De oudste mens ooit, Jeanne Calment, hier 22 jaar oud, leidde een regelnmatig, maar actief leven.

Wilskracht en lang doorwerken verlengt leven

De AOW een paar jaar opschuiven is goed voor de gezondheid: rust roest. Ook overleven wilskrachtige doeners het langst. Zo blijkt uit het Longevity onderzoek dat al vanaf 1921 wordt uitgevoerd onder vijftienhonderd slimme kinderen, aangevuld met andere bronnen. Redt een actief leven levens?

Kleine onderzoeken geven vaak foute uitkomsten
Hoe kleiner het onderzoek, des te groter de kans dat er foutieve dingen uit komen, dus hoe scherper de waarnemingsgrenzen gesteld moeten worden. Vaak wordt in statistische onderzoeken een overschrijdingskans p van 0,05 gehanteerd.

Met andere woorden: er is vijf procent kans dat een onderzoek er stevig naast zit. Als er maar genoeg onderzoeken worden uitgevoerd, zal er in minstens één op de twintig gevallen wat significants uit rollen. Minstens, want ook wetenschappers is niets menselijk vreemds en het dokteren aan onderzoeksgegevens, vooral als er snel een publicatie gescoord moet worden, komt helaas af en toe voor. Een groot onderzoek is beter dan een klein onderzoek in staat om statistische ruis te elimineren. Onderzoekers kunnen dan ook genoegen nemen met een veel kleinere overschrijdingskans.

Veel mythes over lang leven sneuvelen
Het zeer uitgebreide Longevity Project onderzoek, ooit opgezet door de psycholoog Terman om er achter te komen wat er gebeurt met intelligente kinderen, maakt een einde aan een aantal tot nu toe geliefde mythes over wat leidt tot een lang leven.

De oudste mens ooit, Jeanne Calment, hier 22 jaar oud, leidde een regelnmatig, maar actief leven.
De oudste mens ooit, Jeanne Calment, hier 22 jaar oud, leidde een regelnmatig, maar actief leven.

In dit project, dat in 1920 begon, werden (en worden nog steeds) vijftienhonderd hoogbegaafde kinderen hun hele leven gevolgd. Al eerder bleek, hel verrassend, dat maar een klein deel van hen de hoge posities bereikte die hen werden toegedicht. Zaken als religiositeit, pessimisme en dergelijke blijken niet uit te maken. Zo blijkt weliswaar dat getrouwde mannen langer leven, maar dat geldt niet voor getrouwde vrouwen. Ook geluk duurt niet lang. Gelukkige mensen met veel gevoel voor humor overlijden zelfs iets eerder dan wat minder gelukkige mensen, vermoedelijk omdat ze meer risico’s nemen. Ook workaholics plegen minder roofbouw op hun gezondheid dan vaak wordt gedacht, integendeel: juist de in hun werk meest gedreven mensen leven veel langer dan mensen die de kantjes er vanaf lopen. Gescheiden vrouwen leven vrijwel even lang als hun getrouwde zusters.

Vroeg naar school gaan is al evenmin een verstandig idee, althans om een lange levensduur te bereiken. Kinderen moeten voldoende kunnen spelen. Niet alle oorlogsveteranen leven korter. Alleen als ze er niet in slagen hun stress te overwinnen en daardoor ongezonde leefgewoontes ontwikkelen, verkort hun levensduur. Christenen zullen het prettig vinden te lezen dat anderen helpen goed voor je is: vooral mensen die betrokken zijn bij anderen en ze helpen leven lang.

De aanhouder wint
Opmerkelijk genoeg blijkt er vooral één eigenschap te zijn die langlevende mensen van jongs af aan gemeen hebben: wilskracht, levenswijsheid en zelfdiscipline, ‘prudence’. Er zit dus een kern van waarheid in de vele religieuze teksten, denk aan het bijbelboek Spreuken, de Bhagavad Gita en het boeddhistische wijsheidsboek Tripitaka, die deze aanbevelen. Dit zet langlevenden er toe aan om gezonde leefgewoontes te ontwijken en gaat ook samen met een sterke levenslust.
Slecht nieuws dus voor visionairen, die sterker zijn in bedenken en dromen dan doen? Niet perse. Ook visionaire overtuigingen kunnen voortkomen uit wilskracht en wijsheid. In feite waren sommigen van de grootste visionairen uit de geschiedenis zulke mensen. Je idealen in praktijk brengen maakt in ieder geval zeker gelukkig en zal ook je levensverwachting sterk naar boven bijstellen.

