Lange rijen voor de winkels, zoals hier in communistisch Polen, zijn een bekend verschijnsel in een planeconomie. bron: Wikimedia Commons.

Is een tijdelijke planeconomie de oplossing van de economische crisis?

Einde jaren tachtig kwam de communistische planeconomie in de Sovjetunie krakend en piepend tot stilstand. Daarentegen groeide de economie in de Sovjetunie met sprongen in de jaren dertig, terwijl een zware recessie de rest van Europa teisterde en Hitler aan de macht bracht. Wat was het verschil? Is een planeconomie per definitie kansloos?

Hoe werkt een planeconomie?
Er zijn op dit moment twee systemen op grote schaal uitgetest om een modern industrieel land te laten draaien: de decentrale vrije-markt economie en de planeconomie, die berust op centrale planning. Bij een vrije markteconomie worden economische beslissingen genomen door ondernemers of bedrijfsleiders. De productie is vraaggestuurd: ondernemers proberen producten en diensten te leveren ie consumenten kunnen en willen kopen. De kracht van de vrije-markteconomie is het zelfsturende vermogen. Immers, een ondernemer die veel winst maakt met zijn producten, kan het snelst zijn productie uitbreiden (en wordt gekopieerd door andere ondernemers). Dit betekent dat vooral die dingen worden gemaakt waar de consument behoefte aan heeft. De vrije-markteconomie is in normale omstandigheden verreweg het meest succesvol en overheerst in vrijwel de gehele wereld.
De planeconomie was ooit belangrijk in Oost-Europa en China, maar bestaat nu alleen nog in twee landen: Noord-Korea en, gecombineerd met een kleinschalige markteconomie, Cuba. Bij een planeconomie beslist een centraal orgaan welke fabriek wat produceert. Doorgaans zijn de wensen van consumenten van ondergeschikt belang. De planeconomie is aantrekkelijk voor landen met een doelgerichte taak, zoals het winnen van een oorlog of infrastructuur ontwikkelen, omdat de planners de consumptie kunnen beperken tot het hoogstnodige en alle hulpbronnen kunnen inzetten voor hun doel. De planeconomie vereist de nodige dwang, waardoor dit type economie vooral praktisch uitvoerbaar is voor een dictatuur. Ook in Nederland heeft korte tijd een planeconomie bestaan: tijdens de Duitse bezetting en in de jaren daarna, toen levensmiddelen op de bon waren. In de jaren na de oorlog bleef hierdoor de consumptie achter en werd alle geld geïnvesteerd, waardoor de economie snel groeide.

Lange rijen voor de winkels, zoals hier in communistisch Polen, zijn een bekend verschijnsel in een planeconomie. bron: Wikimedia Commons.
Lange rijen voor de winkels, zoals hier in communistisch Polen, zijn een bekend verschijnsel in een planeconomie. bron: Wikimedia Commons.

Voordelen van een planeconomie
Het voornaamste nadeel van een vrije-markteconomie is dat deze vatbaar is voor vraaguitval of investeringsstop door een gebrek aan vertrouwen of geld. Geld is een kunstmatige constructie die belangrijk is in markteconomieën maar waar een planeconomie weinig last van heeft. Een planeconomie wordt niet gehinderd door de nukken van een banksysteem, omdat de staat één enkel groot bedrijf is dat alles intern financiert. In feite heerste binnen veel grote bedrijven ook een soort planeconomie, pas de laatste paar jaar zijn er beperkte “vrije markten” waar afdelingen van elkaar kunnen inkopen en uitlenen.

Planeconomie oplossing voor economische crisis?
Een complete planeconomie invoeren is een onzalig plan. Onze economie is op dit moment te complex geworden voor een mens of groep mensen om te plannen, zeker met een ongewisse toekomt. Er zijn echter enkele dingen die, daar zijn wetenschappers en technici het in grote lijnen wel over eens, moeten gebeuren. Olie en aardgas worden steeds schaarser en moeilijker te winnen. Er zijn drie duurzame energiebronnen bekend die het gat kunnen opvullen: zon, wind en aardwarmte. Al deze drie energiebronnen kunnen in elektriciteit worden omgezet. We kunnen een groot deel van het vrachtvervoer plaats laten vinden via trolleylijnen die relatief goedkoop aan te leggen zijn boven doorgaande wegen en snelwegen. Als technici er in slagen een betaalbare hoge-capaciteitsaccu te ontwikkelen zou de elektrische auto helemaal doorbreken. Wie weet doet een briljante uitvinder een ontdekking om gratis energie uit de ether te kunnen trekken.

