Onderzoekers van de universiteit van Tel Aviv hebben naar eigen zeggen resten van moderne mensen aangetroffen met een ouderdom van vierhonderdduizend jaar. De vondst, als deze inderdaad juist is geïnterpreteerd en niet de zoveelste misser is in de menselijke paleontologie, zet de geschiedenis van de menselijke soort danig op zijn kop. De oudste overblijfselen van de moderne mens, gevonden in Oost-Afrika, dateren van 200.000 jaar geleden. Tot nu toe dachten paleontologen dat de moderne mens zich ontwikkeld heeft in Afrika ten zuiden van de Sahara.
In 2006 vonden paleontoloog Ari Gopher en zijn team menselijke tanden in de grot Qesem in de buurt van Rosh Haayin in Centraal-Israël. De druipsteengrot was meer dan tweehonderdvijftigduizend jaar in gebruik: van ongeveer vierhonderdduizend jaar tot tweehonderdduizend jaar geleden. Het team kwam naar eigen zeggen pas met de resultaten naar buiten toen meerdere monsters waren verzameld en door middel van diverse dateringsmethodes de ouderdom van de tanden betrouwbaar was vastgesteld.
Inderdaad is het merkwaardig dat het zo lang geduurd heeft voordat de moderne mens uit Afrika wegtrok. Van eerdere, minder intelligente en vindingrijke mensachtigen zoals Homo erectus en verschillende diersoorten weten we dat ze er behoorlijk indrukwekkende zwerftochten op hebben zitten (er zijn skeletten van Homo erectus gevonden tot op Java toe). De Sahara is verschillende malen in de laatste honderdduizenden jaren vruchtbaar en groen geweest. Dit zou mensachtigen een ideale leefomgeving hebben geboden. In feite weten we uit rotstekeningen dat er tienduizend tot zesduizend jaar geleden mensen in de toen weelderige Sahara geleefd hebben. De tocht door de Sinaï naar Eurazië minder dan een half miljoen jaar geleden tijdens een eerdere vochtige periode zou dan voor de hand liggen.
De ondergang van Homo erectus, vierhonderdduizend jaar geleden, valt samen met deze vroegste datering van de moderne mens en de Neanderthalers. Gezien de niet al te vriendelijke manier waarop mensen met elkaar omgaan en omgingen – denk aan wat er met de Armeniërs, Tasmaniërs en de Inca’s is gebeurd – verklaart dit misschien ook dit tot op heden nog onopgeloste paleontologische raadsel.
Vergeet de weesgegroetjes, bedevaarten en goed karma. Volgens visionair denker Ray Kurzweil zal de wetenschap er rond 2045 in slagen om de mens onsterfelijk te maken. Dus zorg dat je voor die tijd niet doodgaat, is het devies volgens hem. Volgens Kurzweil leven we op dit moment in een tijdperk van steeds snellere technische vooruitgang. Er zijn nu meer wetenschappers dan ooit die met steeds betere apparatuur werken en ook steeds slimmer worden in gericht onderzoek doen. Een komende monstergolf van technologische ontdekkingen dus die de wereld zoals we die kennen totaal op zijn kop zal zetten, zoals een achttiende-eeuwer verdwaasd rond had gekeken op een vroeg eenentwintigste eeuws verkeersklaverblad tijdens de ochtendspits.
De Wet van Kurzweil en de Singulariteit
Volgens de Wet van Kurzweil, een uitgebreidere versie van de Wet van Moore die voorspelt dat computerchips elke 18 maanden verdubbelen in capaciteit, werken al deze vormen van vooruitgang exponentieel op elkaar in. Snellere computers maken bijvoorbeeld betere biochemische simulaties en dus betere medicijnen mogelijk, waardoor de arbeidsproductiviteit en innovatiesnelheid voor onder meer nieuwe energiebronnen omhoog raast. Kunstmatige intelligentie zal het tempo van ontdekkingen nog veel hoger opvoeren: op dit moment is er al software die de wetenschappelijke methode in praktijk kan brengen.
Kurtzweil weet waar hij het over heeft: hij is een veteraan op het gebied van kunstmatige intelligentie en patroonherkenning door computers.
Op een gegeven moment bereiken we stelt hij een punt, door hem en andere toekomstvoorspellers de Singulariteit genoemd, waarna onze bestaande theorieën en inzichten niet meer opgaan. De vooruitgang gaat op dat punt zo snel dat de uitkomst niet te voorspellen is. Rond 2050 zal volgens hem kunstmatige intelligentie het menselijk brein ver in kracht overtreffen. De rekencapaciteit wordt, zo voorspelt hij, miljoenen malen groter dan nu. Al is deze theorie niet onomstreden, er is geen logische reden waarom de technische vooruitgang in de toekomst niet nog veel sneller zou gaan dan nu.
De eerste Brug van Kurzweil: gezonder leven Om onsterfelijkheid te bereiken stelt Kurzweil drie fases, of ‘bruggen’ voor. De eerste Brug, gezonder leven binnen de mogelijkheden van de bestaande techniek, brengt hij nu al in praktijk.
Toen bij hem in de jaren ’80 ouderdomsdiabetes werd vastgesteld, veronderstelde hij dat de oorzaak bij hem insulineresistentie is. In plaats van te spuiten ging hij op een vezelrijk en extreem koolhydraatarm dieet, sliep langer en bewoog meer. Het gevolg: zijn bloedsuikergehalte is in vijfentwintig jaar gehalveerd tot normaal: onmogelijk, volgens de gevestigde medische wetenschap. Niet iedereen zal het er voor over hebben nog maar 1500 calorieën per dag te nemen en net als Kurzweil honderdvijftig voedingssupplementen per dag te slikken (met wekelijkse injecties met diverse farmaceutische preparaten) en het drinken van tien glazen alkalisch mineraalwater per dag.
