen als een beeldhouwer het beeld in de rots ziet. Zo kan een stuk woestijn pas in een groen lustoord of in een rij zonnepanelen veranderen als iemand zich voorstelt dat ze kunnen bestaan. Alleen door een indrukwekkende opstapeling van visies – van die van de uitvinder van het wiel tot die van de modernste kwantumtechniek – zijn we gekomen waar we nu zijn. Kortom: een opmerkelijk soft concept – de visie – ligt ten grondslag aan alle harde technische ontwikkelingen. Visie over de wezenlijke aard van de materie. En visie om die inzichten te vertalen in realiteit. Elk nieuw idee, elk nieuw inzicht verandert de wereld fundamenteler dan een aardbeving. Bij elk nieuw inzicht, mits niet vergeten, is er geen weg meer terug. Er is geen manier meer om mensen te laten denken dat de aarde plat is of dat bij verbranding van hout flogiston vrijkomt in plaats van dat het hout reageert met zuurstof. De uitvinder heeft een grotere en verder reikende invloed op de wereldgeschiedenis dan welke religieuze figuur ook.

Een vruchtbaar klimaat voor nieuwe visies
Wij bestaan uit sterrenstof en allen zullen wij op een dag tot sterrenstof wederkeren. Alles wat van ons over zal blijven – naast een metafysische schim – zijn onze ideeën. Alleen omdat in de tienduizend jaar sinds het ontstaan van de landbouw onze visies explodeerden in omvang en aantal hebben we bereikt waar we nu staan. Het grootste deel van de menselijke geschiedenis was de vooruitgang mondjesmaat.

Slechts in enkele gebieden vond een snelle wetenschappelijke vooruitgang plaats. Dit waren gebieden waar vrijheid, dreiging, individualisme, materialisme tegelijk met abstract denken en optimisme heersten. Optimisme laat het denkraam van visionaire dromers enorm groeien. In het brein van iemand die denkt dat over een paar jaar de wereld vergaat zal geen droom rijpen om een groot droomkasteel te bouwen. Omgekeerd is er ook angst voor een dreigend gevaar die de verbeelding vleugels geeft. Zoals het koloniseren van de maan om aan de verwoesting van de wereld te ontkomen. De wetenschappelijke vooruitgang tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog (en anno nu, de angst voor de concurrentie) was en is zeer hoog.De instroom van nieuwe ideeën, bijvoorbeeld uit andere (sub) culturen uit de rest van de wereld is over het algemeen een verrijking. Tenzij deze ideeën de vrijheid inperken en een domper leggen op de geestelijke vrijheid.

Uitvinders zijn individualisten, eigenwijze mensen die de vrijheid moeten hebben hun afwijkende ideeën te ontwikkelen en uit te voeren. Dit kan alleen in een klimaat waar een zekere vrijheid heerst om af te wijken van de norm. Materialisme – het losstaan van materie en geest – en abstract denken – voor het generaliseren van praktische kennis – zijn beide nodig om de wetenschappelijke methode te kunnen toepassen. En voor uitvinders om te kunnen beschikken over een groot repertoire aan natuurkundige werkingsprincipes om in hun uitvindingen te verwerken.

Ook minder praktische ideeën zijn bruikbaar. Muziek, computerspellen, ontwerpen, nieuwe manieren om samen te leven – zolang ze mensen er maar toe aanzetten meer uit zichzelf te halen, er flow, een virtueuze cirkel ontstaat.

Europa, het nieuwe uitvindersparadijs?
Europa, een klein continent,  wordt steeds meer weggedrukt in de marge van de wereldgeschiedenis. De supermachten China en de VS proberen Europa te overheersen en ook Rusland bemoeit zich steeds meer met de kleine landtong ten westen van de Karpaten. De dreiging dat Europa door machtige buurstaten onder de voet gelopen zal worden neemt toe. In plaats van een eigen Europese supermacht op te richten die alles zal verstikken, is het denk ik beter onze kracht te zoeken in verscheidenheid. Zolang we maar in vrede met elkaar leven.

Hoe klein Europa ook is, we kennen een opmerkelijke verscheidenheid aan culturen met elk eigen sterke en zwakke punten. Als iedere cultuur zich op zijn of haar sterke punten concentreert, vormen de verschillen een enorme generator van nieuwe ideeën. Laten we alsjeblieft niet ons mooie continent om zeep helpen met nog meer eenheidsworst. Laat de Sardijnen vooral happen in hun wormenkaas en de Spanjaarden stierengevechten houden. Wij verzekeren ze wel.