Bronnen
Science Daily

14 reacties

  1. Stress kan zeker leiden tot allerlei ziektes en het is heel belangrijk te weten hoe om te gaan met stress.
    Idealen verwezenlijken geeft kracht, als je dat niet doet verlies je juist kracht.

  2. Wat ik me dan afvraag is: als je van nature niet graag mensen helpt, maar jezelf forceert om het toch te doen, helpt het dan ook? Of is hulpvaardigheid geen causale factor voor lang leven, maar slechts gecorreleerd aan lang leven, en is er wellicht een achterliggende ‘derde’ factor die een positieve invloed heeft op zowel hulpvaardigheid als lang leven? Of zou het forceren op zichzelf weer een negatief effect toevoegen?

    Wel verrassend dat heel hard werken positief werkt… of vloeit zulk gedrag weer voort uit wilskracht en zelfdiscipline?

    • Lennart,

      Voorzover ik kan beoordelen stel je je vragen niet aan iemand in het bijzonder dus ik neem aan dat een antwoord van mij net zo goed is als een antwoord van elk ander.

      Stress zorgt ervoor dat er een aantal chemische stoffen in het lichaam vrijkomen zoals o.a. andrenaline, mits juist gedoseerd werkt adrenaline levensverlengend, teveel kan weer dodelijk zijn.

      Als je van nature mensen niet graag helpt maar jezelf toch forceert om het te doen zul je eerder de nadelen zien van de hulp die je geeft dan de voordelen, als je deze vorm van stress niet onder controle houdt werkt het niet levensverlengend omdat je het steeds weer op je pad zal blijven tegenkomen dat je mensen helpt en dat het geestelijk aan je knaagt. Als je wel graag mensen helpt en je vind er voldoening in kan het een gevoel van gelukzaligheid opwekken waardoor een stuk negativiteit van je afvalt, dat kan levensverlengend werken. dat hoeft natuurlijk niet perse zo te zijn, als je mensen graag helpt en je valt er steeds mee op je gezicht kan de teleurstelling ook aan je gaan knagen en nog wel veel harder dan als je mensen niet graag helpt.

      Heel hard werken werkt niet positief, het bezig blijven in je leven werkt positief. Het lichamelijk bezig blijven en geestelijk bezig blijven. Als je heel hard werkt ben je lichamelijk eerder versleten en sta je eerder in je leven stil, je bent dan niet meer in staat om nog in beweging te komen. met andere woorden, al sje de wilskracht hebt en de dichipline om je hele leven bezig te blijven dan zal het zeer zeker positief zijn. (ik kan het weten, al mijn voorouders werden oud en ze hadden allemaal geen zitvlees :) )

    • Lennart,
      De precieze oorzaak van een verband is inderdaad lastig te achterhalen bij op statistiek gebaseerde onderzoeken van complexe systemen.
      Mijn gok: als je anderen helpt voel je je beter, want nuttig en het houdt je ook actief en in beweging. Anderen helpen betekent ook dat je geen vrije tijd hebt die je aan, zeg, gevaarlijke hobbies of ongezonde gewoontes kan besteden.
      Heel hard werken vloeit inderdaad voort uit wilskracht en discipline (en denk ik ook met een behoorlijk grote betrokkenheid met het werk, het gevoel iets nuttigs te doen en een nuttig leve te leiden). Dat zorgt er weer voor dat je leefgewoontes gezonder worden (want je gaat zo’n onmisbare steunpilaar natuurlijk niet in gevaar brengen :) ).

      • Dus het komt erop neer dat persoon A die van nature lui is gemiddeld korter zal leven dan persoon B die van nature actief is (mits niet roekeloos), en dat persoon A gemiddeld ook korter zal leven dan persoon B als hij actief leven leidt. Persoon A heeft dus pech, in deze context.

        Het lijkt erop dat deze relaties vooral wetenschappelijk interessant zijn en niet zozeer bruikbaar als leidraad om je leven te leiden (tenzij het om niet-roken etc gaat natuurlijk).

        Qua voeding is er denk ik wel een soort een balans tussen kiezen voor gezond eten (positief voor levensverwachting) en stress krijgen van het telkens in de gaten houden van of je wel gezond eet (negatief). Hier zal het optimum wel ergens tussenin liggen; af en toe informatie inwinnen over wat gezond is en dit in je gewoontes opnemen, en vervolgens weer een tijd niet veel mee bezig zijn.