De Tweede Brug: stamcellen en klonen De technologie voor de Tweede Brug, stamcellen en klonen, is nu volop in ontwikkeling. Ons lichaam heeft een levensduur van enkele tientallen jaren. Als ook maar één essentieel onderdeel, bijvoorbeeld een nier, het opgeeft betekende dat voor kort een doodvonnis.
God levert geen reserveonderdelen mee (al hebben we bijvoorbeeld twee nieren en longen). Nu er transplantatietechnieken beschikbaar zijn waar Mary Shelley’s Dr. Frankenstein stikjaloers op zou zijn, is de medische wetenschap ongeveer op het niveau van een autosloper. Uit een gezond lichaam kunnen donororganen worden gehaald en ingebouwd in een levende patiënt. In feite is dit een inferieure techniek. Omdat het DNA van een donororgaan anders is dan dat van de patiënt krijg je afstotingsverschijnselen en moeten patiënten zware, gevaarlijke medicijnen slikken (die vaak ook niet helpen).
Een structurele oplossing is het kweken van nieuwe organen uit stamcellen van de patiënt. Afstoting is dan geen probleem meer, wachttijden op een geschikte donor of overdracht van ziekten zijn dan ook verdwenen. Met huidcellen lukt dit al vrij aardig. Op dit moment is onderzoek naar ‘eenvoudige’ organen als spieren of levers al in volle gang. Het einddoel: zenuwweefsel en een compleet hart. Zodra deze uitdagingen overwonnen zijn, kunnen we elk onderdeel van ons lichaam laten vervangen. Kurzweil kijkt verder: hij wil de cellulaire klok (telomeren, de beschermkapjes van chromosomen, de dragers van ons DNA worden bij elke celdeling korter) terug kunnen zetten en op celniveau vervangingen door kunnen voeren. Ook op deze terreinen vindt heel veel onderzoekplaats. Geen wonder. De farmaciegigant die een levensverlengende behandeling ontwikkelt, loopt binnen.
De Derde Brug: de geest van de mens in een computer Kurzweils derde stap is het meest omstreden. Volgens veel geloven leeft onze geest, de ziel, na de dood voort. Afhankelijk van het geloof wordt je ziel beloond met een toestand van algemene gelukzaligheid bij God (christendom), wijn, gedweeë maagden en schone knapen (islam) of een reïncarnatie in een beter lichaam ( hindoeïsme). Het bewijsmateriaal voor een leven na de dood (bijna dood ervaringen) is niet erg overtuigend; als het al bestaat dan lijkt het weinig uit te maken welk geloof de man of vrouw in kwestie aanhangt.
Kurzweil heeft een methode voor het bereiken van onsterfelijkheid bedacht die volgens modern-wetenschappelijke inzichten wel werkt. Door middel van nanorobotjes (robotjes zo groot als een cel) wordt ons brein synaps voor synaps afgetapt en worden onze herinneringen en manier van denken getransporteerd naar een computer. Dit ligt minder ver buiten bereik dan veel mensen denken: de totale informatieinhoud van ons brein ligt volgens schattingen tussen een moderne harde schijf van een terabyte en duizend terabyte (een exabyte). Kortom: over een paar decennia zijn er waarschijnlijk computers die slimmer zijn dan wij en dus met gemak onze geest kunnen nabootsen. Zullen Kurzweils voorspellingen uitkomen? Zal onze generatie nooit meer sterven? Kurtweils argumenten zijn behoorlijk overtuigend…
Kennis is tegenwoordig zo versnipperd dat als een wereldwijde ramp of ineenstorting van de energievoorziening een groot deel van de mensheid wegvaagt, we terugvallen tot het Stenen Tijdperk.
Wat houdt het Olduvai scenario in?
We schrijven 2030 (volgens de extreemste peakoil-pessimisten zelfs al over enkele jaren). Rond dat jaar zijn de makkelijk winbare delfstoffen uitgeput. De mineralogische barrière zorgt voor een lastige bottleneck. Aardolie, aardgas en een belangrijk deel van de steenkool zijn dan al schaars geworden. Auto’s komen stil te staan, minder efficiënte elektriciteitscentrales zijn buiten gebruik en roesten weg. Nog ernstiger: voedsel wordt schaars. Voor het produceren van stikstofmeststoffen moet namelijk stikstof uit de lucht worden omgezet in ammoniak. Dit kost veel energie. Energie die er dan nauwelijks meer is. Tractoren komen stil te staan. Het kost dan al de grootste moeite de wereldbevolking, rond 2030 meer dan acht miljard, van voldoende voedsel te voorzien en de schaarste aan kunstmest betekent de nekslag.
Wereldwijde anarchie breekt uit als de oogsten onvoldoende blijken om de bevolking in arme, dichtbevolkte landen te voeden. Enorme vluchtelingenstromen verlaten het Midden Oosten, Afrika, Centraal Amerika, India en China om te proberen in de vruchtbaarder buurlanden aan voedsel te komen.
Van internationale samenwerking is niet veel meer over. Grenzen worden afgesloten en bewaakt door met scherp schietende grenswachters. Er komt een nieuw IJzeren Gordijn om de rijke landen, deze keer om immigranten buiten te houden. Voedsel gaat ook in de rijke landen op rantsoen. Vlees eten wordt asociaal gevonden. Oorlogen breken uit om de controle van fosfaatmijnen, vruchtbare landbouwgebieden, de laatste oliebronnen.
