“Siren servers”, de term die Jaron Lanier gebruikt voor de machtige serverparken zoals Google, Facebook en Amazon, konden alleen zo machtig worden omdat de mens niet centraal staat in onze economie. Kan een mensgerichte economie (humanistische economie) hier verandering in brengen?
Humanistische economie
Xanadu levert een bruikbaar instrument voor Laniers volgende concept: humanistische economie. Wat zijn de principes van de humanistische economie, en kan onze economie mensgericht organiseren de nakende ontwrichting op tijd stoppen?
Wat is economie en waarom falen economen?
Het terrein dat bedoeld wordt met de term ‘economie’ is ruwweg: alle transacties met schaarse goederen. Tot einde negentiende eeuw heette economie “politieke economie“. Om hun vakgebied respectabeler te maken, hebben de technocraten onder de economen het hernoemd tot economie, en de wiskundige analyse de overhand laten nemen. Hiermee leek economie een exacte wetenschap, net zoals natuurkunde of scheikunde, en kregen de economen een even respectabele status als bijvoorbeeld natuurkundigen. Dit terwijl de wetenschappelijke basis onder economie vaak net zo stevig is als die onder astrologie: berustend op mythische aannames (zoals de alwetende markt en rationele redenen om te kopen); meer geloof dan wetenschap. Vandaar ook dat economen vaak grote ellende aanrichten. Zoals nu, nu de EU-economen Griekenland in het verderf storten. En de roep om een zinniger economie steeds groter wordt.
Principes van de humanistische economie
De humanistische economie is in feite meer een stroming dan een samenhangende economische theorie. Humanistisch economen hebben stevige kritiek op de nogal rationele en mechanische kijk op mensen van de gevestigde economen. Mensen worden in de klassiek-liberale economie gereduceerd tot eigenaren, kopers en arbeiders. In werkelijkheid, stellen de humanistisch economen, is de mens veel veelzijdiger en zijn zaken als kopen, werken en bezitten middelen, geen doelen waaruit het leven bestaat.
In de humanistische informatie-economie wordt de mens niet gezien als productiefactor en consument, maar als zelfstandige actor, die centraal staat. De rest van de economie heeft dus slechts betekenis vanuit menselijk standpunt, m.a.w. dit is een antropocentrische theorie. Wat wij zien als zelfstandige entiteiten, zoals grote bedrijven en machines, zijn in de ogen van de humanistische informatie-economie slechts instrumenten van mensen die de onderlinge relaties tussen mensen veranderen.
Het doel van de humanistische economie is niet om zoveel mogelijk winst te maken op kapitaal, maar het maximaliseren van menselijk welzijn. Hierbij wordt de piramide van Maslow vaak als uitgangspunt gebruikt.
Humanistische informatie economie volgens Jaron Lanier
Lanier legt zich in zijn boek toe op het informatie-element van de economie en gaat niet zozeer uit van de piramide van Maslow, maar van het antropocentrisme. Lanier ziet een toekomst voor zich, waar iedere producent van informatie royalties krijgt op elk moment dat de informatie wordt gebruikt. Print je een leuk meubel uit met je 3D-printer, dan ontvangt de ontwerper royalties. Wordt je commentaar op een langvergeten nieuwsbericht door een sireneserver geanalyseerd om het historisch verantwoorde Nederlandstalige slang uit de jaren ’10 zo natuurgetrouw mogelijk te reproduceren, dan ontvang je ook een nanobetaling. Idem voor de metselaar, waarvan de motorische kennis en kunde is gebruikt om een metselrobot te trainen. Of de nieuwe medische behandelmethode die is ontwikkeld dankzij jouw operatie.
Oudere mensen hebben zo geen pensioen nodig, dit wordt dan gevormd door de royalties op de in hun gehele leven geproduceerde werken.
Leuk, maar gaat dit ook werken?
Om eerlijk te zijn vraag ik me dit af. Lanier is een uitermate briljante kerel met een zeer uitgebreid oeuvre, variërend van boeken tot muziekstukken. Hij hoeft zich dus in dit systeem geen zorgen te maken om zijn pensioen.
Maar hoe zit het met gewone stervelingen, zoals u en ik? Als we de omzetten van Facebook, Google en andere ‘siren servers’ bij elkaar optellen, zien we dat deze minder dan een biljoen euro per jaar bedragen. Dat is maar een paar honderd euro per internetgebruiker per jaar. Nog niet eens genoeg voor twee weken. Let wel, omzetten, geen winsten.
We staan echter nog maar aan het begin. Werkelijk elke business wordt nu in hoog tempo overgenomen door hightech bedrijven uit Silicon Valley en enkele neefjes elders op de wereld. Als de oliesector en de gezondheidszorg, nu de grootste slokops, zijn gekortwiekt, wordt het belang van informatie steeds groter, en dus dit bedrag veel hoger.
Deze site, die drie jaar werk vertegenwoordigt, brengt per dag misschien drie euro op, rond de honderd euro per maand. Als ik mezelf als de gemiddelde informatiewerker zie, en er van uit ga dat ik elk jaar de opbrengst van de site met een euro per dag kan laten stijgen (een dubieuze aanname, immers artikelen verouderen en er komen er steeds meer artikelen op internet waardoor de spoeling dunner wordt), denk ik niet dat ik er in zou slagen om mijn pensioen bij elkaar te schrijven. Tenzij ik tot mijn vijfenzeventigste doorschrijf. Ook is het loterijgehalte erg groot.
Er zal dus m.i. toch een vorm van herverdeling moeten plaatsvinden, dus een vorm van basisinkomen. Met dit als aanvulling en hopelijk de royalties als hoofdmoot voor zoveel mogelijk mensen. Het uitgangspunt van Lanier, de mens centraal, is dan weer uitermate goed.