N.b. Dit artikel is geschreven in samenwerking met Germen.
Dagelijks ben je er mee bezig. Soms bewust, meestal onbewust. Nee, ik heb het nu niet over het feit dat mensen (mannen) vaak aan seks denken. Wel heb ik het over het maken van keuzes. Keuzes maken is iets waar je continu mee bezig bent; het is een afweging tussen de vraag hoe en of je actief of passief zal handelen in bepaalde situaties. Tevens is het kunnen maken van keuzes inherent aan het hebben van vrijheid.
Een keuze wordt beïnvloed door twee factoren: kennis en angst (of emotie in het algemeen). Kennis bestaat voor een deel uit persoonlijke ervaringen (primaire kennis). Als klein kind zal je daarom maar één keer de fout maken zo’n geinig zoemend zwart-geel gestreept beestje te willen vastpakken. Aan de andere kant kan kennis worden opgedeeld in algemene (secundaire) kennis, verkregen door je via verschillende media te laten informeren over de wetenschap.
Angst, hoewel volgens het oude spreekwoord een slechte raadgever, heeft naast kennis ook een grote invloed op de keuzes die je maakt. Wie via een gammel bruggetje zou willen oversteken, zal uit veiligheidsoverwegingen besluiten toch maar een andere weg te zoeken. Deze overwegingen worden gevoed door de angst dat de brug zou kunnen instorten, wat doorgaans akelige gevolgen heeft voor je gezondheid.
Kennis en angst zijn niet onafhankelijk van elkaar; ze oefenen invloed op elkaar uit. Wetenschap die in strijd is met onze angsten, zal niet op waarde worden beoordeeld. Je kan best bang zijn voor een klein spinnetje, ook al weet je dat het geen kwaad kan doen. Aan de andere kant kan het ook voor komen dat angst als gevolg van wetenschap ontstaat of verdwijnt. De hype rondom de Mexicaanse Griep is hier een mooi voorbeeld van; in eerste instantie werd de griep vergeleken met een ernstig dodelijk virus, maar later bleek het allemaal wel mee te vallen.
Rationeel maakt exacte wetenschap angst irrelevant, omdat angst zou impliceren dat er mogelijkheden of kansen bestaan, en exacte wetenschap juist naar zekerheden streeft. De komst van de onzekerheidsrelatie van Heisenberg was dan ook een doorn in het oog van veel exacte wetenschappers zoals Einstein. Je zou op de lange termijn dus kunnen stellen dat hoe meer kennis vergaard wordt en hoe meer er mogelijk wordt door wetenschappelijke vooruitgang, hoe minder onzekerheden er voor die persoon zullen zijn. En dus minder angsten.
Let wel: omgekeerd kan het openleggen van een nieuw kennisgebied ook veel angst oproepen; nadat Van Leeuwenhoek eencelligen had ontdekt, brak bij veel mensen microbenangst uit. Hier heb ik het echter over de hypothetische situatie dat de wetenschap alles van een kennisgebied weet. Om een simpel voorbeeld te nemen: stel dat je de straat over wilt steken maar je kan niet goed zien of er om de hoek iets aan komt. Als je dan de techniek hebt om te voorspellen wanneer er een auto aan komt, hoef je niet bang te zijn overreden te worden.
Deze verschuiving naar het maken van keuzes op meer rationele gronden lijkt verstandig (want een keuze volgt dan logisch uit de wetenschap), maar het beperkt uiteindelijk wel onze vrijheid. Een keuze die logisch volgt is namelijk geen keuze meer en er zal dan steeds meer een formeel-logische levenswijze ontstaan. In deze levenswijze is dan steeds minder plek voor keuzes en vrijheid. We kunnen zeggen dat in zekere zin angst onvoorspelbaarheid en dus het bestaan van onze vrijheid omvat!
Fundamentele onvoorspelbaarheid
Gelukkig zijn er meer wetenschapsgebieden dan de exacte wetenschap en zijn mensen geen puur rationele wezens. Keuzes zullen slechts zelden op puur rationele gronden worden gemaakt. Hoewel de wetenschap voor een schat aan kennis zou kunnen zorgen, zal er voorlopig wel een vorm van angst blijven.
Bovendien moeten we natuurlijk niet vergeten dat Heisenberg in grote lijnen zegt dat we op microniveau nooit alles exact kunnen weten; zo zorgt ook de kwantummechanica a priori dat op microschaal onze angsten en dus onze vrijheid van keuzes gehandhaafd blijft.
Ook blijken niet-lineaire systemen extreem gevoelig te zijn voor zelfs een kleine verstoring (die uit kwantumeffecten voort kan komen). Een vlinder kan een orkaan duizenden kilometers verderop veroorzaken. Alwetendheid bij keuzes zal dus altijd een illusie blijven. Zelfs in strikt deterministische wiskundige systemen. Gelukkig maar…