Dan is ook de laatste makkelijk winbare olie op. Er is geen aardgas meer om zelfs de extreem vervuilende teerzandolie in Canada te winnen. Zelfs de dreiging van de Amerikanen Canada onder de voet te lopen als de levering van teerolie niet wordt hervat, helpt dan niet meer. Slochteren slaakt zijn laatste ademtocht. Nederlanders doen alleen de was nog als er wind staat. Frankrijk verkoopt de rest van de EU de ooit door de Groenen verfoeide kernstroom tegen schandalige woekerprijzen.
In de islamitische wereld krijgt de Mahdi, die zichzelf uit heeft geroepen als de opvolger van Mohammed, steeds meer macht. Hij verzamelt strijders voor de heilige oorlog om de ongelovigen onder de voet te lopen. De uitgehongerde bevolking van het Arabisch schiereiland en Noord-Afrika geeft massaal aan zijn oproep gehoor. Opmerkelijke uitzondering: Marokko, waar gouden tijden heersen door de torenhoge prijzen voor fosfaat. Eerst koelen ze hun woede op de kleine verwesterde elite. Dan is Israël aan de beurt dat terugslaat met kernwapens. Tel Aviv, Caïro, Damascus en Teheran veranderen in smeulende radioactieve poelen. De wereld staat aan de rand van de afgrond.
Energie als levensbloed van onze beschaving
Volgens de Olduvai theorie (genoemd naar de Oldupai-vallei in Tanzania waar overblijfselen van vroege mensachtigen zijn gevonden) gaat een industriële maatschappij ongeveer een eeuw mee. In ons geval: ongeveer van 1930 tot 2030.
Het Olduvai scenario gaat uit van de energieconsumptie per hoofd van de bevolking. Dat is met een goede reden. Energie is namelijk het levensbloed van elke geavanceerde beschaving. Met voldoende vrije energie is vrijwel alles te fabriceren, denk bijvoorbeeld aan goud uit zeewater.
Het nieuwe Stenen Tijdperk
Tot begin vorige eeuw kende het Duitse keizerrijk de bepaling dat iedereen die op de middelbare school zat, ook verplicht een ambacht moest leren. Zo schijnt keizer Wilhelm II een niet onverdienstelijk meubelmaker te zijn geweest (en houthakker, nadat hij af werd gezet en naar Nederland vluchtte). De filosofie er achter was interessant. De bedenkers van deze regel hadden niet bijster veel vertrouwen in de moderne industriële en diensteneconomie. Als er om welke reden dan ook een ineenstorting komt, kunnen mensen in ieder geval een vak uitoefenen, meenden de conservatieve Pruisen.
Op dit moment is deze kennis er niet meer. Het grootste deel van de bevolking werkt in de dienstensector en zelfs vakmensen, denk aan operators in een olieraffinaderij, TIG-lassers of VLSI-ingenieurs, zijn vaak zeer gespecialiseerd. Als het Olduvai scenario toeslaat, is er geen internet meer. Het internationale handelsnetwerk komt dan vrijwel stil te liggen. Maatschappelijke organisaties, de ingewikkelde samenwerkingsstructuren die grote bedrijven zijn, vallen uit elkaar. Specialistische vakkennis is waardeloos geworden. Generalisten: handige knutselaars die in staat zijn uit kapotte apparaten nieuwe te fabriceren, volkstuiniers, hobbyisten zijn dan zeer gewild. Alle landbouw wordt gedwongen biologisch, wat onvoldoende opbrengt om meer dan misschien twee miljard mensen te voeden. Als elektronica het steeds meer laat afweten worden dvd-roms en e-boeken waardeloos. De schaarse papieren boeken met kennis van exacte wetenschappen en techniek, vooral eenvoudige technieken, worden goud waard.
Hoe voorkomen we het Olduvai Scenario?
We kunnen wel iets, maar niet al teveel terug in het energiegebruik. Kunstmest zal nodig blijven om onze bevolking te voeden. Overschakelen naar elektrisch vervoer kan massaal, we moeten dan auto’s op perslucht ontwikkelen die misschien niet zo ver zullen rijden als benzine-auto’s, maar wel zonder schaarse metalen zijn te bouwen. Lithiumbatterijen vereisen meer kobalt dan makkelijk te winnen is; persluchttanks kunnen van koolstofvezels worden vervaardigd. Het opzetten van een landelijk of Europabreed netwerk van persluchtstations vereist vermoedelijk politiek ingrijpen.
Een nadeel van democratie is dat politici vaak extreem korte termijn denken: tot de volgende verkiezingen. Alleen als de Nederlandse bevolking massaal doordrongen is van de ernst van de situatie (en de gewone Nederlandse man en vrouw is dat meer dan de politiek) zal het politiek winstgevend zijn voorbereidingen te treffen. Ook moet voorkomen worden dat het maatschappelijk netwerk uit elkaar valt. Nederland en de rest van de werelden moet blijven functioneren als er veel minder energie beschikbaar is dan nu. Dat lukt alleen als het sociale leven en onderlinge solidariteit veel sterker is dan nu.
Er zullen nieuwe kerncentrales moeten komen, bij voorkeur van het kweekreactortype (waardoor we tientallen keren zoveel energie uit het uranium kunnen halen) of het Canadese CANDU model dat ook verarmde uraniumbrandstof kan verwerken.
We moeten een strategische fosfaatvoorraad aanleggen en fosfaten terugwinnen uit afvalwater. Met het aardgas in Slochteren moeten we uiterst zuinig omspringen. Vegetarisme moet aan worden gemoedigd; er moet meer onderzoek komen naar het kweken van veevoer in Nederland zelf op afvalwater (eendenkroos of algen).