        • Lennart,

          Er is iets wat niet in dat onderzoek vermeld wordt en dat zijn onze genen. Er bestaat een groep mensen die zowieso practisch niet kapot te krijgen is. Niet omdat ze 120 km kunnen rennen of 1000 kilo kunnen tillen maar omdat ze van oudsher afstammen van de eerst lopende mens. Deze groep mensen zijn zelfs nu nog superieur qua genen ten opzichte van de meesten. Dat ze een superieure genengroep hebben wil niet zeggen dat ze zich daar ook naar moeten gedragen, de meesten zijn zich er niet eens van bewust. Dit zijn geen nazi praatjes, sterker nog, ik heb het over roodharigen, alle roodharigen komen van deze groep mensen af. Maar goed, er zijn gewoon teveel aspecten waardoor het onmogelijk is om te bepalen in hoeverre dat onderzoek zuiver is uitgevoerd.

          Als laatste: mijn opa werd 96, vanaf zijn 90e werd hij een kasplantje omdat zijn vrouw gestorven was waar hij al bijna zijn hele leven mee samen was geweest. M.a.w. je kan zelfs op je 30e nog sterven als je gewoon doodgaat van liefdesverdriet. (of het gemis aan liefde) Zijn lichaam gaf het gewoon op, binnen 6 jaar kon hij niks meer horen, niks meer zien, niks meer doen, hij werd bijna catatonisch…en dat terwijl ik hem op zijn 90e nog een salto achterover heb zien maken tussen 2 stoelleuningen in, hij had op die leeftijd nog de reflexen van een kat, hij leerde mij op zijn 85e hoe je een tafellaken onder een servies uit moest trekken zonder sneuvelende kopjes..en dat alles nadat hij 2 wereldoorlogen had overleefd. Hoe dan ook, uitzondering bevestigd de regel en alles heeft een keerzijde.

    • Voor zover beide elkaar uitsluiten heb je grotendeels gelijk vind ik, bv als je de hele dag bladgroente zit te ten in een kamer met rubberen muren is dat een paar jaar extra niet waard. Aan de andere kant is het ook erg leuk om mee te maken hoe je kleinkinderen opgroeien of wat er in de (verre) toekomst allemaal ontdekt wordt, dan is bv 10 jaar extra wel veel waard. Zeker met het oog op het feit dat je niet weet hoe de medische wetenschap zich ontwikkelt; wat nu een paar jaar extra lijkt kan zomaar langer worden naarmate meer ziekten etc genezen kunnen worden.

  3. Interessant onderzoek. Tijdens de training zelfdiscipline die wij verzorgen wordt regelmatig verzucht: waar doe ik het altijd voor. Ik haal dan altijd geluksonderzoek aan waaruit blijkt dat je van het ontwikkelen van initiatief gelukkiger wordt. Nu heb ik een nog betere aansporing: langer leven door harder te werken.

  4. ‘Je idealen in praktijk brengen maakt in ieder geval zeker gelukkig en zal ook je levensverwachting sterk naar boven bijstellen.’ Dat is het nut van de zingeving aan je leven. Je gaat ergens voor, het werkt inspirerend en daardoor leef je langer.

  5. Een raar streven om oud te worden.  Wat is het nut van oud worden?  Vanachter de geraniums naar buiten kijken waar het leven zich afspeelt?  Ik wil helemaal niet lang leven.  Ik wil doelen hebben in mijn leven. Mezelf een beetje gelukkig en ontspannen voelen, wijsheid en inzicht vergaren.

    Maar oud worden? 

  6. Zolang ik op een zinvolle manier kan leven, wil ik nog wel weer een dagje door.  Maar het is absoluut geen streven om oud te worden, dat is hooguit een bijproduct.  Ergo: ik vrees meer de zinloosheid van de oude dag dan de dood.  Ik zal dus niet bewust maatregelen nemen om oud te worden . (als dat al zou kunnen)  Ik zal meer zoeken naar een reden om te leven.

  7. Mee, eens het streven is niet oud worden. Het is inderdaad een gevolg van of een bijproduct. Zinvol leven heeft bijgevolg dat je oud wordt. Het bijzondere overigens dat met het streven hebben om oud te worden, maar het niet te zijn. Oud worden is niet het doel voor mij, maar de zinvolle reis er heen.

Geef een reactie