Elektriciteitsvoorziening
Dit kunnen we niet voorspellen; we kunnen wel voorspellen dat transport van elektriciteit veel belangrijker gaat worden dan tot nu toe het geval is en de capaciteit van ons stroomnet verdubbeld moet worden. Op zijn minst. Werkloze Spaanse bouwvakkers kunnen dit werk verrichten. Ook kan je denken aan het installeren van zonnepanelen in Zuid-Spanje. Dit is nu al lonend. Als Spanje geen fossiele brandstoffen meer zou importeren (en stroom exporteren waarmee Noord-Europa centrales uitspaart) zou dit uitermate winstgevend worden, waarbij ik de geopolitieke voordelen, geen afhankelijkheid meer van Rusland en het Midden Oosten nog buiten beschouwing laat. Ik weet het, het kost veel geld. Echter: een planeconoom denkt niet in geld maar in beschikbare mankracht, grondstoffen en productiecapaciteit. Alle drie is in Europa in ruime mate voorhanden. Als overschietende productiecapaciteit van kwijnende Duitse zonnecelfabrieken, arbeidstijd van werkloze Spanjaarden en elektrische componenten worden gecombineerd levert dit duurzame stroom op voor tientallen miljoenen Europeanen en vallen de kosten in werkelijkheid behoorlijk mee. Anders dan een lening aan omvallende banken, zal deze lening gedekt worden door een gegarandeerde toevloed van duurzame zonnestroom en een broodnodig elektriciteitsnetwerk.

17 gedachten over “Is een tijdelijke planeconomie de oplossing van de economische crisis?”

  1. Krijgen we dan ook weer het communisme of andere vorm van een dictatoriaal regime voor terug? Hoewel de EU wel steeds meer die neigingen begint te vertonen.  Interessant idee overigens om een gedeeltelijke planeconomie in te stellen met als doel om de crisis te gebruiken als kans om structurele hervormingen en verbeteringen door te voeren met als doel weer bruikbare systemen, zoals ons energiesysteem, die past bij onze nieuwe economische realiteit. 

  2. Huh, Germen na zojuist een steengoed artikel van je m.b.t. overbodige werknemers gelezen te hebben nu dit? Ik moest even twee keer kijken of ik te maken had met dezelfde schrijver.

    Nederland is een sociale werkplaats! We hebben al een planeconomie.

  3. Een vrije markt is een markt zonder enige overheidsinvloed. Aangezien dergelijke markten op dit moment niet op grote schaal bestaan, kun je onmogelijk stellen dat er nu sprake is van een vrije-markteconomie. De oplossing zoeken in nog meer overheid, regels en controle zal het probleem alleen maar verergeren. Politici hebben nu al geen idee wat er aan de hand is, waarom zou dat veranderen als ze nog meer verantwoordelijkheid naar zich toe trekken?
     
    En hoe wil je mensen dwingen om bepaald werk voor de overheid te verrichten? Het lukt nu al niet om mensen met een bijstandsuitkering te dwingen om in de kassen te werken. Natuurlijk kun je ze goed betalen, maar waar komt dat geld vandaan? Uit de opbrengsten van de producten die veel duurder zijn dan de geïmporteerde versies?
     
    Bovendien is elektriciteitsvoorziening niet echt een probleem. We beschikken immers over de kennis en de technologie om zonder olie elektriciteit te produceren. Het echte probleem is de chemische industrie. Die industrie zal moeten transformeren naar een olievrij tijdperk. Daar ligt nog een hele uitdaging.

    1. De overheid is niet het probleem het probleem is dat de overheden corrupt/omgekocht zijn zijn door de internationale geldmacht en de multinationals/corporations.
      Zodat er geen sprake meer is van een vrije markt.
      De vrije markt wordt gemanipuleerd doordat alleen multinationals goede toegang hebben omdat ze een nauwe relatie hebben met de internationale geldmacht.

      1. Overheden willen helemaal geen vrije markt. Een vrije markt ondermijnt namelijk de macht van de overheid. Daarom worden er allerlei regels bedachten om markten te controleren en te besturen. In de praktijk blijkt dat dat niet werkt, waardoor weer nieuwe regels worden bedacht. Zo blijft men rondjes draaien. En grote bedrijven oefenen via hun lobbyisten weliswaar invloed uit op de politiek, maar ook zonder die invloed zou de politiek geen vrije markten toelaten.

        1. Overheden willen helemaal geen vrije markt

          Willen alleen overheden dit niet? Of zouden bankierscartels, grote oliecartels, grote chemiebedrijven, grote voedselfabricanten dit ook niet willen?

        2. Klopt, maar dat zei ik ook. Voor grote bedrijven is een vrije markt lang niet zo interessant als een markt waarbij ze via de politiek invloed kunnen uitoefenen op de spelregels.

    1. Maar gezamenlijk plannen is verboden. Dat noemen we kartels en de politiek denkt dat die slecht zijn voor de economie. Door de overheid bedachte plannen zijn geen gezamenlijke plannen. Het volk mag dan weliswaar stemmen om de illusie van de democratie hoog te houden, inspraak heeft het volk niet. Die gezamenlijke plannen worden niet bedacht door ondernemers, maar door ambtenaren die de ballen verstand hebben van ondernemen. Daar gaan we de wereld niet mee redden.