Individueel niveau
Individuen kunnen maar enkele dingen doen. Zelf zoveel mogelijk technische kennis verzamelen (niet in digitale vorm maar als boek of als het niet anders kan, microfiche) en jezelf een ambacht aanleren.
Het christendom is op dit moment niet in de mode maar kerken en vergelijkbare religieuze organisaties, denk aan synagogen, de boeddhistische sangha en hindoeïstische tempelverenigingen vormden in het verleden een effectief sociaal vangnet.
Van uitgebreide families is geen sprake meer. Een alternatief vormen wellicht verenigingen als de vrijmetselaars, Rotary, politieke partijen. Richt een transition town op of sluit je bij een bestaande aan.
Globaal niveau
We hebben onszelf door de sterke bevolkingsgroei in een hachelijke positie gemaneouvreerd. Hoe meer mensen, hoe minder grondstoffen en energie per mens. Aan deze bevolkingsgroei zal een einde moeten komen. Punt. Religieuze leiders die geboortebeperking tegenhouden, denk bijvoorbeeld aan de paus en islamitische geestelijken, zullen moeten worden aangepakt. Hoe meer werkende vrouwen en hoe beter ze opgeleid zijn, hoe minder kinderen. Ook hebben vrouwen meer dan mannen de neiging om milieubewust en energiezuinig te leven.
We moeten proberen een humanitaire catastrofe rond 2030 te voorkomen. Landen als India en China hebben ruime ervaring met armoede en zijn goed georganiseerd. De situatie is vervelender in het Arabisch schiereiland, waar de bevolking explodeert en de oliebronnen tekenen van uitputting vertonen. Dit geldt in iets mindere mate voor de rest van het Midden Oosten. Deze landen moeten onder druk worden gezet om corruptie te bestrijden en vrouwen meer rechten te geven, zodat ze tijdig over kunnen schakelen op een efficiënte lage-energie economie en nul bevolkingsgroei.
In principe zijn er in de rest van het zonnestelsel vrijwel oneindige voorraden grondstoffen en energie, maar deze op grote schaal winbaar maken zal meer decennia kosten dan we nog hebben.
Israël doet het. Spanje doet het. Marokko, Sri Lanka en China doen het. De Sovjet-Unie deed het. En er zijn nog veel meer landen te bedenken die eraan meedoen.
Alle genoemde en niet-genoemde landen hebben namelijk één gemeenschappelijk kenmerk: zij onderdrukken systematisch minderheden in hun land. Deze landen (neem Spanje) proberen tegen de wil van bepaalde minderheden (de Basken) die minderheden te dwingen de centrale overheid als hun overheid te erkennen. Ik zeg bewust proberen, want het is gedoemd te mislukken.
Ga toch weg
Wij hebben er allemaal een hekel aan als mensen zich opdringen. Niemand houdt van lastige verkopers die je iets aan proberen te smeren, gelovigen die per sé willen dat je naar hen luistert, of, voor de beroemde mensen onder ons, journalisten die een microfoon haast je neus induwen. En dat is allemaal ook best logisch. Ten slotte kun jij prima zonder die mensen, en hoogstwaarschijnlijk ben je ook niet in hen geïnteresseerd als ze koste wat kost jou aandacht willen vragen. Zo werkt het ook met overheden; op sommige gebieden zijn ze nodig. Maar als je het idee hebt dat je de overheid niet nodig hebt, en diezelfde overheid denkt daar anders over, dan kan zij nog irritanter zijn dan de verkoper, de gelovige en de journalist.
Zeker als die overheid maar niet ophoudt zich aan je op te dringen, en zij zover gaat dat je zelfs bereid bent geweld te gebruiken om die overheid van je af te houden. Op zo’n moment moet er bij de overheid toch eigenlijk wel een lichtje gaan branden. En dat lichtje zou dan moeten zeggen: ‘als die mensen niks met ons te maken willen hebben, wie zijn wij dan om te bepalen dat zij geen keus hebben?’
Ik ga niet weg
Helaas gaat dat lichtje niet altijd branden. In plaats daarvan brengt de overheid in veel gevallen een ander soort licht. Dat van wapens welteverstaan. De gedachte daarbij is dat de mensen die niks met de overheid te maken willen hebben, of zoals ze ook wel genoemd worden ‘separatisten’, door middel van geweld gedwongen moeten worden wel naar de overheid te luisteren. Dat die mensen misschien wel terecht niks met de overheid te maken willen hebben, komt nog steeds niet bij de staat op. Het moge duidelijk zijn dat geweld niks oplost. Helaas denkt men daar in Sri Lanka anders over. Het overheidsleger streed daar tegen een groep separatisten, de Tamil Tijgers. Op 18 mei 2009 claimde het leger van de overheid de overwinning: de Tamils waren verslagen. De hele strijd, die decennia duurde, had uiteraard aan beide kanten de nodige mensenlevens gekost. Maar de overheid had ten minste het idee dat haar doel bereikt was: geen opstandelingen meer.
Als je niet weggaat dan ontstaat er…
Maar had de overheid van het eiland zich niet beter eerst kunnen afvragen: als wij activisten vermoorden, wil dat dan ook zeggen dat hun ideeën uit de samenleving verdwijnen? Het antwoord hierop zou natuurlijk ‘nee’ geweest zijn. Het is belachelijk om te denken dat je het verlangen naar onafhankelijkheid de kop in kunt drukken door de strijders ervan om het leven te brengen. Daarmee laat je het separatisme niet verdwijnen, sterker nog, je wakkert enkel meer afkeer van de overheid aan.
