Lao Tse, de grondlegger van de Chinese filosofie, ontwikkelde zijn filosofie rond het begrip tao, de Weg of natuurlijke loop der dingen. Een belangrijk concept binnen het taoïsme is wu wei, weten wanneer wel, of juist niet te handelen om in harmonie te komen met de tao.
Een schepsel dat de strategie van wu wei tot in de puntjes beheerst is de krokodil. Krokodillen kunnen urenlang roerloos liggen, tot een prooi het water van de rivier inloopt. De krokodil slaat dan bliksemsnel toe.
Een andere mooie illustratie van wu wei is het oosterse bordspel go. Waar schaken zetdwang kent – je mag niet passen – mag dit bij go wel. Een ervaren go-speler weet wanneer de tijd is aangebroken om te passen. Een extra steen plaatsen zou dan een punt kosten, of zelfs een complete groep in gevaar brengen.
Het leven lijkt meer op go dan op schaken. Er is in het leven geen zetdwang. Er is altijd de mogelijkheid even niet te reageren. Of die mogelijkheid gebruiken het verstandigste is, is uiteraard weer een ander verhaal.
Zowel de Itjing, de Daodejing, de Zhuangzi als de Liezi refereren als ze het over wu wei hebben aan vechtkunsten.
In veel ‘kung fu*’ strips en films – die ik vroeger verslond – komt er altijd een moment dat de leerling aan de meester vraagt: “Meester, nu ben ik al vijftien jaar bij u in de leer en u zegt dat u me alles heeft geleerd. Maar toch verslaat u me steeds zonder de geringste moeite. Hoe kan dat?” En dan hoorde je de meester in die boekjes en films zeggen: “Jouw ego is te groot.” Dus ik dacht vroeger altijd dat je moreel heel hoogstaand moest zijn om het meesterschap te bereiken.
Dat veranderde toen ik eens een bepaald boek van wijlen psycholoog Piet Vroon las. In één van zijn boeken las ik een keer zoiets als: “Het reflex-systeem is niet zomaar een dom systeem; het is een intelligent systeem dat in staat is om te leren. De neuronen die grotendeels onze hersenen vormen zitten ook – en evolutionair gezien al eerder – in de rug.” En toen begreep ik wat misschien wel de bron van al dat wu wei denken was: het is feitelijk gewoon anatomie! Bij vechtkunsten moet je leren om het niet meer te doen met je ‘bewuste’ denken c.q. je ‘bovenkamer’ maar je moet leren het over te laten aan je ‘onderbewuste’ reflex-systeem c.q. je rug; dat is de eigenlijke spontaniteit die nagestreefd wordt in verschillende vechtkunsten.
En uit eigen ervaring kan ik bevestigen: we onderschatten volledig de kracht en de intelligentie van het reflex-systeem; er woont namelijk inderdaad een ‘kung fu*’-grootmeester in je rug! :P
(*eigenlijk: wu shu of neija)