        1. Maar waarom? Waarom wil je iets van bovenaf besturen terwijl dat eigenlijk niet nodig is?

        2. Ik weet niet of dat van bovenaf besturen is als je als volk pland welke kant je op wilt gaan. Als je actief ruimtevaart wil gaan bedrijven zul je enige organisatie nodig hebben. Plannen maken voor de toekomst lijkt me altijd verstandig. 

        3. Er is geen noodzaak om dingen collectief te plannen, althans niet op zo’n grote schaal. Er wordt maar al te vaak aangenomen dat er een collectief of algemeen belang is, terwijl dat maar zelden zo is. Als individu heb je geen overheid en sturing van bovenaf nodig om te overleven.

        4. Nou weten waar je een vliegveld wilt neerleggen of een ruimtebasis wil bouwen zal toch enige onderlinge coordinatie nodig hebben dunkt mij. Dat hoeft helemaal niet per van bovenaf opgelegd te worden. Je kunt met zaken als liquid feedback daar gewoon de meest logische plek voor zoeken en dan aan het werk gaan met zijn allen. 

          Ik krijg een beetje het idee dat je samenwerken wilt verbieden of als onwenselijk ziet tussen mensen onderling terwijl dat in mijn ogen juist een grote kracht is van mensen.  

        5. Ik heb helemaal niets tegen vrijwillige samenwerking, ik heb iets tegen opgelegde sturing van bovenaf. Grootste plannen maken is mooi, maar als je vervolgens mensen met geweld dwingt om mee te betalen aan die ideeën kun je moeilijk spreken van ‘samenwerking’.
           
          Liquid feedback klinkt heel aardig, maar het is een technische oplossing voor een conceptueel probleem. Het probleem is niet dat mensen te weinig inspraak hebben, het probleem is dat mensen tegen hun wil worden gedwongen om ergens aan deel te nemen.

        6. Die analyse van je ben ik het niet mee eens. Maar goed. Je zult op de een of andere manier plannen moeten maken als maatschappij. 

          Dan kun je zoeken naar de beste en eerlijkste manier om dat te doen en in mijn opinie is Liquid Feedback of een vergelijkbaar systeem daar veel beter in dan wat we momenteel hebben liggen. 

          Misschien is het niet ideaal en zou het nog beter kunnen, als je daar ideeen voor hebt hoor ik het graag. Maar tot die tijd lijkt het mij verstandig gewoon de stappen voorwaarts te zetten die mogelijk zijn. 
           

  4. Het is de vraag waar je de macht neerlegd voor de planeconomie: bij een centrale overheid of laat je het gedeeltelijk aan de markt over? In dat laatste geval heb je dus te maken met kartelvorming. Je zou dit kunnen toelaten als centrale overheid als het leidt tot de gewenste effecten.

    Daarbij moet je ook rekeninghouden met vraagstukken als voor welke onderdelen van de economie je de planeconomie wilt toepassen. Het vraagstuk van de botsende belangen speelt hierbij ook weer een rol.

    Overigens zegt de wijze waarop je tegen de planeconomie aankijkt en waar je macht neerlegd ook iets over je wereldbeeld. Zo zijn libertariërs voor een volledige vrijemarkteconomie en daarmee zou je ook kunnen zeggen voor een volledige kapitalistisch systeem. Terwijl het tegenovergestelde dus een planeconomie is. Met het communisme en communischtisch China als een duidelijk voorbeeld. Er is dan zoals al in het artikel wordt aangegeven een bovenliggende centrale autoriteit die de aansturing doet.

    Er is overigens ook een tussenvorm mogelijk en dat wordt de gemengde economie genoemd. Nederland is tot op zekere hoogte een gemengde economie. Je dan bijvoorbeeld een centrale overheid en die heeft dan bijvoorbeeld via een bedrijf waar het aandelen in heeft invloed op de markt waar het bedrijf in opereert. Staatbedrijven een onderdeel van gemengde economie. Dankzij het neoliberalisme die vanaf de jaren tachtig meer invloed heeft gewonnen zijn veel staatsbedrijven afgestoten en is de invloed van de overheid weer kleiner geworden op invloed te hebben op de verschillende markten. Het voorstel dus om meer een gedeeltelijke planeconomie te krijgen zou je dus kunnen stellen is feitelijk weer een terugkeer naar een meer gemengde economie met meer staatsinvloed op bepaalde markten. In Nederland had de overheid invloed op de energiemarkt, maar door het privatiseren van Nuon en Essent is de invloed duidelijk afgenomen.

    Je zou ook kunnen denken aan het oprichten van autoriteit die weer invloed heeft. De Nederlandse Zorgautoriteit is een Voorbeeld van een zelfstandig bestuursorgaan die sinds 2006 het toezicht houdt op de Nederlandse zorgmarkt. Zoiets zou je ook tijdelijk kunnen instellen op bijvoorbeeld Europees niveau voor de energiemarkt.

    Het gaat dus feitelijk om marktregulering door een centrale overheid.  Met vraagstukken als: In hoeverre geef je sturing aan de markt? En op welke wijze? En aan welke markten?            

Laat een reactie achter