Want separatisme is niets meer dan een logisch gevolg van twee factoren: Nummer één is dat mensen graag over zichzelf, of dat een groep mensen graag over de eigen groep wil kunnen besluiten. Nummer twee is het gegeven dat sommige overheden hier geen gehoor aan geven. Het is niet moeilijk te begrijpen dat deze twee gegevens met elkaar botsen, en dat de overheid op die manier zelf verantwoordelijk is voor de afkeer van mensen tegen haar beleid van onderdrukking.
Waarom groepen van nature gesepareerd zijn
Er zijn op deze wereld veel verschillende culturen en groeperingen.
Zij hebben allemaal andere gewoonten en gebruiken. Mensen die dezelfde normen, waarden, tradities, taal en geschiedenis hebben, vormen logischerwijs een groep. Zij delen ten slotte bepaalde eigenschappen met elkaar, en leven op dezelfde manier.
Echter, zodra je er een groep naast gaat zetten, of erger nog, erboven, terwijl die groepen niks met elkaar hebben, dan is dat vragen om problemen. Want je kunt niet hopen dat mensen met jou samen gaan leven alleen maar omdat je een lijntje op de kaart tekent en die mensen toevallig binnen datzelfde lijntje wonen. Dat ene lijntje op de kaart is simpelweg geen bindende factor voor de verschillende groepen; zeker niet als zij dat lijntje niet erkennen. En ook zeker niet als zij verschillende talen spreken of een andere historische achtergrond of andere gebruiken hebben.
Verdedigbaar
Niet alleen is het dus logisch dat de overheid van een land als Spanje vraagt om moeilijkheden door minderheden haar wil op te leggen, ook is het te verdedigen dat bijvoorbeeld de Basken voor zichzelf opkomen. Een volk dient te allen tijde zelfbeschikkingsrecht te hebben. Net zoals we het niet meer dan normaal vinden dat een individueel mens over zijn eigen leven mag bepalen, dient dat ook te gelden voor groepen mensen. Uiteindelijk is een groep mensen een som, zelfs meer dan dat, van individuen, dus waarom zouden persoonlijke mensenrechten niet ook voor groepen mensen gelden?
Dat wil uiteraard niet zeggen dat alle methoden voor meer zelfbeschikking verdedigbaar zijn. Net zoals geweld door de overheid contraproductief werkt, geldt dat ook voor onafhankelijkheidsstrijders: door geweld te gebruiken keer je de mensen tegen je. Daar is niemand bij gebaat. Het is misschien wel begrijpelijk, maar zeker niet doeltreffend.
Oplossingen
Geweld is bovendien niet nodig, als andere methoden voorhanden zijn. De bewoners van de West-Sahara zetten bijvoorbeeld recentelijk tentenkampen op als protest tegen de Marrokaanse overheersing. Die tentenkampen werden geruimd. Betreurenswaardig. De internationale gemeenschap had hier sterk tegen in opstand moeten komen. Want deze mensen deden niks anders dan voor hun rechten opkomen.
Helaas was geweldloos protesteren in de West-Sahara dus niet succesvol. Maar er zijn voorbeelden te noemen waarbij vreedzame protesten en het uitoefenen van druk op de politiek wel degelijk effect sorteerden. Aan het eind van de Koude Oorlog kregen bijvoorbeeld veel volkeren het recht zichzelf te besturen, toen Moskou hen niet langer verplicht deel liet uitmaken van de USSR.
Bovendien hoeft het geven van meer recht op eigen bestuur aan minderheden niet direct te leiden tot het uiteenvallen van een land. In België is al langere tijd een proces van federalisering aan de gang. De Nederlandstaligen en Franstaligen krijgen het op steeds meer gebieden zelf voor het zeggen. Dit leidt er waarschijnlijk toe dat België vroeg of laat, al dan niet officieel, opgedeeld wordt. Dat hoeft helemaal geen ongezonde ontwikkeling te zijn als de aparte landsdelen en deelculturen het ermee eens zijn.
Uiteindelijk is het geven van zelfbeschikkingsrecht aan bepaalde minderheden ook gewoon de beste oplossing: de staat hoeft geen oorlog in eigen land te voeren en de minderheden krijgen waar zij recht op hebben: een leven waarover ze zelf kunnen beslissen, en op hun eigen wijze.
Jezus van Nazaret is de beroemdste en tegelijkertijd een van de meest fascinerende personen uit de menselijke geschiedenis. Wat wilde hij nu werkelijk?
De omgeving van Jezus
Jezus kwam ter wereld als zoon van een timmerman in een weinig aangename omgeving. Of dat nu in Galilea, het huidige Noord-Israël of in Bethlehem, zoals de bijbel zegt is, weten we niet. Het oudste en meest betrouwbare evangelie, het Evangelie van Marcus, spreekt zich hier niet over uit.
Palestina werd in die tijd geterroriseerd door vaak gewelddadige religieuze sekten. Zo waren er de Zeloten, mensen die met geweld het Romeinse juk omver wilden werpen. De vreedzamere Samaritanen waren de nakomelingen van de armere Israëlieten die niet (zoals de hoogste joodse kastes) door de Assyriërs en Babyloniërs weg waren gevoerd naar Mesopotamië. Tussen hen en de teruggekeerde joodse ballingen bestond een intense haat: de achtergrond van het beroemde bijbelverhaal van de barmhartige Samaritaan.
Ook berucht was de wedijver tussen de Farizeeën, religieuze dwepers, en de meer rationalistische Sadduceeën.
In Jezus’ thuisstreek, Galilea, woonde een gemengde bevolking die redelijk harmonieus samenleefde. Dat was in de streek rond Jeruzalem wel anders.
Herodes
Palestina werd in die tijd geregeerd door koning Herodes de Grote die er in de bijbel niet best vanaf komt. Herodes, van niet-Joodse afkomst en daarom gehaat, kwam aan de macht als beloning voor zijn militaire steun aan de Romeinen toen deze Cleopatra aan de macht hielpen. Hij moest rekening houden met de uiterst precaire geopolitieke situatie: zijn machtige zuiderbuur, het Egypte van Cleopatra, stond op goede voet met de Romeinse keizers en wilde zijn rijkje graag opslokken. Hij bestuurde Palestina bruut, gehaat door de bevolking, maar bekwaam. Later werd Herodes opgevolgd door zijn minder competente zonen Antipas en Archelaos. Later zou heel Palestina worden geannexeerd door de Romeinen.
Godsdienstige dictatuur De joodse sekte van de Farizeeërs, die je het beste kunt vergelijken met Saoedi-Arabië of een soort taliban, eiste een strikte gehoorzaamheid aan de sabbat en de joodse spijswetten. De Farizeeën waren de voorlopers van wat later het talmoedische jodendom zou worden. Stenigingen en openbare geselingen waren aan de orde van de dag en ook de Romeinen hadden een reputatie hoog te houden wat bloeddorstige straffen betreft.
De Romeinen kon dit niet zoveel schelen. Ze wilden alleen dat de orde werd gehandhaafd en dat er geregeld grote schattingen naar Rome werden verscheept.
Jezus als persoon Uit de bijbel kunnen we opmaken dat Jezus een hoogbegaafde en gevoelige man was. In een later evangelie staat dat hij al op jonge leeftijd met rabbijnen, joodse godsdienstgeleerden, over religieuze zaken discussieerde. Het bij hoogbegaafden veel voorkomende gevoel voor rechtvaardigheid en zijn gevoeligheid vinden we onder meer terug in de beroemde episode, waarin hij het leven redt van een van overspel beschuldigde vrouw die dreigde te worden gestenigd. Veel van de ziel van Jezus vinden we terug in de christelijke ethiek.
In de bijbel staat beschreven dat Jezus lezingen hield in de synagoge. In die tijd was dat net als nu voorbehouden aan rabbijnen. Jezus was dus een rabbijn en uitstekend op de hoogte van de joodse wetten uit de torah. Deze wetten zijn, net als bijvoorbeeld de sharia-wetten, naar huidige maatstaven nogal wreed en barbaars. Zo moest een vrouw die niet om hulp had geroepen tijdens een verkrachting binnen een dorp of stad, gestenigd worden of trouwen met haar verkrachter. Homo’s en aanbidders van andere goden dan de joodse oppergod Jahweh werden geëxecuteerd.
Jezus was een moedige, principiële man die geen blad voor de mond nam. Jezus’ “ketterse” uitspraken stonden de religieuze leiders niet aan. Vandaar dat hij uit de synagogen werd geweerd en steeds meer openluchtbijeenkomsten hield, waar duizenden mensen op af kwamen. Uiteindelijk zou dit hem het leven kosten.
Hoe Jezus het rabbinale jodendom opblies Met zijn visionaire en briljante geest vond Jezus de oplossing om voorgoed af te rekenen met de weerzinwekkende oudtestamentische wetten. In de torah staat namelijk: heb je medemens lief als jezelf en heb God lief boven alles. Dat is de hoogste wet. Met andere woorden: als je dit basisgebod, dat verder gaat dan de Gulden Regel, in praktijk brengt, zijn de andere wetten niet meer nodig. Je wordt niet onrein door je niet aan de strenge joodse halacha, de spijswetten, te houden, maar door leugens en achterklap. Jezus verwoordde het kernachtig: niets dat van buitenaf in de mens komt kan hem onrein maken (reinheid en onreinheid is een obsessie in veel primitieve religies), maar wat er uit de mond van de mens komt, maakt hem onrein (Marcus 7:15).
Tot dan toe werd door de joden geloofd dat alleen je zo goed mogelijk aan de joodse wetten houden, je kon redden uit de hel, alsof je met een zaklantaarn in het donker door een doolhof manoeuvreert. Alleen door een dier te offeren en daar je slechte dingen in te stoppen, de zondebok, kon je jezelf bevrijden van allerlei slechte dingen, zonden, die je had begaan. De kern van het grote ritueel op Grote Verzoendag, Jom Kippoer.
Het briljante inzicht van Jezus was: wat je moet slachtofferen is niet een offerlam, maar je zondige natuur. Je moet niet jezelf, maar God centraal stellen in jezelf. Dan verdwijnt de neiging om verkeerde dingen te doen steeds meer. Als jij evenveel van je medemens houdt als van jezelf, voel je de behoefte niet meer om je medemens te bestelen, te vermoorden en te verkrachten. Wat Jezus hiermee deed was een manier laten zien waarop mensen boven hun ik konden uitstijgen en het zondeprobleem structureel oplossen. Kortom: Jezus was een visionair zoals er maar weinig hebben geleefd.
Jezus, geen profeet maar een spirituele Einstein Door islamieten wordt vaak beweerd dat Jezus een profeet was, een soort boodschappenjongen van God. Dit is, zoals uit het vorige blijkt, onjuist. Je kan Jezus het beste vergelijken met een spirituele Einstein, iemand die een totaal nieuw paradigma brengt waardoor losse puzzelstukjes in één klap op hun plaats vallen. Uiteraard gaan Jezus’ inzichten nog veel verder dan in dit korte artikel behandeld kunnen worden. Hierover in een volgend artikel meer. Tot die tijd: het evangelie van Marcus beschrijft Jezus’ ideeën kernachtig.
De asteroïde Apophis, ongeveer 250 meter in doorsnee, heeft een kleine kans op aarde terecht te komen. Apophis werd ontdekt in 2004.
Astronomen schatten de kans eerst één op 37 dat de asteroïde de aarde in 2037 zou treffen. Deze schatting is nu door Amerikaanse astronomen verlaagd tot een op een paar honderdduizend; Apophis passeert de aarde op veertigduizend kilometer afstand. Klaarblijkelijk hechten de Russen weinig geloof aan deze schatting. Wat vermoedelijk ook meespeelt is dat de asteroïde, als deze inslaat, dit met bijna 25% kans in Rusland doet terwijl de kans dat dit in de VS gebeurt vrijwel nul is.
Rusland wil nu internationale samenwerking om killerasteroïdes als Apophis en soortgelijke aardscheerders op tijd op te ruimen. In het voorstel van de Russen werken NASA, ESA, de Chinezen en het Russische ruimtevaartbureau Roskosmos samen om in eerste instantie Apophis en later ook andere gevaarlijke objecten onder de twee miljoen aardscheerders uit de weg te ruimen.
Apophis is niet zo groot als de extinction-level event asteroïde die de dinosauriërs uitroeide en een doorsnede had van meer dan tien kilometer. Een asteroïde van een kwart kilometer doorsnede zoals Apophis is wel in staat om in bevolkt gebied meer dan tien miljoen slachtoffers te maken.
Wikileaks is een blijvertje. Machthebbers zullen moeten leren politiek te bedrijven in een wereld waarin geheimen niet meer bestaan.
Vergeet kanonnen, hondstrouwe volgelingen en rijkdom. Wat machthebbers vooral een voorsprong geeft op jan met de pet is de greep die ze op de informatievoorziening hebben.
Voordelen van een informatievoorsprong
Menige veldslag is beslecht door superieure kennis over leger en tactieken van de tegenstander. Zoals een onlangs blootgelegd illegaal netwerk van informatiemakelaars in Amerikaanse zakenbanken bewijst, is ook nu een informatievoorsprong, voorkennis, uiterst lucratief.
Ook voor de liefhebbers van politieke streken is geheimhouding een absolute must. De gevolgen van sommige achterbakse politieke maatregelen, denk aan het leegplunderen van de ABP pensioenkas om ambtenaren eerder met de vut te laten gaan, kunnen verborgen worden gehouden waardoor de latere generaties met de brokken blijven zitten.
Daarnaast is geheimhouding ook een recept voor misverstanden, fraude en oorlogen. Een aanval op een tegenstander wordt een stuk minder aantrekkelijk als deze in de gelegenheid is zich voor te bereiden. Kortom: de vraag is of we zo blij moeten zijn met geheimhouding.
Informatie wil vrij zijn
In de afgelopen eeuwen is het steeds makkelijker geworden informatie te verspreiden. Het moeizaam met de hand overschrijven van de middeleeuwen werd vervangen door de boekdrukkunst. Met betaalbare pamfletten en boeken werd het informatiemonopolie van de Kerk en de machthebbers doorbroken. In de twintigste eeuw kwam de definitieve doorbraak met kopieerapparaten, printers en uiteindelijk internet. Op een enkele grote harde schijf kunnen alle staatsgeheimen van een supermacht worden gezet. Kopiëren van informatie is kinderlijk eenvoudig. Geheimhouding als meer dan twee of drie mensen er van weten, wordt exponentieel moeilijker, dus voor grotere aantallen onmogelijk.
Ook gevoelige informatie verzamelen wordt steeds makkelijker. Er zijn nu videocamera’s in de handel kleiner dan een suikerklontje. Heeft iemand eenmaal toegang tot elektronische informatie, dan kan deze eenvoudig op een USB-stick geplaatst worden. Afluisterapparatuur wordt steeds beter, denk aan richtmicrofoons waarmee gesprekken op honderden meters afstand zijn af te luisteren.
Politiek na Disclosure
Politici zullen moeten leren op te houden met jokkebrokken en stiekeme spelletjes spelen. Bij alles wat ze doen zullen ze er rekening mee moeten houden dat het uitlekt. Dit betekent uiteindelijk de doodsteek voor politieke partijen als het CDA, VVD en PvdA waar dit soort praktijken onderdeel uit maken van de politieke cultuur. De boodschap van Disclosure is duidelijk. Maak je borst maar nat, regenten. Het is aanpassen of ten onder gaan zoals de dinosauriërs.
Hoe kunnen mensen over duizenden jaren onze teksten nog lezen? Het Rosetta Project werkt aan de oplossing.
De Steen van Rosetta Het is 1799. Al vele jaren probeerden de eerste egyptologen de raadselachtige hiërogliefen, waarmee de vele tempels, graven en paleizen uit het oude Egypte overdekt zijn te ontcijferen. Tevergeefs.
Dan komt er de doorbraak waarop iedereen hoopt. Franse genietroepen in de Egyptische plaats Rosetta (nu Rashid) ontdekken bij toeval een steen, bedekt met Griekse letters, demotische karakters (een vereenvoudigde, ‘steno’ vorm van hiërogliefen) en hiërogliefen.
Voor het eerst worden er kopieën van dezelfde tekst in een bekende taal, klassiek Grieks (dat archeologen konden lezen), de in het kerk-Koptisch geschreven demotische karakters (die na verloop van enkele jaren werden gedecodeerd) en de onbekende hiërogliefen gevonden. Na jarenlang puzzelen slaagt de Franse archeoloog Jean-François Champollion er daardoor in 1822 in de hiërogliefen te ontcijferen. Eindelijk konden onderzoekers de grafschriften en papyrusrollen ontcijferen. Deze vondst was een gelukstreffer. Er bestaan bijvoorbeeld inscripties uit Kreta, Lineair A, die nog steeds niet ontcijferd zijn.
Toekomstige archeologen Stel, het is het jaar 2982. De mensheid is vele millennia geleden getroffen door een enorme ramp, een kernoorlog, virus of asteroïdeinslag bijvoorbeeld. De overlevers vielen terug naar de steentijd. Na enkele honderden jaren hebben de overlevenden zich met vallen en opstaan tot een nieuwe beschaving ontwikkeld.
Archeologen vinden overblijfsels van onze steden met inscripties en wonder boven wonder nog een paar intacte boeken. Alleen: na duizend jaar begrijpt niemand meer Engels. De overlevenden stammen bijvoorbeeld af van een groepje in het oerwoud verscholen Twa, pygmeeën, uit Centraal-Afrika die Twi, een totaal van Engels verschillende taal spraken.
Kortom: waar onze verre nazaten behoefte aan zullen hebben is een moderne steen van Rosetta. De Long Now Foundation helpt nu het toeval een handje.
De Rosetta Disk, opgeborgen in een metalen beschermcapsule van tien centimeter doorsnede, is een nikkelen schijf van ongeveer 7,5 cm doorsnede.
De ene kant trekt direct de aandacht met de inscriptie van een aardbol en teksten in de tien grootste wereldtalen die spiraalsgewijs kleiner worden. De andere kant bevat 13.000 pagina’s in de schijf geëtste tekst, leesbaar met een microscoop die 650 maal vergroot.
De schijf overleeft minstens tweeduizend jaar. De dertienduizend pagina’s tekst beschrijven van elke taal het basisvocabulair en grammatica en bevatten gemeenschappelijke grondteksten.
Ook beide helften van de bolvormige beschermcapsule worden benut. Eén helft is een lens die zes keer vergroot. De andere helft bevat een graveernaald en een strook metaal waarop de eigenaren boodschappen achter kunnen laten voor toekomstige generaties. De tijdcapsules zijn helaas nog niet in massaproductie.
Een gelukkige afloop?
De archeoloog Kwanzi Ntutu doet een grote ontdekking. In de ruïnes van een bibliotheek vindt hij een geheimzinnige metalen bol, groter dan een mannenvuist. De bol bevat een metalen schijf met aan één kant een wereldbol, met daaromheen teksten die als een steeds kleiner wordende spiraal om de bol heen wentelen en op lijken te lossen in het niets. Eén daarvan kunnen ze moeizaam lezen: het is Swahili, een antieke taal die in Oost-Afrika veel gesproken werd. Het nieuws gaat per tamtam de wereld over. Uitvinders van over de hele wereld gaan aan de slag om een goede microscoop te ontwikkelen. Dan worden de microscopische teksten op de andere kant van het schijfje leesbaar.
Ontcijferen van de vele papieren archieven gaat nu snel. De wetenschap gaat met sprongen vooruit. Een student van Ntutu, de briljante Lusa Kwama, ontdekt wat de oorzaak was van de ramp: de uitbraak van een dodelijk genetisch gemanipuleerd pokkenvirus, ontwikkeld door een militair lab als wapen. Het schokkende nieuws gaat de hele wereld over. De mensheid leert deze keer van haar fouten en voorkomt door goed toezicht en betere internationale samenwerking dat dit soort rampen ooit nog weer zullen gebeuren.
Volgens The Long Now Foundation, een groep visionaire kunstenaars en techneuten, denken we veel te veel korte termijn. De oorzaak is, zeggen ze, dat onze tijdschaal veel te beperkt is. Daarom kunnen we de lange-termijn gevolgen van wat we doen niet overzien.
Maar ze hebben, zoals ware visionairen betaamt, een oplossing bedacht: een klok die niet alleen uren, maar zelfs millennia meet. De Long Now Clock slaat dan ook niet elk uur, maar alleen één keer per eeuw. 1 januari 2000, of in de tijdnotatie van de Foundation 02000, sloeg de grote gong. Twee keer. Het zal dus weer tot het einde van het jaar 02999 wachten voor het uurwerk weer op volle kracht zal luiden.
De Long Now Clock is geen monument voor het verleden, maar juist voor de toekomst. ontworpen om de komende tienduizend jaar te doorstaan. Overleeft onze beschaving Peak Oil of volgt de totale ineenstorting? Met die laatste mogelijkheid hebben de makers rekening gehouden. Ook voor toekomstige mensen met een technisch ontwikkelingspeil van de bronstijd is de klok te repareren en te bedienen.
De eerste Klok, Clock One, is geplaatst op priveland van de Foundation, een stuk geologisch stabiele bergachtige woestijngrond in Oost-Nevada. Om het monument heen staat een bos van de oudste boomsoort ter wereld, bristlecone pines. Sommige bristlecone pines dateren nog uit de laatste IJstijd en sommige van de bristlecone pines die er nu staan, staan er mogelijk over tienduizend jaar, als de volgende IJstijd al weer is aangebroken en Nederland in een toendra of ijsvlakte is veranderd, nog.
De klok wordt opgewonden door mensen. Dat is volgens de Long Now Foundation, na een zeer grondige afweging, de meest betrouwbare methode, want mensen zullen er altijd in de buurt zijn en zo niet, dan is ook de Klok zinloos geworden…
Hoe zou de aarde er over tienduizend jaar uitzien als de mens nu zou uitsterven? Er zou maar weinig overblijven, volgens deze video. En welke diersoort kan zich ontwikkelen tot de opvolger van de mens?